Direct naar artikelinhoud
Reportage

In een doorsnee weekend is Het Lichthuis voor kwetsbaren een strohalm

De gemeente wil meer huiskamers in de stad waar Amsterdammers met mentale problemen in het weekend ’s avonds terecht kunnen. Het Lichthuis in de Sarphatistraat is zo’n plek. ‘Ik kom hier helemaal bij.’

In de eetruimte van Het Lichthuis: vooraan Frank (l) en Pelle Bast, daarachter Nicoline, Pien ter Voert en Natasha Valies.Beeld Jakob van Vliet

Frank (63 jaar, muzikant en lampenmaker) woont al veertig jaar op de Wallen en hoewel hij van zijn buurt houdt, kan hij de drukte, de lallende Engelsen en de schuifelende mensenmassa’s niet meer verdragen. Nu de toeristen weer terug zijn, voelt hij zich ‘opgesloten in een kooi met een zooitje wilden’.

Frank (hoed, ribfluwelen jasje, armbandjes) zit met een koffie (met veel melk) en een sjekkie (dun gedraaid) in de tuin van Het Lichthuis Amsterdam in de Sarphatistraat. In alle rust vertelt hij over zijn woedeaanvallen. “De rolkoffers zijn terug. In het weekend is het zo druk dat er ook weer mensen staan te wachten tot ze van een toezichthouder de Wallen op mogen. Er staan soms hekken. Daar moet ik dan met mijn fiets langs.”

Aan zijn broek hangt een scheidsrechtersfluitje waarmee hij de hosts waarschuwt: “Ik kom eraan! Dat ding maakt me toch een téringherrie. Maar dan nog moet ik langs een barrière. Toen ik gisteren eindelijk thuis was, ging ik helemaal over de rooie. Op zo’n moment kan iedereen de tyfus krijgen.”

Hoewel er volgens Frank geen in beton gegoten diagnose voor zijn psychische probleem is gesteld, gooit hij het zelf op een bipolaire stoornis. Hij heeft meerdere depressies gehad en nog veel meer psychiaters versleten. Hij kan boos worden, heel boos. “Vooral op de dagen dat het zo verschrikkelijk druk is op de Wallen. Dan krijg ik zóveel ­negatieve prikkels. Dan kan ik in Het Lichthuis mijn ei kwijt. Ik kom hier helemaal bij.”

Frank is hier elke vrijdag-, zaterdag- én zondagavond te vinden. “In Het Lichthuis kun je gewoon jezelf zijn. Iedereen heeft er issues.”

Op deze avond zitten er ongeveer tien bezoekers. Wie de plexiglazen schermen in het midden van de tafeltjes wegdenkt, ziet een huiskamer. Een vrouw kijkt zwijgend voor zich uit, een andere vrouw speelt Jenga met een begeleider. Een man pakt de thermoskan, schenkt een kop koffie in en pakt er een koekje bij.

“Het lijkt zo gezellig, en dat is het ook,” zegt projectleider Pien ter Voert (33). “Maar het lijkt soms ook alsof er niets aan de hand is, totdat je de verhalen hoort. Ellende op ellende. De neiging is dan heel groot om je achter de voordeur te verstoppen, om je te isoleren. Maar deze mensen hebben toch de kracht gevonden om hier te komen.”

Het Lichthuis Amsterdam in de Sarphatistraat is een jaar geleden begonnen. Het is op vrijdag-, zaterdag- en zondagavond geopend, op de uren dus wanneer de dagbesteding en de psychische instellingen gesloten zijn en mensen met mentale problemen nergens kunnen aankloppen als de muren op ze afkomen. Hoewel de medewerkers een ggz-achtergrond hebben, is Het Lichthuis er niet voor psychiatrische behandelingen. Hier krijgen bezoekers steun en menselijk contact, ook met lotgenoten. De bezoekers, inmiddels tachtig in totaal, lopen in leeftijd uiteen van ­begin twintig tot een eind in de zeventig.

“De meeste mensen wonen alleen thuis,” zegt Ter Voert. “Als er niemand is om even je verhaal tegen te doen, kunnen psychische problemen verergeren.” Zo vanzelfsprekend eigenlijk, zegt Ter Voert, dat je een veilige omgeving creëert, waar iemand in psychische nood naartoe kan voor een kop soep en een goed gesprek. “Toch bestond dit in Amsterdam nog niet.”

Het zwarte gat

Het Lichthuis zit in het pand van een van de initiatiefnemers: De Waterheuvel, een clubhuis voor mensen een psychiatrische achtergrond. Volgens directeur Petra Nieuwlaat (55) van De Waterheuvel bleek een paar jaar geleden al uit onderzoek van Cliëntenbelang dat er veel behoefte was aan een veilige plek in het zwarte gat na sluitingstijd van de instellingen. “Denk aan mensen die worstelen met een verslaving. Die kunnen in het weekend ook een terugval hebben. Soms kan een goed gesprek op het juiste moment een acute opname voorkomen. Zo simpel kan het zijn.”

Wethouder Simone Kukenheim vindt dat er meer van dit soort huiskamers in de stad moeten komen, zei ze eerder deze maand in een interview in Het Parool. Het Lichthuis Amsterdam gaat met hulp van de gemeente en mede-initiatiefnemer Cordaan uitbreiden met nog drie locaties: in Noord, Zuidoost en West. Dit volgens hetzelfde concept: met een focus op mensen met ernstige psychische klachten die zelfstandig thuis wonen. Voor het einde van het jaar moeten de nieuwe locaties open zijn, zo is het streven.

Ernstig eenzaam

Volgens Kukenheim is meer laagdrempelige opvang hard nodig. Uit de Gezondheidsmonitor van de GGD bleek eerder deze maand al dat Amsterdammers steeds verder achteruit hobbelen in mentale gezondheid. In de stad heeft 9 procent last van ernstige psychische klachten (circa 61.000 Amsterdammers), in 2016 was dit 8 procent. Nog eens 45 procent heeft matige psychische klachten, dat was 41 procent. Deze cijfers stijgen al sinds 2012. Eenzaamheid blijkt ook een steeds groter probleem te worden. In 2020 voelde 15 procent van de Amsterdammers zich ernstig eenzaam, dat was in 2008 ‘slechts’ 9 procent.

Intussen zijn de wachtlijsten in de ggz lang en zitten veel mensen die psychische hulp zoeken thuis. Bezoeker Nicoline (59) kan je precies vertellen wat er dan gebeurt: “Dan zit je maar te malen en te malen in je hoofd. Op een gegeven moment kom je er niet meer uit. Wat moet ik nou doen? Dan is het goed om even met iemand te sparren. Dat is wat er in Het Lichthuis gebeurt. Het is niet betuttelend, maar gewoon sparren – op gelijk niveau. Zo overleef je een weekend en dan kun je maandag wel weer bij een hulpverlener terecht.”

In de keuken: (vlnr) Nicoline, Petra Nieuwlaat, Natasha Valies, Pien ter Voert.Beeld Jakob van Vliet

Meestal komt Nicoline, die in een zeefdrukkerij werkt, voor de gezelligheid, maar soms is het pure noodzaak. Laatst nog. “Ik wil geen wildwestverhaal vertellen, maar vorige week ben ik op mijn bek geslagen. In ­paniek ben ik naar Het Lichthuis gegaan. Ik zat onder het bloed. Ze zeiden: laten we de wond even schoonmaken. Het bleek best ernstig te zijn. Ze hebben een afspraak voor me gemaakt bij het ziekenhuis, waar ik kon worden ­gehecht.”

Wat was er gebeurd als Het Lichthuis er niet was? Zou ze bij andere mensen aankloppen? Nee, vreest Nicoline. Ze woonde tot voor kort tien jaar in Portugal, dus haar netwerk in Amsterdam is nog klein. Bij hulpverleners? Nee, want het was vrijdagavond en dus was alles dicht.

“Waarschijnlijk was ik mijn bed ingedoken. Maar ik ­gebruik bloedverdunners, dus dat blijft doorbloeden. Dat was een zooitje geworden. Plus een groter litteken. Ik was echt in de war. Op zo’n moment kan ik geen goede beslissingen nemen.”

Tweede huiskamer

Dit was wel een exces, zegt Nicoline. Maar ook in een doorsnee weekend is Het Lichthuis voor haar een strohalm. “Wat bij mij ook speelt, is mijn alcoholverslaving. In het weekend is het uiterst moeilijk om sober te blijven. Als ik heel veel trek heb, dan is het lekker om naar Het Lichthuis gaan, omdat ik weet: daar wordt niet gebruikt en kan ik wel even overleggen over hoe ik het de rest van het weekend ga aanpakken. Zoiets.”

En je hoeft er ook niet zo veel. Gewoon een boek lezen. Of een sigaretje roken in de tuin. Voor je uit staren. Of op je mobieltje de krant lezen. Dingen die je thuis op de bank ook doet. Of zoals Frank het verwoordt: “Dit is mijn tweede huiskamer geworden – in mijn eigen huiskamer komt nooit iemand.”

Het Lichthuis Amsterdam, Sarphatistraat 41, 06-21378845 (ook WhatsApp), lichthuisamsterdam.nl.