Direct naar artikelinhoud
Mijn emotranen bij het sportspektakel
ColumnSylvain Ephimenco

Mijn emotranen bij het sportspektakel

Wanneer heeft u voor het laatst gehuild? Een paar uur geleden vloeide ik mee met de emotionele tranen van Niek Kimmann die zojuist het Olympische goud had veroverd in de BMX-race. ‘Emotionele lading bij goud Kimmann gaf kippenvel’, kopte Nu.nl. Juist. Niek won ondanks de botsing maandag met een official, wat hem een gescheurde knieschijf opleverde. Ik pink graag een vreugdetraan weg bij het zien van smeltende stoere mannen. Maar een dag daarvoor liet ik ook wat oogwater rollen bij het zien van de kinderlijke en dus zuivere blijheid van zwemster Femke Heemskerk, die de finale van de 100 meter vrije slag net had gehaald.

Emotranen zijn de kers op het gebakje van de meelevende kijker na de spanning van weer een sessie sportspektakel. Ik prijs me ook gelukkig met de kundige sportredactie van Trouw die ons dagelijks van prachtige verslagen voorziet. Toegegeven: ik ben voor vele onder ons ook maar een onbegrijpelijk hybride product van lichaam en geest. Ik zie nog voor mij de bezorgde grimas van de wiskundelerares bij wie ik zojuist een afschrikwekkende onvoldoende had gescoord: “Er is niet alleen sport in het leven, monsieur. Wat gaat er van je worden later?”

Ik zou retroactief en in alle bescheidenheid mijn negen boeken en duizenden columns in een vreemde taal aan deze Française kunnen overhandigen. Maar misschien las ze daarvoor jarenlang mijn reportages in het (toen) prestigieuze dagblad Libération.

En ook moet ik aan al de linkse en anarchistische vrienden uit mijn adolescentie denken die me voor aliéné (vervreemd, waanzinnig, onvrij) uitmaakten omdat ik als prille revolutionair toch lid was van de plaatselijke atletiek- en handbalvereniging.

Nee, sporters, hoe devoot en fanatiek ook, zijn niet allen voorgeprogrammeerde spierenbundels met een kikkererwtje in de hersenpan. Of, zoals in de brievenrubriek gisteren viel te lezen, egotrippers met zelfverheffingstrekjes. Sport in wedstrijdverband is een leerschool voor het leven. Een materie waarin je zelfdiscipline, toewijding en solidariteit met het collectief leert.

Het is ook een middel tot integratie en socialisering. Een school waarin je wordt bijgebracht dat het individuele talent vaak deel van het collectieve uitmaakt, of dit door je ploeg, je club of je land wordt belichaamd. Zonder de sport die ik vanaf mijn dertiende beoefende in club- en schoolverband was ik wellicht een asociale einzelgänger geworden. Tussen mijn beste vrienden zit een collectie sportmaatjes die in de loop der jaren alleen maar gegroeid en internationaal is geworden (uw dienaar werd in 2007 wereldkampioen masters op de atletiekwerpvijfkamp).

Maar iedereen heeft natuurlijk recht op zijn particularistische weerzin, afkeer of aversie voor sport in wedstrijdverband. Maar wel met besef van het geluk dat de 26.000 sportverenigingen, 75 sportbonden en één miljoen vrijwilligers in Nederland genereren voor hun 4,3 miljoen leden. Tot na de vakantie!

Drie keer per week werpt columnist Sylvain Ephimenco zijn blik op de actualiteit. Lees zijn columns hier terug.