Direct naar artikelinhoud
Analyse

Alle 9 verdachten dodelijke mishandeling Mallorca moeten vrezen voor straffen

De negen verdachten van de fatale mishandeling van Carlo Heuvelman (27) op Mallorca moeten allemaal vrezen voor straffen, als ze bij het doodschoppen van de man in de buurt waren. Ook als hun rol slechts een kleine was.

Bloemen op de plek waar Carlo doodgeschopt werd.Beeld EPA

Zelfs als de negen Gooise jongemannen straks duurbetaalde advocaten aan hun zijde hebben, wacht hen nog een netelige zaak. Het Openbaar Ministerie zal op zoek gaan naar wie Heuvelman de fatale klap of schop toebracht, maar ook de anderen gaan niet zonder meer vrijuit.

Wat de mannen straks wordt verweten via de zogeheten tenlastelegging, is nog de vraag. Veel zal afhangen van welke bewijzen het Openbaar Ministerie nog weet te verzamelen, bijvoorbeeld videobeelden of getuigenverklaringen.

Hele kluif voor het OM

Dat is belangrijk, omdat de verdachten nu al ontkennen. “Het was wel mijn vriendengroep, maar ik was niet bij de vechtpartij. Verder geen commentaar,” liet bijvoorbeeld Hein weten. Anderen kunnen later zeggen dat zij wel mee op stap waren, maar geen deel hebben gehad in het geweld. En toegegeven: met weinig bewijs wordt dat nog een hele kluif voor het OM.

De meest relevante wetsartikelen op basis waarvan de verdachten veroordeeld kunnen worden, zijn ‘openlijke geweldpleging’ (artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht), mishandeling (artikel 300) of zelfs doodslag (287). Het ligt aan het bewijs – een beetje juridische techniek – voor welke route gekozen wordt.

Op basis van die artikelen kan een lid van een groep ook worden veroordeeld zonder zelf geweld te hebben gebruikt. De Hoge Raad bepaalde namelijk dat alleen bewezen hoeft te worden dat iemand uit de groep een ‘significante bijdrage’ heeft geleverd. Dat kunnen ook aansporingen zijn, ophitsend gejoel, of het tegenhouden van het slachtoffer. Het enkel aanwezig zijn, maakt niet strafbaar. Dat is niet genoeg voor een veroordeling.

“Maar zo’n aandeel hoeft kortom geen klap te zijn,” zegt hoogleraar sanctierecht Henny Sackers. “Het aansporen of helpen van de anderen geldt ook. Het gaat om wat een wezenlijke bijdrage wordt genoemd.”

Meerdere geweldplegingen

Daarbij speelt mogelijk ook een rol dat de Spaanse politie meldde dat de Gooise groep bij ‘meerdere geweldplegingen’ betrokken was in de nacht van 14 juli. Was de groep op zoek naar vechtpartijen en slachtoffers? En kon iedereen dus weten dat er mogelijk geweld zou worden gebruikt?

In dat geval zal naar jurisprudentie worden gekeken waarbij opzettelijk gepleegde misdrijven zijn beoordeeld door rechters. Een veel aangehaald voorbeeld is de beroving van een bank door twee overvallers . De een blijft in de vluchtauto, de ander gaat naar binnen en schiet een medewerker dood. Dan kán de rechter hen allebei dezelfde straf opleggen.

Toch kijken rechters bij openlijke geweldpleging door een groep wel nauwgezet naar wat ieders aandeel was. Bijvoorbeeld in de zaak van de in 2012 doodgetrapte grensrechter Richard Nieuwenhuizen varieerden de straffen omdat sommigen duidelijk geweldplegers waren, en anderen een kleinere rol hadden.

Dat de Gooise jongens naar Nederland vluchtten om de Spaanse cel te ontlopen, wil niet zeggen dat hier ook mildere straffen wachten. Voor openlijke geweldpleging met de dood tot gevolg kan 12 jaar cel worden opgelegd. En sinds 1 juli gaat daar niet automatisch meer een derde van de straf af. Dat moet de veroordeelde ‘verdienen’ door goed gedrag in de cel.