Direct naar artikelinhoud
DRIE VRAGEN

Geen 1,5 meter afstand meer en fysieke lessen: hoger onderwijs wil ‘hoe dan ook’ helemaal open

Nederlandse universiteiten en hogescholen willen vanaf september hun deuren weer volledig openen. Dat betekent afscheid van de anderhalve meter afstand in de collegebanken, ook nu de deltavariant verder om zich heen grijpt.

Studenten van de Christelijke Hogeschool Ede houden afstand en dragen mondkapjes. Universiteiten en hogescholen willen vanaf komend schooljaar volledig openen.Beeld Marcel van den Bergh

Wat willen de onderwijsinstellingen?

Op 13 augustus beslist het kabinet over eventuele nieuwe versoepelingen. Nederlandse universiteiten en hogescholen nemen daarop alvast een voorschot: ze willen vanaf aankomend collegejaar terug naar het ‘oude normaal’. Dat betekent fysieke lessen en dat studenten niet langer anderhalve meter afstand hoeven te houden. 

‘Honderdduizenden studenten hebben een belangrijke tijd van hun leven grotendeels thuis doorgebracht. Daar moeten we snel iets aan veranderen’, zegt Pieter Duisenberg, voorzitter van de Vereniging van Universiteiten (VSNU). Het aantal nieuwe besmettingen verandert daar volgens de universiteiten niets aan.

De hogescholen sluiten zich daarbij aan. Sinds eind april mocht het hoger onderwijs weer deels fysiek lesgeven. Volgens een woordvoerder van de Vereniging Hogescholen had die versoepeling gering effect. ‘Studenten komen sindsdien gemiddeld één keer per week naar school, en dat is drie keer niks. We moeten hoe dan ook na de zomer weer open.’

Geen afstand in de collegebanken, is dat veilig?

Volgens de onderwijsinstellingen wel. Zij kijken vooral naar de stijgende vaccinatiegraad, die er positief uitziet. Duisenberg: ‘Op dit moment heeft 60 procent van de jongeren minstens één prik gekregen. Als we dat percentage de komende maand kunnen opkrikken naar 80 procent, dan is sprake van voldoende bescherming.’ 

Om dat percentage te bereiken, worden studenten op allerlei manieren verleid zich te laten vaccineren. Zo worden tijdens de introductieperiode prikbussen neergezet, waar je zonder afspraak kunt binnenlopen. Ook internationale studenten worden daar nadrukkelijk uitgenodigd zich te laten vaccineren.

Deskundigen zijn het erover eens dat streven naar zo veel mogelijk gevaccineerden een goed uitgangspunt vormt. Maar vanaf welk percentage je kunt versoepelen, is volgens viroloog Louis Kroes (Universiteit Leiden) moeilijk te beoordelen. ‘We weten inmiddels dat de theorie over groepsimmuniteit achterhaald is. We hebben te maken met een virus dat we nooit volledig kunnen indammen.’ 

Volgens Kroes moet er beleidsmatig minder gestuurd worden op besmettingsaantallen, en meer op de gevolgen voor de zorg. ‘De huidige piek vertaalt zich niet in onbeheersbare ziekenhuisopnames. En enkele coronadoden per dag zou een versoepeling niet in de weg moeten staan.’

Ook hoogleraar klinische microbiologie Heiman Wertheim (Radboud Universiteit) vind versoepelingen ‘geen gek idee’. ‘Dit is iets anders dan het nachtleven opengooien – hossende mensen, dicht op elkaar, slecht geventileerde ruimtes – daarin kon de deltavariant zich makkelijk verspreiden. Plus: je hebt ook goed onderwijs nodig om de toekomstige vaccinmakers op te leiden. 

‘Het lijkt me onverstandig om compleet te stoppen met testen. Je moet een vinger aan de pols houden, bijvoorbeeld door per klas een paar studenten te monitoren.’

Wat als die vaccinatiegraad niet hard genoeg stijgt?

Zelfs dan blijft het onderwijsveld vasthouden aan fysiek lesgeven. Gezien het aantal besmettingen is het goed denkbaar dat het kabinet toch zal steunen op massaal testen. Wat de universiteiten betreft, worden studenten in dat scenario gevraagd vrijwillig zelftesten uit te voeren. 

Een grootschalig systeem zoals Testen voor toegang, waarbij studenten bij de ingang van de universiteit of hogeschool worden getest, stuit volgens Duisenberg op praktische bezwaren. ‘Een campus is geen festivalterrein: onderwijsinstellingen hebben tientallen gebouwen met een veelvoud aan uitgangen. Het is een logistieke nachtmerrie.’ 

Bovendien is onduidelijk wat er moet gebeuren met studenten die zich niet kunnen of willen laten testen. ‘Wij zullen niemand verplichten. En als de politiek dat wel wil, is dat aan hen.’