Groen is steeds vaker de schietschijf van N-VA. En dat heeft strategische redenen
De weerstand van Zuhal Demir (N-VA) tegenover de gascentrale van Vilvoorde kadert in een bredere partijstrategie. De Vlaams-nationalisten azen via de groenen op de teleurgestelde centrumkiezer van Open Vld en CD&V.
Krijgt Vilvoorde een gascentrale? Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) staat op de rem. De bouw van de gascentrale is een cruciale schakel in de beloofde kernuitstap in 2025. De Belgische kernreactoren kunnen namelijk enkel worden gesloten als er voldoende elektriciteit wordt geproduceerd door andere installaties.
Onder impuls van energieminister Tinne Van der Straeten (Groen) wil de regering-De Croo de komende jaren twee à drie nieuwe gascentrales laten bouwen, zodat de bevoorrading zeker blijft. Maar de kopvrouw van N-VA maakt zich zorgen. Want als de Vlaamse boeren hun uitstoot van stikstof moeten minderen, dan kan ze de groenen toch moeilijk een ‘vrijkaart’ geven om meer uit te stoten? Een redenering die in groene kringen met knarsende tanden wordt onthaald.
‘Woke provocaties’
Dat is zeker niet de eerste keer. N-VA-voorzitter Bart De Wever verraste in maart met een vrije tribune in deze krant. Daarin hekelde hij “de dagelijkse stroom aan ecofundamentalistische en woke provocaties” vanuit het groene kamp. Als ‘ecorealist’ haalde hij uit naar de kernuitstap en de bouw van geldverslindende gascentrales, die tot meer vervuiling en hogere energieprijzen zouden leiden. Tegelijk waarschuwde hij voor de uitwassen van het dogmatische groene denken, zoals het idee dat Pippi Langkous racistisch zou zijn.
“Of het nu over de kernuitstap, de sans-papiers in Brussel of de hoofddoek van ex-regeringscommissaris Ihsane Haouach gaat: het is duidelijk dat N-VA ons zoekt”, klinkt het binnen Groen. “Alsof wij, zogenaamd fanatieke groenen, een gevaar vormen.”
Voor de verkiezingen van 2019 maakte Jan Jambon (N-VA) al duidelijk welke kant zijn partij op wilde. Toen hem werd gevraagd met wie hij liever een coalitie zou vormen – met Groen of PS – antwoordde hij PS. De socialisten waren, in navolging van de Antwerpse coalitie met Vooruit, de geprefereerde partner van N-VA om op federaal niveau een regering te vormen. En dat terwijl ze een jaar eerder nog de grote tegenpool van N-VA waren. N-VA leek toen eerder toenadering te zoeken tot Groen voor het geval de Antwerpse coalitie haar meerderheid met Open Vld en CD&V zou verliezen.
Vandaag zijn de rollen omgekeerd. De socialisten zijn nu een soort bondgenoot geworden voor het grote akkoord dat De Wever na de verkiezingen in 2024 wil afsluiten over een nieuwe staatshervorming. PS-voorzitter Paul Magnette ziet een stap richting het confederalisme volgens De Wever wel zitten. Ook tussen N-VA en Conner Rousseau is er een soort entente, nu hun partijen samen besturen in Antwerpen. Onlangs nog zette Vooruit zich op de lijn van de centrumrechtse Vlaamse partijen in de discussie over de hongerstakers.
Winning mood
De vijandigheid tegenover de groenen heeft vooral ook te maken met de electorale positionering van N-VA. Op rechts speelt de partij in het defensief tegenover Vlaams Belang, dat in een winning mood zit. De partij moet dus in het centrum nieuwe kiezers zien te winnen. Daarbij richt ze haar pijlen op de kiezers van Open Vld en CD&V die teleurgesteld zijn in het beleid van de Vivaldi-regering. Het plan: hoe meer ze kan aantonen wat voor radicale plannen de groenen doorduwen in de regering, hoe vervelender voor Open Vld en CD&V om met hen te besturen.
Rechtstreeks deze partijen aanvallen is moeilijk, want N-VA zit nog tot 2024 samen met hen in de Vlaamse regering. Maar met het dossier van de kernenergie heeft N-VA een ideale stok gevonden om hen te slaan. Het dossier is tenslotte in handen van een groene minister, en de groenen willen de geschiedenis ingaan als diegenen die de kernuitstap hebben gerealiseerd. Kortom: de groene lat ligt erg hoog. Intussen leeft bij de coalitiepartners – en zeker bij MR – de vrees dat de sluiting voor hogere energieprijzen en tekorten zal zorgen.
Veel steun binnen de groene familie is er ook niet. Hoewel Groen en Ecolo samen een federale fractie vormen, lijkt Ecolo – dat electoraal sterker staat – zich weinig aan te trekken van de gevolgen van haar beleid voor Groen. Enkele weken geleden, toen de discussie rond Haouach ontplofte, zorgde dat voor wrevel in het Vlaamse kamp. Daar werden ze tegen wil en dank meegezogen in de controverse. Dan is de modus vivendi tussen PS en Vooruit, waar de krachtverhoudingen gelijker liggen, gezonder. Zij staan schouder aan schouder als het nodig is, zoals in de loononderhandelingen, maar kunnen op sommige momenten ook afstand nemen.
Dat de groenen een zwakke schakel zijn in de Vivaldi-regering, is trouwens een analyse die ook buiten N-VA wordt gemaakt. Van der Straeten werkt hard aan de kernuitstap, maar intussen zijn er weinig andere thema’s waarop de groenen hun stempel lijken te drukken. Dat heeft onder meer te maken met hun federale bevoegdheden, die weinig profilering mogelijk maken. Maar ook met de tegenvallende kiesresultaten uit 2019, die nog niet tot een catharsis hebben geleid. “Ik zeg niet dat ze afstevenen op een nederlaag zoals in 2003”, zegt politicoloog Carl Devos (UGent). “Maar als militant zou ik me toch wel zorgen maken.”
Lees ook
Geselecteerd door de redactie