Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Mooi was die tijd: waarom we nú al met nostalgie terugdenken aan het begin van de pandemie

Mooi was die tijd: waarom we nú al met nostalgie terugdenken aan het begin van de pandemie
Beeld Ted Struwer

Tijdens de pandemie borrelden nostalgische verlangens naar boven. Legpuzzels op tafel, vissticks uit de vriezer. Ook journalist Gijs van der Sanden gaf eraan toe. Waarom toch? En verlangen we straks terug naar die lange dagen in pyjama? ‘Nostalgie kan het heden verzachten.’

Het gebeurde haast zonder erbij na te ­denken. Het was maart 2020, de wereld ging op slot, en voor ik het wist, trok ik De gebroeders Leeuwenhart van Astrid Lindgren uit mijn boekenkast, het jeugdboek dat ik als kind meermaals verslonden had.

Terwijl de supermarkten werden leeggehamsterd, een vaccin nog heel ver weg leek en knappe koppen van Harvard voorspelden dat we mogelijk tot 2025 te maken zouden hebben met corona-uitbraken, bleek het ook voor een 35-jarige bijzonder geruststellend: lezen over de broers Jonatan en Kruimel en hun avonturen in het Kersendal.

Misschien dat ik daarom ook maar meteen besloot om mijn favoriete nineties­serie Dawson’s Creek te bingen en op een dag bij de supermarkt zelfs een pak vissticks afrekende, die ik vermoedelijk sinds mijn twaalfde niet meer had gegeten.

Ik was niet de enige in mijn omgeving met een hang naar vroeger in die begindagen van de lockdown. Sommige vrienden bogen zich weekendenlang over enorme legpuzzels van wel duizend stukjes, anderen haalden hun oude spelcomputers van zolder en verloren zich in Mario Kart.

‘Ik heb nu toch alle tijd,’ appte een vriendin die op een dag van de weeromstuit maar was begonnen met het beschilderen van al haar bloempotten. Haar creaties deden me denken aan ‘de hobby’ van vroeger, toen je je nog uren kon vermaken met een paar viltstiften en lege vellen papier – zonder de vermoeiende moderne neiging om aan elke creatieve oprisping meteen een webshop of gelikt Instagram-account te hangen.

Pleister op de wond

Dat we ons in tijden van crisis wenden tot nostalgie is heel goed te verklaren, zegt emeritus hoogleraar emoties en welbevinden en nostalgie-expert Ad Vingerhoets via Zoom. “Nostalgie roept prettige gevoelens bij ons op. Als we ons eenzaam, ongelukkig of fysiek koud voelen, fungeert nostalgie als een pleister op de wond. Ik noem nostalgie om die reden graag een EHBO-emotie. We krijgen het er letterlijk warmer van.”

Bij een van de onderzoeken naar ­nostalgie die de hoogleraar deed, zette hij twee groepen mensen in een kamer met een temperatuur van zestien graden. De eerste groep vroeg hij om een nostalgische herinnering op te halen, de tweede groep een meer feitelijke herinnering. De eerste groep schatte de kamertemperatuur hoger in. Bij een ander experiment bleek die groep het ook langer vol te houden hun onderarm in een badje met ijswater te houden.

De lijst met positieve psychologische effecten die de wetenschap aan nostalgie toeschrijft is lang. Zo ervaren mensen na nostalgische reflectie meer verbondenheid met anderen, hebben ze een grotere bereidheid aan goede doelen te geven, beoordelen ze hun leven als zinvoller en hebben ze een groter gevoel van eigenwaarde.

Toch had nostalgie niet altijd een positieve klank. De term werd pas in 1688 gemunt door de Zwitserse arts Johannes Hofer, die er de psychische klachten mee beschreef die hij signaleerde bij uitgezonden soldaten. Zij verlangden terug naar huis, soms zo hevig dat ze er ziek van werden. Vandaar dat hij bij de benaming koos voor een samentrekking van de Griekse woorden nostos (huiswaarts gaan) en algos (lijden).

Vingerhoets: “Inmiddels weten we dat Hofer het niet over nostalgie had, maar over heimwee. Heimwee en nostalgie ­worden nog geregeld met elkaar verward, maar het zijn twee verschillende dingen. Heimwee gaat om het terugverlangen naar een fysieke plek en kan inderdaad heftige vormen aannemen, vergelijkbaar met rouw en liefdesverdriet. Nostalgie gaat niet zozeer om een plek, maar om een specifieke herinnering aan een moment in het verleden toen we ons prettig voelden.”

Dat was precies wat er gebeurde toen ik die eerste verwarrende weken van de pandemie De gebroeders Leeuwenhart las. Het bracht me terug naar een prettige periode van mijn leven, die een stuk eenvoudiger was. Misschien maakte het me een tikkie weemoedig, maar het was vooral door en door vertrouwd, zoals een ontmoeting met een oude vriend die je al jaren niet meer hebt gezien dat ook kan zijn.

“Nostalgie kan je het gevoel geven: de wereld is misschien veranderd, maar ik ben nog dezelfde persoon die ik altijd al was,” aldus Vingerhoets. “Dat kan heel geruststellend zijn. Het is een vorm van zelfcontinuïteit.”

Yogaklasjes

Inmiddels sleept de pandemie zich al zo’n anderhalf jaar voort, met in Nederland nu weer een enorme opleving door de onderschatte deltavariant. Dat is voor sommigen kennelijk genoeg tijd om al met een vleugje nostalgie terug te denken aan de begindagen van de pandemie.

‘Terugdenken aan maart 2020 voelt als terugdenken aan je basisschooltijd,’ aldus een Amerikaanse twitteraar treffend over de tijd dat we nog massaal klapten voor de zorg, in de weer gingen met ­zuurdesemstarter om ons eigen brood te maken en online yogaklasjes volgden via een haperende wifiverbinding.

‘Het lijkt alsof we zijn vergeten hoe ellendig deze tijd is geweest.’Beeld Ted Struwer

Het Amerikaanse opinieblad The New Yorker kwam recentelijk met een lexicon voor de pandemie en bedacht er een term voor: covalgia, satirisch omschreven als ‘nostalgia for certain aspects of the pandemic – e.g., reduced traffic, more birds, fewer mass shootings, no office birthday parties.’

Toen Hugo de Jonge en Mark Rutte onlangs een streep door alle feesten en festivals zetten en vakantieplannen ineens onzeker werden – de veelbelovende ‘summer of love’ bleek van korte duur – betrapte ik mezelf ineens op nostalgische gevoelens bij de zomer van 2020. Toen die onrust en teleurstelling er helemaal niet waren omdat er eenvoudigweg niets te kiezen viel. Ik vermaakte me prima met avonden hangen in de tuin – zonder uitzinnige mensenmassa’s en opzwepende dj’s. Kennelijk was ik het nu alweer verleerd, dat genoegen nemen met minder.

Als ik een paar vrienden ernaar vraag, blijken ze net als ik naast de vervelende ook een heleboel positieve herinneringen aan de afgelopen anderhalf jaar te hebben. Een Twin Peaks-marathon zonder schuldgevoel, een simpele vakantie in eigen land, het dagelijkse rondje door de buurt. “Maar dan vergeet ik voor het gemak wel even dat ik me ook geregeld eenzaam en angstig voelde,” aldus een vriend.

Inderdaad best opmerkelijk: om nu al nostalgisch te worden van een periode die onmiskenbaar ook gekenmerkt werd door verlies, zorgen en onzekerheid. Maar uit een langlopend onderzoek van de Uni­versity of Southampton, waarin jaarlijks wordt gevraagd naar de nostalgische ­herinneringen van studenten, blijkt dat het vaak juist de bitterzoete herinneringen zijn die nostalgie in ons kunnen oproepen. Zo noemden studenten geregeld de afscheidsceremonies van een overleden opa of oma, waarna ze zich realiseerden hoe verbonden ze zich voelden met hun familie.

Vingerhoets: “Het zijn vaak verhalen over transitie, die negatief beginnen en uiteindelijk toch een positieve uitkomst hebben. Veel mensen ervoeren tijdens het begin van de pandemie een gevoel van onderlinge verbondenheid: we hadden een gezamenlijke vijand. Maar hoe we straks zullen terugkijken op deze periode, zal in grote mate afhangen van hoe persoonlijk we door de pandemie geraakt zijn: horecaondernemers, festivalorganisatoren en mensen die iemand hebben verloren, zullen waarschijnlijk minder nostalgisch worden van deze periode dan werk­nemers die het thuiswerken en de rust eigenlijk wel aangenaam vonden.”

Verheerlijking

Niet voor niets klinkt uit sommige hoeken al kritiek op de lockdownnostalgie die op social media tentoon wordt gespreid. ‘Stop met het romantiseren van de pandemie,’ schreef journalist Rebecca Jennings dit voorjaar in een stuk op de Amerikaanse nieuws- en opiniewebsite Vox. Ze deed haar beklag over de vele TikTok-filmpjes waarin met name jongvolwassenen nostalgisch terugdachten aan de tijd waarin ze dagenlang in een pyjama Tiger King aan het bingen waren.

‘Het lijkt wel alsof we compleet vergeten zijn hoe ellendig deze tijd is geweest,’ schrijft Jennings. ‘Natuurlijk, het was best leuk om de hele dag met mijn kat te ­hangen, maar het verheerlijken van deze periode lijkt me behoorlijk kortzichtig.’

In de verte doet het romantiseren van de lockdown denken aan wat ze in Duitsland ‘Ostalgie’ noemen: het terugverlangen naar het dagelijks leven in de DDR-tijd. Toen de feelgoodfilm Good Bye Lenin! in 2003 uitkwam, waarin het leven in de DDR op een humoristische en nostalgische wijze wordt belicht, laaide de discussie in Duitsland weer op: is het wel geoorloofd om met nostalgie terug te denken aan een tijd die voor zoveel mensen zoveel ellende heeft veroorzaakt?

Nostalgie over een bepaalde tijd wordt in een dergelijke film al gauw politiek. Het suggereert een collectieve ervaring, terwijl er enorme verschillen kunnen bestaan in hoe die tijd is beleefd.

Kijk ik naar mijn vrienden- en kennissenkring, dan tekenen die verschillen zich onmiddellijk af: tussen de freelancers en degenen met een vast contract, de huizenbezitters en degenen die (noodgedwongen) met huisgenoten wonen, de gesettelden en de singles.

Er bestaat niet zoiets als een gedeelde ervaring.Beeld Ted Struwer

Met andere woorden: er bestaat niet zoiets als een gedeelde ervaring. Dat is precies wat schrijver en essayist Leslie Jamison betoogt in een essay in The New York Times, waarin ze reflecteert op de gevoelens van nostalgie die de pandemie bij haar en anderen losmaakte. Je hoeft de statistieken er maar op na te slaan om te zien dat de zwarte en latinogemeenschap in Amerika veel harder door het virus ­werden geraakt dan witte mensen. Hun opname- en sterftecijfers lagen aanzienlijk hoger.

Nostalgisch worden van de pandemie is dus een privilege, wil Jamison zeggen. Het is alleen voor je weggelegd als je in gunstige omstandigheden verkeerde toen het virus rondwaarde.

Stress

Nostalgie is in de ogen van hoogleraar ­Vingerhoets dan ook niet een algemeen geldend, breed gedragen sentiment. Het is een psychologisch verschijnsel, uitsluitend gebaseerd op individuele ervaringen.

Vraag je hem waar die nostal­gische gevoelens naar het begin van de ­lockdown bij sommige mensen vandaan komen – het verlangen naar die tijd van dagenlang binnen zitten, legpuzzels maken en boodschappen doen voor de bejaarde buurman – dan zegt hij: “Het is een manier om om te gaan met de stress van alledag, een dagdroom, een vlucht naar een andere tijd. Nu we in een nieuwe, onduidelijke fase van de pandemie zijn beland, is de opgelegde rust en saamhorigheid van die eerste periode voor sommige mensen een prettige herinnering. Nostalgie kan het heden verzachten.”

Goed om te weten, nu de zomer voor zo veel mensen anders uitpakt dan voor­gesteld: er is helemaal niets mis met af en toe even nostalgisch terugdenken aan vervlogen tijden.