Direct naar artikelinhoud
Reportage

Eindelijk alle tijd: een weekje vrijwillig zorgen, geeft thuiszorgwerker Roelinda ‘een boost’

Vakantie opnemen om ergens op een strand te gaan liggen bakken, ter ontspanning, om even niet bezig te zijn met je negen-tot-vijf-baan? Ben je mal, zegt Roelinda Riemersma. Handen uit de mouwen, juist in de zomervakantie. En dan vrijwilligerswerk doen, je verlofdagen belangeloos inzetten voor een ander. Dát vindt Riemersma pas echt ontspannend.

Vrijwilliger Roelinda Riemersma (gestreept shirt) werkt mee in de vakantieweek voor dementerenden en partners. Een man heeft een cadeautje gekocht voor zijn vrouw die jarig is.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

De Groningse Roelinda (‘schrijf maar dat ik ergens in de vijftig ben’) smeert een sneetje brood, belegt het met een plakje kaas, snijdt het in partjes en vraagt daarna aan meneer Griffioen – een 89-jarige, dementerende man – of hij nog een stukje lust. Mevrouw Griffoen, echtgenote en jarenlange mantelzorger, zit ernaast en vertelt ondertussen over het indrukwekkende carrièrepad van meneer Griffioen, die van leraar opklom tot adjunct-directeur van een lerarenopleiding. ‘Chagrijnig dat hij was toen hij op zijn vijfenzestigste met pensioen moest’, vertelt ze. ‘Hij hield zoveel van zijn werk.’

Zorghotel

We zijn in hotel De Heerenhof, in Mechelen, Zuid-Limburg, in groen, heuvelachtig gebied met dan nog grandioos uitzicht (een week later zal deze omgeving tot rampgebied worden uitgeroepen vanwege overstromingen). Het hotel, een monumentale kasteelhoeve, doet deze zomer dienst als ‘zorghotel’ waar dementerende ouderen en hun mantelzorgende partners even op adem kunnen komen. De vakantie is mogelijk gemaakt door Het Vakantiebureau, een reisorganisatie met wortels in de Protestante Kerk, waar iedereen ‘ongeacht zijn of haar achtergrond’ welkom is. Ook aanwezig in het hotel is een klein legertje vrijwilligers dat zich dag en nacht inzet om de gasten weer uitgerust en opgeladen naar huis te kunnen sturen.

Roelinda heeft vakantiedagen opgenomen om in De Heerenhof te kunnen meedraaien. Bewonderenswaardig, denk je dan. Dat doet niet iedereen je na. Curieus wordt het als Roelinda vertelt bij welke werkgever ze haar geld verdient. Dat is de thuiszorg. En daar doet ze precies hetzelfde werk als hier in De Heerenhof: hulpbehoevende ouderen verzorgen. Maar… waarom? Was een weekje afstand van dit werk, ergens doorgebracht waar je alleen maar cocktails achterover hoeft te slaan, niet een betere vrijetijdsbesteding geweest?

Waarom Roelinda dit in haar vakantietijd doet, dat kan ze ‘bijna niet uitleggen’, maar ze probeert het toch, glunderend en naar superlatieven happend. Bij de thuiszorg is de tijd beperkt, vertelt ze. Na hooguit een uur moet ze alweer door naar de volgende cliënt. In De Heerenhof kan ze van zeven uur ’s ochtends tot elf uur ’s avonds in touw zijn. Ze is er bij de ochtendgymnastiek, brengt hier en daar een kop koffie, biedt een luisterend oor aan een opgebrande mantelzorger, en kruipt ’s avonds moe, maar voldaan in haar hotelbed.

‘Dat je echt iets kunt betekenen voor deze mensen, dat geeft zo’n boost’, zegt Roelinda, bijna stuiterend van enthousiasme.

Ochtendgymnastiek met Riemersma.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Ook de gasten zijn vol dankbaarheid voor hun verblijf in De Heerenhof. ‘Confronterend’, noemt een mevrouw haar eerste dag in het hotel. Opeens maak je onderdeel uit van een groep mensen die niet meer zelfstandig op vakantie kunnen. Foetsie, daar ging je autonomie. Op de tweede dag begon dat gevoel alweer weg te zakken, vertelt mevrouw, en dat was dankzij de goede en liefdevolle zorgen van Roelinda en de andere vrijwilligers. Hun toewijding maakt weer voor even een ontspannen weekje uit mogelijk.

Perfect uitje

Om twee uur in de middag klimt een deel van de gasten in een busje. Op het programma staat een bezoek aan kasteeltuin Oud-Valkenburg in Schin op Geul. Aan Roelinda de taak om de 95-jarige mantelzorger Wim in zijn rolstoel over stugge grindpaden te duwen. Ondertussen ontfermt een andere vrijwilliger zich over Wims dementerende vrouw Alie (90). Het is het perfecte uitje voor Wim, die in zijn werkzaam leven inkoper groente en fruit voor een groothandel is geweest. In een royaal aangelegde moestuin onderwijst hij ons over de verschillende peulvruchten en welke doperwten het knapperigst zijn. Roelinda luistert, knikt, en duwt Wim daarna weer voort. Hulp van de verslaggever slaat ze af. Hoe steviger ze zich inspant, hoe dieper ze slaapt vanavond.

Bijkomen doen we aan het picknicktafeltje. Wim wordt er weer herenigd met zijn vrouw Alie. Het is in meerdere opzichten een bijzondere week voor het echtpaar. Ze zijn er eindelijk weer eens uit, na zo lang noodgedwongen in huis te moeten bivakkeren vanwege corona. In De Heerenhof kunnen ze ook even hun aanstaande verhuizing uit hun hoofd zetten. Want terwijl ze zich in Zuid-Limburg in de watten laten leggen, wordt ergens noordelijker in het land hun huisraad in dozen gestopt en naar hun nieuwe appartement in een verpleeghuis verhuisd. Alie vindt het ‘moeilijk’ vertelt ze, om straks ook dat laatste restje zelfstandigheid uit handen te geven. Maar dat is voor later, als hun vakantieweek er op zit.

‘Als ik een ding nog mag vermelden’, zegt Roelinda tot besluit, ‘dan is het wel dat ik iedereen die in de zorg werkt deze ervaring zou willen gunnen. Dat je voor een keer genoeg tijd hebt voor de mensen, dat is echt onbetaalbaar.’