Direct naar artikelinhoud
Reportage

Ollies en kickflips in een fonkelend skatepark: hoe ‘echte vrijheid’ jongeren weer aan het bewegen krijgt

Steeds meer gemeenten bouwen fraaie skateparken om jongeren te stimuleren meer te bewegen. Wat ook helpt: zondagnacht debuteren Nederlandse skateboardvrouwen op de Olympische Spelen. De keerzijde: meer klanten voor ambulances en meer overlast voor omwonenden.

Lucas (10) raast over de skatebaan in het Amsterdamse stadsdeel Zeeburg.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Het verschil had niet groter kunnen zijn voor skateboarders in Amsterdam. Rolden zij eerder richting de rafelranden van de stad, om daar onder een viaduct vol graffiti of in een vervallen loods ollies en kickflips te oefenen, nu staan ze met hun crew aan de rand van een fonkelend skatepark van spuitbeton in een dure woonwijk met EHBO-post en picknickbankjes op het gazon. Een behulpzame ambtenaar ziet toe op hun veiligheid.

Wat verder opvalt aan het vorig jaar geopende Skatepark Zeeburgereiland – het grootste van Nederland – is niet zozeer de drukte (vijfhonderd skaters, steppers en stuntfietsers per dag) maar de verscheidenheid: tienermeisjes met baggy pants en gebreide mutsjes, pezige zestigers met oldskool skates, vaders die hun kinderen bemoedigend de baan op duwen en twintigers met baardjes die mopperen dat ‘die fokking kids weer in de weg zitten’. Beheerder Jeroen Schutte: ‘De regels zijn eigenlijk ongeschreven in urban sports, maar we hebben na een paar maanden toch maar een bord gemaakt.’

Topsport

De gemeente Amsterdam stak 4,5 miljoen euro in het skatepark, dat door een Deens bureau werd ontworpen voor zeer ervaren skaters. De bowl van 3,5 meter diep (een soort leeg zwembad) met verticale wanden is slechts voor een enkeling weggelegd.

Het tekent de ambitie van de hoofdstad, die ook met een topsportprogramma is begonnen voor urban sporters. In Nieuw-West ging onlangs weer een nieuwe hal open, House of Urban Sports, in Zuid-Oost verrijst een parcours voor freerunners op een parkeergarage, en onder een overkapping aan het IJ dansen rollerskaters op muziek. Ook andere steden, zoals Rotterdam, Den Haag en Utrecht, steken miljoenen in skateparken, sportbegeleiding en urban sports-festivals met internationale wedstrijden.

Het belangrijkste doel: de jongeren weer aan het bewegen krijgen. De Amsterdamse wethouder Simone Kukenheim presenteerde vorige maand haar Agenda Urban Sports (2021-2025), waarvoor zij vijf miljoen euro heeft gereserveerd. Veel tieners zeggen het lidmaatschap van hun sportvereniging op, zo wordt in het plan gesignaleerd, omdat ze geen zin meer hebben in de vaste trainingsavonden en wedstrijdschema’s. ‘Urban sports gaan ook over de ontwikkeling van jonge mensen: over het ontdekken van grenzen, onderdeel worden van een community, een nieuwe lifestyle, anders kijken naar ruimte in de stad en het leven om je heen en je creativiteit ontdekken’, meldt Kukenheim. ‘Juist die cultuur is voor velen de motivatie om te blijven sporten.’

Jongeren

Amsterdam schat dat 8 procent van alle sporters in de stad een urban sport beoefent, voornamelijk jongeren. En die raming dateert nog van het begin van de pandemie, die van iedereen een individuele buitensporter maakte. Bol.com rapporteerde een groei van 700 procent in de verkoop van inline skates, de Nederlandse keten Skate Store verkocht naar eigen zeggen ruim twee keer zoveel skateboards. De Skateboard Federatie Nederland signaleert dat skateboarden weer even hoog gewaardeerd wordt als in de jaren tachtig.

De Olympische Spelen, die naar meer spectaculaire kijksporten zoeken, wakkeren het enthousiasme voor de urban sports verder aan. Zondagnacht debuteren de Nederlandse skateboarders Roos Zwetsloot (20) en Keet Oldenbeuving (16) in Tokio, naast 3x3 basketbal, golfsurfen en sportklimmen. Over drie jaar in Parijs volgen de breakers.

‘Het lijkt me supersick om de Olympische Spelen mee te maken’, zegt de 10-jarig Lucas Ivar van der Maas in Skatepark Noord, een grote hal met een gladde betonvloer waarop hellingen, trappen, balustrades, stoepjes en een verdwaalde fontein zijn neergezet. Het stoere ventje, met wapperende blonde haren onder zijn zwarte helm, verplaatst zijn gewicht voorwaarts over een rand heen, roetsjt naar beneden, springt over een nagebouwde vluchtheuvel heen, draait 180 graden op een helling en keert koeltjes terug. ‘Ik heb mijn board altijd bij me. Je kunt deze sport overal doen en je mag zelf verzinnen wat je doet. Het is vrijheid, het is het tegenovergestelde van school.’

Arm uit de kom

Lucas staat dagelijks op zijn skateboard en verslijt vijf boards per jaar. ‘Kijk hoe blij hij eruit ziet’, zegt zijn moeder Sanne. ‘Als voetballertje was Lucas al meer geïnteresseerd in trucjes oefenen, dan in wedstrijden spelen. Skateboarden past bij hem.’

Vandaag staat Van der Maas voor het eerst sinds twee maanden weer op zijn board. Toen raakte zijn arm uit de kom en brak hij een elleboog. Moeder Sanne: ‘Hij viel van die miniramp daar. Nu eisen we wel dat hij een helm draagt.’

Al die activiteiten met wieltjes hebben dus ook nadelen. Hoe meer urban sporters zich verdringen op een locatie, hoe meer valpartijen en botsingen. ‘De eerste vier maanden na de opening heb ik wel 45 keer een ambulance gebeld’, zegt beheerder Schutte van Skatepark Zeeburgereiland, terwijl hij een jongetje omhoog helpt dat met zijn ribbenkast op een rand is geknald. ‘Vaak voor een arm uit de kom, soms voor een breuk.’ Het probleem is volgens Schutte een gebrek aan kennis. ‘Deze baan is niet geschikt voor kinderen jonger dan 8 jaar, maar veel ouders denken dat het een speeltuin is.’

Amsterdam, Utrecht, Delft en Rotterdam namen beheerders in dienst om de veiligheid van hun skateparken te verbeteren. Schutte: ‘De skateboard community moest enorm aan mij wennen. Ze houden niet van regels.’ Maar inmiddels, merkt de pedagogisch medewerker, zien de skaters het nut wel van hem in. ‘Anders wordt het chaos.’

Skatebaanbouwer: ‘We krijgen meer opdrachten dan we aankunnen’

Niemand merkt de omarming van de urbans sports door gemeenten directer dan skatebaanbouwer Damiaan Winkelman van marktleider SkateOn. ‘We krijgen veel meer opdrachten dan we aankunnen’, zegt de directeur, die de afgelopen jaren zeventig banen heeft neergezet, waarvan vijftig in Nederland. ‘Vroeger bouwden we vier banen per jaar, dit jaar maken we er zeventien’ Winkelmans verklaring voor de groeiende vraag: ‘Gemeenten merken dat een skatepark meer jongeren trekt dan een buurthuis of jongerencentrum. En het vraagt ook nog minder personeel en minder onderhoud.’

De verschuiving naar A-locaties heeft volgens hem ook een nadeel: toenemende overlast voor bewoners. ‘Op dit moment liggen drie bouwprojecten stil wegens klachten door omwonenden. In Middelburg wordt een baan na tien jaar procederen zelfs weer afgebroken.’ Volgens Winkelman zijn het niet de urban sporters die lawaai en rotzooi maken. ‘Het zijn hangjongeren die meeverhuizen met het skatepark.’ Beheerder Schutte in Amsterdam herkent de klachten en probeert met politie, straatcoaches, handhavers en skatevaders de overlast terug te dringen.