Direct naar artikelinhoud
Reportage

In het Duitse Ahrdal spoelt de overstroming ook een stukje toekomst weg

Inwoners en vrijwilligers banen zich een weg door de ravage die het acht meter hoge water heeft veroorzaakt.Beeld Daniel Rosenthal

Het dorpje Mayschoss aan de Ahr likt zijn wonden na de overstromingen van vorige week. Inwoners, vrijwilligers en soldaten bereiden de herbouw van weggespoelde huizen voor. Ondertussen rijst ook de vraag hoe verstandig dat is, op een plek waar watersnood weleens courant zou kunnen worden.

Ja, ook Hubertus Kunz, burgemeester van het dorp Mayschoss aan de Ahr, zat in de nacht dat het water kwam op zijn dak, met zijn vrouw en jongste zoon. In de dakgoot lag zijn hoogbejaarde schoonmoeder. Maar daar wil hij het niet meer over hebben. ‘Er is in een week zo veel gebeurd, ik kan niet steeds bij Adam en Eva beginnen te vertellen.’

De burgemeester ontvangt in het paradijs. Zo noemt hij de bungalow van familieleden, veilig boven op de wijnberg, waar hij logeert tot duidelijk is of zijn eigen huis nog bewoonbaar wordt. Straks daalt de tanige 70-jarige weer af naar het zwaar gehavende Mayschoss voor overleg met de lokale crisisstaf, die de opruimwerkzaamheden coördineert.

Kunz is van beroep godsdienstleraar, wat een verklaring biedt voor alle oudtestamentische analogieën. Zo vergelijkt hij zichzelf dezer dagen met aartsvader Abraham, die op hoge leeftijd door God werd gedwongen een nieuw bestaan op te bouwen. Zo voelt Kunz zich nu ook. Eigenlijk zou hij in september afzwaaien na 25 jaar burgervaderschap. Nu staat achter dat vertrek een vraagteken, zoals achter alles met betrekking tot de toekomst van de dorpen in het Ahrdal.

Maar Abraham kon het, dus hij ook, heeft Kunz besloten. ‘Ik kijk alleen nog vooruit. We gaan Mayschoss opbouwen. Mayschoss heeft een toekomst. Daarover bestaat geen enkele twijfel.’

Twijfel onder wetenschappers

Als trouw lezer van verschillende landelijke kwaliteitskranten moet Kunz weten dat die twijfel onder klimaatwetenschappers wel degelijk bestaat. Dat zij betwijfelen of smalle rivierdalen, waar de Romeinen al wijn verbouwden, nog wel geschikte woonplaatsen zullen blijken in een opgewarmd klimaat. Excessieve regenval, waarschuwen zij, zal steeds minder uitzonderlijk zijn. Maar dit scenario gaat aan de Ahr het voorstellingsvermogen te boven. Zo konden mensen zich twee weken eerder nog niet voorstellen dat het vriendelijke riviertje een dodelijke watermuur van 8 meter zou kunnen produceren.

De toekomst van Mayschoss begint met een weg. Doordat de provinciale weg die met de Ahr meekronkelde ter hoogte van het dorp is verzwolgen, is het wijnboerendorp met 970 inwoners alleen bereikbaar via een aantal onbestrate wandel- en mountainbikepaden. Maar vanaf zaterdag – tien dagen na de ramp – moet er een gloednieuwe asfaltweg liggen, of eigenlijk een voormalig karrespoor dat een onverwachte upgrade naar de 21ste eeuw heeft gekregen.

Toen de eerste vrachtwagens met teer donderdagochtend voorreden, stond de politieman op het kruispunt boven op de berg te glunderen van trots. Voor veel dorpsbewoners is de weg het symbool dat Mayschoss zelfredzamer is dan andere gemeenten in het uitgestrekte crisisgebied. Thomas Solback zegt het zo: ‘Wij zijn allemaal wijnboeren, sommigen als hoofdberoep anderen erbij, maar iedereen kan hier iets met z’n handen, heeft gereedschap in huis, een trekker en een noodstroomgenerator. En iedereen denkt hier zelf na.’

Sommige inwoners zien dit boerenverstand zelfs als verklaring voor het geringe aantal doden in de gemeente, tot nu toe ‘maar’ drie. Andere mensen denken dat Mayschoss in dit opzicht vooral geluk heeft gehad.

Rampenmanager

Volgens burgemeester Kunz heeft Mayschoss vooral geluk met één inwoner: zijn jeugdvriend die door een speling van het lot terechtkwam bij de VN en daar rampenmanager werd in crisisgebieden als Afghanistan. Na zijn pensioen in 2018 keerde hij terug naar Mayschoss. ‘Zelf was ik na de overstroming totaal in shock, maar hij wist wat er moest gebeuren. Hij zei: je moet nu de noodtoestand afkondigen, dat geeft je de macht om hulp in te roepen van instanties, dan hoef je niet te wachten tot zij het initiatief nemen.’ Ook het idee van een lokale crisisstaf die de hulptroepen coördineert, kwam van deze man. Daarom werken nu zelfs de twintig soldaten van de Bundeswehr die naar Mayschoss zijn afgevaardigd onder leiding van een stel jonge wijnboeren.

Maar ondanks deze logistieke voortvarendheid en de nieuwe weg in aanbouw, valt bij aankomst in Mayschoss eerst de verwoesting op. Bloeien de rozen in de hoogstgelegen tuinen nog alsof het een gewone zomer is, een paar meter lager zijn ze overdekt met een onheilspellend laagje modder. Nog wat verder is niet na te gaan of er ooit iets in de tuinen heeft gegroeid. Aan de oever heeft het water de voorgevels verslonden. Het eerste huis van het dorp is compleet verdwenen, samen met het Duits-Nederlandse echtpaar dat erin woonde.

Pas na de gewenning aan geur van gedroogd slijk en verrotting – het is al een paar dagen heet in de deelstaat Rijnland-Palts – valt op hoe hard hier de afgelopen week is gewerkt, door dorpelingen, door honderden vrijwilligers die te voet de berg zijn afgedaald. Aan de rand van Mayschoss torenen huizenhoge stapels puin: meubels, witgoed, auto’s en plastic, bomen en wijnranken. Zelfs na een natuurramp scheiden ze hier hun afval.

Wijnoogst

Tegenover het afvalgebergte ligt het Winzergenossenschaft, opgericht in 1868 – het oudste van Duitsland. Hier produceren de inwoners van Mayschoss per jaar ruim een miljoen liter wijn, waarvan het grootste deel vorige week weg is gespoeld. De rest proberen circa twintig medewerkers te redden, fles voor fles wordt uit de modder gevist, uitgestald op een droog stuk vloer, in kruiwagens naar buiten gereden, afgewassen, gesorteerd.

En passant passeren grote vragen: wie gaat er dit jaar oogsten? Verliezen we onze klanten omdat we ze niet kunnen leveren? Communicatiemedewerker Alina vreest dat grote supermarktketens weinig genade kennen. Een oudere collega maakt zich zorgen om de toeristen in het dorp; ook die kwamen veelal voor de wijn, voor de proeverijen. En heeft het eigenlijk nog wel zin om de wijnkelders op deze plek op te bouwen, nog geen 5 meter van de Ahr?

Waarschijnlijk niet.

In een kruiwagen verzamelt een lokale wijnboer flessen die de overstroming hebben overleefd.Beeld Daniel Rosenthal

‘Ik zie voor me dat het gebied rond de Ahr een park wordt, zonder woonhuizen’, zegt burgemeester Kunz. Maar al te concreet wil hij over zijn plannen nog niet zijn, omdat hij geen onrust onder de bevolking wil veroorzaken. ‘Als mensen nu horen dat ze hun huis niet meer mogen opbouwen, is dat geen goed idee.’

Wateropvang ter plaatse

Het lijkt erop dat de angst om noodlijdende mensen verdere hoofdbrekens te bezorgen, ook een rol speelt in de politieke arena buiten het Ahrdal, waar de verkiezingscampagne op stoom komt. Want hoewel alle partijen – behalve de klimaatontkennende AfD – nu pleiten voor snelle anticipatie op klimaatverandering, spreekt niemand de heikele bewoonbaarheidskwestie concreet aan, zelfs de Groenen niet. Lijsttrekker Laschet van de CDU, traditioneel oppermachtig hier in het Rijnland, legt de nadruk op noodhulp, op de royale som van 400 miljoen euro die de federale regering en de zestien deelstaten beschikbaar stellen. Geld dat zachtjes fluistert: mensen, het wordt weer zoals het was.

Hubertus Kunz is ook CDU’er. ‘Maar alleen uit praktische overwegingen’, zegt hij defensief. ‘Toen ik politiek actief werd, in de jaren zeventig, stemde hier 80 procent CDU. Dus als je iets wilde bewegen, moest je lid worden.’ Hij denkt niet dat alles wordt zoals het was. ‘Ik ben geen idioot.’ Hij pleit ook al jaren voor meer wateropvang ter plaatse. ‘Bij het opbouwen van Mayschoss moeten we leren van de fouten die we hebben gemaakt. Die ik heb gemaakt.’

Kunz ziet het als zijn persoonlijke opgave, ook na zijn burgemeesterschap, om te zorgen dat alle inwoners in Mayschoss willen blijven. ‘Daar wil ik met mensen persoonlijk over praten en ik wil voor iedereen de economische voorwaarden scheppen die dat mogelijk maken.’

Een stel uit Bonn is naar Mayschoss gekomen om zich bij de hulptroepen te voegen.Beeld Daniel Rosenthal

Dood in de kelder

Maar niet iedereen wil blijven, na de rampnacht. Carmen Poppelreuter kan niet meer wonen ‘in de plaats waar ik mijn beste vriendin dood in de kelder heb gevonden’. De 57-jarige in overall woonde boven café Zum Dorf Krug, gerund door haar schoondochter. Nu staat ze met een vertrokken gezicht puin te ruimen in de biertuin. Alleen de hulptroepen, een groep podiumbouwers uit de Berlijnse theaterwereld, kunnen haar af en toe een glimlach ontlokken. Soms heffen de mannen, met baarden of hanenkammen, een lied van Brecht aan: ‘Und weil der Mensch ein Mensch ist...’ Een communistische tekst over wat een mens nodig heeft om een menswaardig bestaan te leiden. Zaken die Carmen Poppelreuter in de toekomst liever buiten Mayschoss zoekt.

De meeste dorpsgenoten willen wél blijven, blijkt rond de kerk, die is veranderd in een weggeefsupermarkt en ontmoetingspunt. Een grapjas heeft het damesondergoed uitgestald op het altaar. ‘Als je ziet waartoe we deze week samen in staat waren, twijfel ik niet aan een toekomst voor Mayschoss’, zegt de jonge brandweerman Lukas Bäcker, lid van de crisisstaf.

Buiten staan grote pannen pasta te pruttelen en heeft het Rode Kruis wc’s en douches opgesteld. Het moet voor het eerst zijn dat het middeleeuwse kerkje gemeenteleden in badjas ziet verschijnen. Er is een provisorische apotheek en een ‘vaccinatiekerkbank’, waar mensen kunnen worden ingeënt tegen corona of tetanus.

Dorpsfeest

‘Soms lijkt het net een dorpsfeest’, zegt Stephanie, die conserven staat te sorteren in de kerk. Ze heeft het idee dat de meeste inwoners leven op een cocktail van slaapgebrek, adrenaline en bier – er gaan behoorlijk wat kratjes doorheen elke avond. ‘Maar ergens de komende tijd zal iedereen moeten inzien dat we voorlopig nog in de ellende zitten.’

Burgemeester Kunz beleefde zo’n inzinking woensdagmiddag. ‘Opeens zag ik vernieling écht, realiseerde ik me dat ik zelf getraumatiseerd ben.’ Er waren een nacht goede slaap en een partijtje stoeien met zijn 1-jarige kleinzoon voor nodig om weer te geloven in het voornemen om net zo flexibel en optimistisch te zijn als Abraham was op zijn oude dag.

Wat Kunz toen ook inzag: dat Mayschoss veel op eigen houtje kan, maar niet alles. Daarom is het zo belangrijk dat die asfaltweg zaterdag klaar is, zodat de grote voertuigen van het leger en de brandweer naar het dorp kunnen afdalen. Vraag van de burgemeester aan de Volkskrant: ‘Bid zaterdag ook maar voor ons, of als je niet bidt, denk aan ons. Denken helpt.’