Leon Verdonschot

‘Ons recht op informatie is voor u geen recht, maar een gunst’

Open brief van Leon Verdonschot aan minister Hugo de Jonge. ‘Hoewel zowel de Tweede Kamer als de rechter u heeft verplicht WOB-verzoeken over het coronabeleid binnen acht weken en per verzoek te behandelen, gaat u nu in hoger beroep tegen deze overwinning van Nieuwsuur.’

Leon Verdonschot

Beste Hugo de Jonge,

Toen de kibbelende appjes tussen Femke Halsema en Ferd Grapperhaus over de inmiddels legendarische te drukke antiracismedemonstratie op de Dam openbaar werden, maakte je nog een grapje: ‘Ik stuur louter sympathieke, liefdevolle en vrolijke appjes.’ In mijn persoonlijke top tien van Hugo de Jonge-grapjes scoort die hoger dan ‘Dansen met Janssen’. Die appjes tussen Grapperhaus en Halsema moesten destijds openbaar worden, omdat Geert Wilders met succes een beroep deed op een grondwetsartikel over de informatievoorziening aan het parlement.

Er is ook een wet die veel minder ver gaat, maar die wel de openbaarheid van het bestuur regelt: de WOB. Al maakt de WOB vele uitzonderingen op die openbaarheid, dankzij deze informatiewet kwamen we de afgelopen jaren veel te weten. Dat oud-minister Opstelten zich bemoeide met de minder-minder-strafzaak tegen Wilders, dat Nederland terroristen in Syrië steunde, dat het ministerie van Economische Zaken Shell en Exxon zeggenschap beloofde over de gaswinning in Groningen, de dubieuze onderhoudskosten van Beatrix’ Groene Draeck: we weten het dankzij WOB-verzoeken. Net als het feit dat premier Rutte loog over zijn plan om de dividendbelasting af te schaffen, omdat grote bedrijven het in dit land zo ontzettend zwaar hebben.

Premier Rutte is geen fan van de WOB. Hij verzette zich tegen het openbaren van zijn sms’jes en appjes over de coronacrisis, zoals de Volkskrant met een verzoek op de WOB met succes afdwong. Rutte is meer van de naar hemzelf vernoemde doctrine, waarbij je bij voorkeur geen notulen maakt. En indien wel, je die vervolgens met een dikke zwarte stift laat uitzien als een kleurplaat waar een ADHD’er na een zak winegums op is losgegaan.

Toen Rutte voor de zoveelste keer in de problemen was gekomen omdat hij niet houdt van de Openbaarheid van Bestuur waar twee van de drie letters van WOB betrekking op hebben, beloofde hij dat het allemaal heel anders zou gaan in toekomst. Zíjn bestuurscultuur die had geleid tot de functie elders voor Omtzigt (ziek thuis) en de toeslagenaffaire: hij zou er zelf mee afrekenen, vanwege ‘radicale ideeën’ over bestuur die kennelijk plots tot hem waren gekomen, als de bestuurlijke variant op een Mariaverschijning.

Toen we allemaal waren uitgelachen, waren we benieuwd of überhaupt íéts een heel klein beetje zou veranderen. Afgelopen week kregen we het antwoord. Hoewel zowel de Tweede Kamer als de rechter u heeft verplicht WOB-verzoeken over het coronabeleid gewoon te behandelen zoals de wet verplicht, namelijk binnen acht weken en per verzoek, gaat u nu in hoger beroep tegen deze overwinning van Nieuwsuur. Het recht op informatie, zoveel wordt hiermee duidelijk, is voor u geen recht, maar een gunst, door u te verlenen als, wanneer en hoe u daar zin in heeft.

Maar in een tijd waarin halve garen en hele wappies de meest krankzinnige complottheorieën aanhangen en denken dat de kwaadaardige idioot Micha Kat betrouwbaarder is dan een ministerie of RIVM, is openbaarheid van bestuur geen luxe en zelfs niet alleen een recht. Het is een noodzaak, om een democratie te laten functioneren.

Column
  • Bruno Press