Direct naar artikelinhoud
Basketbal

Kritische topsporters Belarus in de knel: ‘Ik kon alleen maar denken: waarom houden jullie je mond?’

De Belarussische basketbalster Katsjaryna Snytsina sprak zich - net als veel andere sporters in een open brief uit tegen het geweld in Belarus. Het gevolg was dat ze haar land moest ontvluchten.Beeld Marlena Waldthausen

De repressie van het bewind van president Loekasjenko werd in augustus ook veel topsporters in Belarus te gortig. Sindsdien bevinden ze zich in een benarde positie. ‘Als je ziet dat er in de straten van jouw land bloed vloeit van onschuldigen, dan moet je echt nadenken welke versie van je land je precies wilt vertegenwoordigen.’

Ze speelde tussen haar zestiende en vijfendertigste voor het nationale team, kwam uit op Olympische Spelen en wereldkampioenschappen en was het gros van die tijd onbetwist aanvoerder. Tijdens haar laatste wedstrijd, afgelopen februari, was ze bovendien nog de beste speler van het veld. Maar als haar team morgen de laatste poulewedstrijd op het Europees Kampioenschap basketbal in Valencia speelt , laat Katsjaryna Snytsina de televisie uit.

Sterker nog: ze wil er geen seconde meer van zien. Nadat ze deed wat ze deed, werd ze namelijk niet alleen uit de groeps-chat van het nationale team gezet, ze werd zelfs zo onder druk gezet dat ze zich gedwongen voelde haar land te verlaten.

‘Als ik nu terugga naar Belarus, weet ik vrij zeker dat ik wordt opgesloten’, zegt Snytsina vanuit Vilnius, de hoofdstad van het buurland waar ze eerder dit jaar naartoe vluchtte. ‘Ze zeggen wel eens: sport is geen politiek. Maar dat is niet zo. Sport is juist politiek. Wij zijn niet alleen inwoners van ons land, we zijn er vertegenwoordigers van. En als je ziet dat er in de straten van jouw land bloed vloeit van onschuldigen, dan moet je echt nadenken welke versie van je land je precies wilt vertegenwoordigen.’

Het begon allemaal afgelopen augustus toen de Belarussische president Aleksandr Loekasjenko de verkiezingen vervalste waarna er enorme protesten uitbraken. Vanwege het harde optreden van Loekasjenko vielen er sindsdien tientallen doden, werden honderden mensen gearresteerd en zijn in de gevangenissen zeker duizend gevallen van marteling geregistreerd, en honderden gevallen van verkrachting.

Geschrokken door de bruutheid van die acties, besloot ook de sportwereld zich uit te spreken. Sporters zijn immers een belangrijk propagandamiddel in de voormalige Sovjetrepubliek. Vrijwel alle Belarussische sporters zijn in dienst van het leger of een van de ministeries en Loekasjenko viert medailles op grote toernooien doorgaans alsof het militaire overwinningen zijn.

Loekasjenko’s baby’s

‘Een keer wonnen we een wedstrijd van Rusland’, zegt basketballer Snytsina. ‘En precies dat moment had Loekasjenko een vergadering met Poetin. We hebben later gehoord dat hij die vergadering even onderbrak om tegen Poetin te zeggen: ‘mijn meisjes hebben die van jou verslagen’. Hij was echt trots op ons. We waren zijn baby’s. Zo stonden we ook bekend: Loekasjenko’s baby’s’.

In totaal besloten tweeduizend  sporters en coaches zich via een open brief uit te spreken tegen het geweld in hun land. Ook  Snytsina, zelf in dienst van het ministerie van Sport, zette haar krabbel. ‘Daarvóór was ik echt totaal niet geïnteresseerd in politiek’, zegt ze. ‘Op Loekasjenko na kende ik geen enkele politicus bij naam. Ik heb zelfs nog nooit in mijn leven gestemd. Maar toen ik voor het eerst beelden zag van het bloed in de straten van Minskbegon er iets te broeien.’

Loekasjenko, die samen met zijn zoon ook voorzitter is van het Nationaal Olympisch Comité, reageerde woest op de brief. Hij stuurde zijn geheime dienst bij honderden topsporters langs voor een zogenoemd ‘opvoedgesprek’ waarbij de sporters gedwongen werden hun recht op demonstratie voortaan op te geven en moesten beloven nooit meer met journalisten te praten zonder toestemming van het ministerie.

Ontslag of erger

Sporters die dat weigerden, waaronder Snytsina, werden direct ontslagen, of erger: sommigen moesten het land ontvluchten en weer anderen, onder wie olympisch medaillewinnaar op de tienkamp, Andrej Krawtsjanka, eindigden in de cel. In Tokio zullen daarom naar verwachting slechts 130 Belarussische atleten deelnemen, tegenover 180 in Rio.

‘Juist als sport zo belangrijk is voor een regime, is sport ook een ideale manier om dat regime pijn te doen’, zegt voormalig handballer Aliaksandr Apeikin. Samen met zwemster en voormalig wereldkampioen op de korte- en langebaan Alexandra Herasimenia, richtte hij in nasleep van de repressiegolf de Belarusian Sport Solidarity Foundation (BSSF) op, een club die onderdrukte Belarussische sporters vanuit het buitenland probeert te helpen.

Zeker honderd ontslagen sporters kregen de afgelopen maanden geld overgemaakt van BSSF, bijvoorbeeld om alsnog een vliegticket te kunnen boeken naar een Olympisch kwalificatietoernooi. BSSF kan dat betalen dankzij donaties of door veilingen. Zo veilde Snytsina haar bronzen medaille van het EK in 2007 teneinde een aantal van haar gevluchte collega’s te helpen.

Persona non grata 

Neem  judoka Aliaksandr Vakhaviak, een zwaargewicht die eerder dit jaar nog tegen Henk Grol vocht, maar sinds hij zijn politieke mening kenbaar maakte  persona non grata werd in Belarussische sportkringen. Hij verloor zijn status als topsporter, net als zijn baan bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en mocht niet meer meetrainen met het nationale team. ‘Er kwamen mensen naar mij toe die zeiden dat als ik mijn handtekening introk, alles weer normaal zou zijn. Maar dat heb ik nooit serieus overwogen’, zegt hij. ‘Dan had ik mijzelf verraden.’ Dankzij het geld van BSSF kon hij alsnog een trainingsstage in Turkije beleggen waardoor hij toch nog kans maakt zich te plaatsen voor de Spelen.

Belarussisch recordhouder steeplechase Svetlana Kudelich had minder geluk. Zij werd na de brief niet alleen ontslagen bij het ministerie waar ze werkte, ook werden haar al haar nationale records en titels  afgenomen, waardoor ze onvoldoende punten had om deel te nemen aan kwalificatietoernooien. ‘Twintig jaar carrière, opeens weg’, zegt ze. ‘Maar toch heb ik geen spijt. Ik wil niet alleen een sporter zijn. Ik wil een vrij persoon zijn. In een vrij land bovendien. En ik wil dat mijn kinderen kunnen opgroeien in een vrij land.’

Na haar laatste wedstrijd voor het Belarussisch basketbalteam, afgelopen februari, heeft Katsjaryna Snytsina nog een keer een vriendschappelijke wedstrijd bekeken, in aanloop naar het EK van dit weekend. Maar al na twee minuten besefte ze dat het klaar was; dat de strijd naast het veld soms belangrijker dan die erop. ‘Ik zag vrienden, mensen met wie ik vijftien jaar heb samengespeeld en ik kon alleen maar denken: waarom houden jullie je mond? Je weet toch wat er met je collega’s is gebeurd? Wat er met je land gebeurt? Ik heb de tv uitgezet en zei tegen mijzelf: ik denk niet dat ik ooit nog zal kijken. In ieder geval niet zolang Loekasjenko president is.’