Direct naar artikelinhoud
Analyse

De komende jaren volgt een gevecht tussen Londen en Edinburgh om de onafhankelijkheid van Schotland

Bij regionale verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk verankerden Boris Johnsons Conservatieven hun machtspositie in Engeland, en deden de nationalisten van Nicola Sturgeon hetzelfde in Schotland. Londen en Edinburgh kunnen nu ruzie gaan maken over wel of geen Schots referendum. Grootste verliezer is Labour.

Nicola Sturgeon won met haar SNP 64 zetels – een te weinig voor een meerderheid in het parlement.Beeld Getty Images

Mocht het Verenigd Koninkrijk bijeenblijven, dan zijn de unionisten speciale dank verschuldigd aan de inwoners van het westen van Aberdeenshire, de streek in de Schotse Hooglanden waar het koninklijke buitenhuis Balmoral ligt. Daar wisten de unionisten te voorkomen dat deze cruciale streek  zaterdagavond in handen viel van de nationalisten. Hierdoor strandde de partij van Sturgeon op 64 van de 129 zetels, dus net geen absolute meerderheid. Er komt daardoor nu vrijwel zeker een coalitie met The Greens, de partij die 8 zetels won.

Charmeoffensief

Volgens Londen is er nu geen mandaat voor een nieuwe volksraadpleging over Schotse onafhankelijkheid, maar Sturgeon wijst erop dat ook de groenen voor een zelfstandige natie zijn. In reactie op de verkiezingsuitslag liet ze weten binnen twee jaar een referendum te willen houden. Boris Johnson ging na de uitslag over tot een preventieve aanval: hij riep op tot een minitop met de leiders van Wales, Schotland en Noord-Ierland om te kijken hoe het Verenigd Koninkrijk de schade kan herstellen die door een jaar van lockdowns is teweeggebracht.

De Britse premier wil hiermee laten zien dat er belangrijker zaken zijn dan vechten om onafhankelijkheid. De regering in Londen zal ook een charmeoffensief beginnen, ‘Project Love’ geheten, om de Schotten te paaien. Dat betekent meer investeringen en mogelijk nog meer autonomie. Londen is absoluut niet van plan om de Schotten voor de tweede keer in zeven jaar te laten beslissen over hun lotsbestemming. Het Schotse zakenleven maakt zich zorgen over de praktische gevolgen van onafhankelijkheid, zoals de komst van een grens tussen Schotland en Engeland.

Investeren in verwaarloosde gebieden is een succesvolle strategie gebleken voor de Conservatieve partij. De ‘Rode Muur’ van Labour in Midden- en Noord-Engeland is verder afgebrokkeld. In het noordoosten van Engeland, een gebied waar de mijn- en scheepsbouw zijn verdwenen, werd een Conservatieve regioburgemeester met een flinke meerderheid herkozen, als dank voor gedane investeringen. De kroon op de Conservatieve zege in Engeland was het veroveren van Hartlepool, een vervallen havenstad in die regio.

Hartlepool

Hartlepool was sinds de jaren zestig een rood bolwerk, zozeer zelfs dat New-Labour-strateeg Peter Mandelson daar eind jaren negentig zonder campagne te voeren kon winnen. Over deze eurogezinde Labour-coryfee gaat het verhaal dat hij gestampte erwten bij een viskraam aanzag voor guacamole. Maar aan het begin van deze eeuw werd de onvrede met Labour zichtbaar. In 2002 kozen de ontevreden inwoners van Hartlepool de mascotte van het plaatselijke voetbalteam, een als aap verklede jongeman, tot burgemeester.

Het stemmen op de gehate Tories was in de tijd van Margaret Thatcher nog een stap te ver, maar die schroom is nu verdwenen. Bij de ommekeer heeft de Brexit als katalysator gediend. Zeven van de tien inwoners stemden voor het verlaten van de EU. De beslissing van Labourleider Keir Starmer om een eurogezinde kandidaat te benoemen wekte bevreemding. Door tijdens een bezoek aan Hartlepool fish and chips te eten, met een pint erbij, probeerde Starmer arbeideristisch over te komen. Hoongelach viel de Londense advocaat ten deel.

Labourleider Keir Starmer is vooralsnog geen stemmenkanon.Beeld REUTERS

Onder Boris Johnson hebben de Conservatieven zichzelf opnieuw uitgevonden – van oudsher hun kracht. Op economisch terrein voeren ze een links, keynesiaans beleid. Waar onder David Cameron enorm werd bezuinigd, strooit Johnson met geld, vooral in ‘rode gebieden’. In sociaal-cultureel opzicht varen ze juist een conservatieve koers. Met deze combinatie blijken ze dicht bij de gemiddelde kiezer te staan. Ook elders verloor Labour flink, al groeide de partij in Wales (waar de nationalisten verloren, anders dan hun broeders in Schotland).

Opvolger

In Manchester versterkte Andy Burnham zijn positie als burgemeester. Hij wordt nu genoemd als potentiële opvolger van de gematigde Starmer, voor wie Jeremy Corbyn een jaar geleden plaats moest maken. Starmer zei de volledige verantwoordelijkheid te nemen voor de tegenvallende uitslag en ontsloeg vervolgens partijvoorzitter Angela Rayner, tot woede van de corbynistische vleugel van de partij. Voor de linkervleugel is de uitslag het bewijs dat Corbyn niet het probleem van Labour was.

Eerder was Khalid Mahmood, Labours woordvoerder voor Defensiezaken, opgestapt. Bij zijn afscheid beweerde hij dat zijn partij is overgenomen door ‘een in Londen zetelende bourgeoisie, gesteund door brigades van woke-strijders op sociale media’. In de hoofdstad kreeg de sociaal-democraat Sadiq Khan een tweede termijn als burgemeester, maar met een gekrompen meerderheid. De gelukkigste Londenaar was Johnson, wiens bluf dat het kiezers weinig kan schelen hoe extravagant de renovatie van zijn ambtswoning is, gerechtvaardigd bleek te zijn. 

Een ambtswoning waar hij, zoals het er nu naar uitziet, nog lang zal vertoeven.