Terug naar de krant

Jubileumboek Oor geeft merkwaardig beeld van popmuziek

Leeslijst recensie

50 jaar Oor Jubileumboek ‘Want More?’ gaat vooral over wittemannenrock. Het blad sprak de sterren, zoals Neil Young en Nirvana, voor ze beroemd waren. De interviews zijn gedateerd, de reportages soms goed, de illustraties en foto’s fantastisch.

Leeslijst

De argeloze lezer die het boek Want More? openslaat, moet een merkwaardig beeld van de popmuziek krijgen. Volgens dit jubileumboek van het toonaangevende Nederlandse muziekblad Oor bestaat de popmuziek hoofdzakelijk uit wittemannenrock. De selectie van 45 artikelen bevat slechts vijf verhalen over vrouwelijke artiesten, en negen over zwarte artiesten. Dat terwijl popmuziek een grotendeels Afro-Amerikaanse uitvinding is, en zwarte zangeressen daarin een essentiële rol vervullen. Het boek omvat een halve eeuw muziek, maar de ontwikkelingen die leiden tot de huidige dominante stromingen – r&b, dancepop, hiphop – zul je er niet in aantreffen. De artikelen zijn allemaal geschreven door mannen. Niet zo leuk voor de vrouwelijke medewerkers.

Als mannen over vrouwelijke artiesten schrijven, gaat het geregeld over seks, lichaam en kleding. Vreemde flirterige stukken zijn het. Peter Verbruggen wordt verliefd op Debbie Harry („het blonde beest”) en Tom Engelshoven heeft vaderlijke gevoelens voor Amy Winehouse: „Het meisje geeft me een heel levensmoe gevoel. Ik weet niet wat ik haar toewens: meer destructie (en dus mooie muziek), of kinderen.” Vrouwenmishandeling vindt de redactie ook heel grappig. Aan Tommy Lee, de Mötley Crüe-drummer die zes maanden cel kreeg wegens mishandeling van zijn vrouw Pamela Anderson, vraagt de verslaggever: „Wat drumt nou lekkerder, een drumstel of je vrouw?”

van Mötley CrüeVraag aan Tommy Lee Wat drumt nou lekkerder, een drumstel of je vrouw?

Vaak kiezen de schrijvers de vorm van het interview, om er vervolgens tegenaan te lopen dat popmusici niet zo veel te zeggen hebben. Daar worden de artiesten vervolgens op afgerekend. Punkgroep de Ramones wordt afgeserveerd als een stelletje zwakbegaafden. Reggaezanger Bob Marley wordt weggezet als een wazig brabbelaar die zijn rastafari-geloof zou uitbuiten voor financieel gewin. Er is toch wel wat interessanters te vertellen over deze grootheden? Over hun muziek of hun betekenis bijvoorbeeld – ik noem maar wat. De Nigeriaanse bandleider Fela Kuti krijgt wel de ruimte om zijn politieke, antikoloniale ideeën uiteen te zetten. Dat op zich boeiende artikel begint en eindigt echter à la Kuifje in Afrika. Laatste zin: „Het zou je niet verbazen als buiten de zaal menseneters stonden te wachten, met hun pot al pruttelend op het vuur.”

Geen prettig leesvoer voor de intersectionele feminist, dus. Tenzij als studiemateriaal. Je moet deze vorm van popjournalistiek in zijn tijd plaatsen, zou je ter verdediging kunnen zeggen, en dit is nu eenmaal wat de witte mannelijke rockfans in die tijd mooi vonden. Maar dit is wat de redactie nu ‘het beste van 50 jaar Oor’ vindt. Dus niet: ‘kijk eens hoe we vroeger waren’, maar ‘kijk eens hoe we nog steeds zijn’.

Lees ook Typische Oor-man is een ouwe rocker met zendingsdrang
Jaargang 10: juni 1981

Hoogtepunten

Maar laten we de hoogtepunten bekijken, die er wel degelijk zijn. Het blad werd in 1971 opgericht op het moment dat het tieneramusement in een serieuze kunststroming veranderde, en is eigenlijk nog steeds het enige serieuze, grote popblad wat we in Nederland hebben. Binnen de kaders van de rock had het blad wel degelijk oog voor nieuwe stromingen, zoals de heavy metal en punk in de jaren zeventig en de grunge in de jaren negentig. Oor was er vaak vroeg bij: Roxy Music, Bruce Springsteen, Prince, Nirvana, Pearl Jam – de redacteuren spraken ze al toen ze nog gewoon hardwerkende, aardige jongens waren. Voor de hedendaagse lezer is het een sensatie om de sterren te zien voordat ze sterren werden.

In de beste stukken laat de redacteur de interviewvorm varen en komt thuis met mooie reportages. Constant Meijers maakte in 1973-1975 een reeks fantastische reportages over Neil Young. Hij werd zelfs bevriend met de Canadese rockzanger en maakte met hem een moord mee in een Californische honky-tonk. Peter van Bruggen maakte in 1978 een reportage over Lou Reed, waarin hij raak en pijnlijk schetst hoe die met sadistisch genoegen zijn ondergeschikten het leven zuur maakt. In ‘Mississippi Blues’ (1998) schetst Herman van der Horst kleurrijk wat er over is van de geboortegrond van de blues, en geeft een schrijnend beeld van de uitzichtloze armoede.

De beste reportage in deze bundel gaat over de Afro-Amerikaanse zanger Marvin Gaye. Paul Evers ontdekte dat de soulster in 1981 meer dan een jaar in Oostende had gezeten. Gaye was aan lager wal geraakt en werkte daar in de luwte aan zijn comeback. Evers weet het mistroostige regenachtige van de Belgische badplaats, die zo heilzaam werkte voor de doorgesnoven zanger, goed te vangen. Peter Pontiac maakte een krachtige illustratie bij dit stuk – let op het samenspel tussen de vingers en de frieten – wat me brengt op een ander pluspunt van deze bundel: hij staat barstensvol fantastische illustraties en foto’s.

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 7 mei 2021.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in