Student riskeert 200 uren werkstraf voor geweld tegen politiemannen tijdens nepfestival La Boum 1
Een 23-jarige laatstejaarsstudent ingenieur wordt door twee politie-inspecteurs aangeklaagd voor de verwondingen die ze op 1 april opliepen tijdens zijn arrestatie op het verboden nepfestival La Boum 1. De jongeman riskeert daarvoor een werkstraf van 200 uren. Zijn advocaat is het daar niet mee eens. “Dit kan onmogelijk zijn schuld zijn.”
De foto heeft alle kranten gehaald. Twee Brusselse politiemannen slaan een deelnemer aan La Boum 1 in het Ter Kamerenbos in de boeien, één van hen hevig bloedend aan het hoofd. De inspecteur en zijn collega slepen nu Lucien P., de arrestant in kwestie, voor de rechter. Enerzijds omdat hij zich verzet heeft tegen zijn arrestatie en daarvoor een fles als wapen wilde gebruiken. Anderzijds zou hij volgens de politiemannen de omstaanders hebben opgeruid om hem te bevrijden, wat gepaard ging met het schoppen en slaan van de inspecteurs, tot bloedens toe.
Luchtje scheppen
“Ik was nochtans niet naar het bos gegaan om amok te maken”, verdedigde de laatstejaarsstudent ingenieur zich donderdag voor de rechtbank. “Ik wou een luchtje scheppen met vier vrienden. Wij droegen allemaal maskers en hielden ons een beetje afzijdig van de grote samenscholing.”
Waarom hij dan op meerdere beelden is te zien met flessen in de hand? “Toen de politie ten tonele is verschenen heb ik mij door de massa laten meesleuren. Ik had nochtans niet te veel gedronken, maar het gevoel van onbegrip en isolement dat zich tijdens maanden had opgehoopt, heeft het gehaald van het gezond verstand. Dat had mij moeten aansporen om het bos te verlaten, maar ik heb het niet gedaan.”
Lucien heeft dat inderdaad niet gedaan, integendeel. Hij bekende op de zitting eerst een afgebroken tak van een halve meter naar een politiewagen te hebben gegooid. Vervolgens greep hij naar een lege fles, maar liet die dan maar op bevel van de politie vallen … alvorens er nog een paar andere op te rapen en naar politiemensen te paard te gooien. Zelfs op het ogenblik van zijn arrestatie was Lucien “gewapend” met een glazen fles. Toen kreeg de ene inspecteur die hem in bedwang hield een trap van een omstaander in het gezicht, terwijl zijn collega met een glazen fles verwond werd.
Overheid als “ware schuldige”
“Ik begrijp dat de coronamaatregelen zeker bij de jeugd frustraties kan hebben opgeroepen en ik begrijp dat ze hun ongenoegen op een of andere manier willen uiten. Maar daarvoor geweld gebruiken, is gewoon onaanvaardbaar”, aldus de openbare aanklager. “Een politieman wordt niet betaald om slagen te incasseren. Ik stel nochtans op prijs dat de beklaagde gedeeltelijk schuld bekent en ik besef dat hij, als student die moet werken om zijn studies te betalen, het sinds het uitbreken van de pandemie zeker niet onder de markt heeft. Daarom ook vorder ik een werkstraf van 200 uren.”
Een straf waar meester Mehdi Abbes zich niet in kon vinden. De advocaat van de student stak eerst van wal met een sociologisch betoog tegen het afwenden van de schuld voor de pandemie op de individuele burgers door de overheid, die volgens hem de ware schuldige is. Maar vooral wou hij zijn cliënt niet laten opdraaien voor alles wat er die 1ste april in het Ter Kamerenbos verkeerd is gegaan. “Mijn cliënt heeft bekend dat hij projectielen naar de politie heeft gegooid. Hij heeft ook bekend dat hij zich tegen zijn aanhouding verzet heeft. Maar om 18 uur werd hij in de boeien geslagen en was hij weerloos. Dat de agenten daarna door andere aanwezigen werden geslagen en verwond, kan dus onmogelijk zijn schuld zijn. Hem kan ook onmogelijk iets worden aangewreven van wat er na zijn arrestatie is gebeurd. Ik vraag dus opschorting van de werkstraf, die de procureur gevraagd heeft.”
Uitspraak op 4 juni.