De Croo beducht voor nieuw onevenwicht

Alexander De Croo. ©  BELGA

Premier Alexander De Croo onderschrijft de noodzaak tot strategische ­autonomie voor Europa, maar waarschuwt dat die niet op maat van de grote landen mag ontwikkeld worden.

Jan-Frederik Abbeloos

‘België staat ten volle achter het project van de “strategische weerbaarheid” voor Europa. Zodat ons continent in de toekomst een kritische capaciteit zal hebben inzake energie, defensie en vitale economische sectoren.’

Bij zijn bezoek aan de Franse president Emmanuel Macron, in december vorig jaar, onderschreef premier Alexander De Croo (Open VLD) al de gedachte van strate­gische autonomie die ook de nieuwe industriële strategie van de ­Europese Commissie schraagt (DS 5 mei). België staat als kleine, open economie, internationaal geboekstaafd als promotor van handel, maar binnen de regering en de ­diplomatie is het besef gegroeid dat het bereiken van een gelijk speelveld –met vooral China – mislukt is. Meteen rijst de vraag over de globale afhankelijkheid van ­Europa voor een aantal cruciale grondstoffen of producten. De Belgische regering onderschrijft de ambitie om daarin wat meer zelfvoorzienend te zijn.

Kleintjes weggedrukt?

Maar de positie van België is dubbel. Want de filosofie van strategische autonomie dreigt in het slechtste geval neer te komen op de ontwikkeling van nationale industrieën in grote landen als Duitsland, Frankrijk en Italië – landen die niet toevallig sterker de protectionistische kaart trekken. De vrees is dat ‘de kleintjes’ op die ­manier weggedrukt worden in een nieuw geopolitiek opbod.

De Croo is beducht dat er zo nieuwe onevenwichten binnen ­Europa ontstaan, licht zijn woordvoerder, Tom Meulenbergs, toe. ‘We staan dus dicht bij landen als Nederland, Oostenrijk en Denemarken die dezelfde bezorgdheid delen.’ Al nuanceert het kabinet van De Croo de duale lezing van een clash tussen de grote en kleine landen.

De dubbele houding van België reflecteert onze reputatie van bruggenbouwer, maar weer­spiegelt ook de samenstelling van de coalitie. Aan Franstalige kant heeft vooral de PS in het verleden een meer protectionistisch geluid laten horen, recent nog rond het handelsakkoord Mercosur.

Ook binnen de industriële strategie voor Europa kan de appetijt voor directere staatssteun verschillen tussen de regeringspartners. Het debat daarover moet nog ­beginnen binnen de regering.