Direct naar artikelinhoud
Wielrennen

Met een imponerende explosie van kracht wint Mathieu van der Poel op de Strade Bianche

Mathieu van der Poel komt in Siena al juichend over de finish.Beeld ANP

Mathieu van der Poel heeft als eerste Nederlander de Italiaanse wielerkoers Strade Bianche gewonnen, de wedstrijd waarvan een derde over grindwegen leidt.

Het was op de Via Santa Caterina, de berucht steile winkelstraat in het centrum van Siena, op de plek waar grote plavuizen de ondergrond vormen, dat Mathieu van der Poel tot een krachtexplosie kwam. Daar, in de laatste meters van de Italiaanse Strade Bianche – die jaar na jaar bewijst een van de mooiste wedstrijden te zijn – degradeerde hij zijn medevluchters. Als eerste Nederlander kon hij daarna op het Piazza del Campo juichen, voor Julian Alaphilippe en Egan Bernal.

Het televisiebeeld, vanuit de helikopter gefilmd, bracht zijn versnelling zaterdag als in een film in beeld. Het witte zadel zwiepte heen en weer, de gebruinde benen ratelden rond in een razendsnel tempo. Het vooraanzicht was mogelijk nog fraaier: Van der Poel zette zoveel kracht dat zijn fiets heen en weer vloog, waardoor zijn fiets in een hoek van zeventig graden kwam te staan. Balans en kracht, samengebald in een explosie van tweehonderd meter op een stuk met een stijgingspercentage van 16 procent.

Twitter bericht wordt geladen...

Achter hem verdwenen de concurrenten uit het beeld. Eerst Egan Bernal, de Tourwinnaar van 2019, die zichzelf heruitvindt na een slepende rugblessure. Toen Julian Alaphilippe, de wereldkampioen, die juist op steile aankomsten onverslaanbaar wordt geacht. Ze waren niet sterk genoeg, en ze wisten het gelijk.

Bam, bam, bam!

Van der Poel ook, zo vertelde hij na afloop, kort nadat hij vol overgave had kunnen juichen, met een rechtervuist die drie keer de lucht in ging. ‘Bam, bam, bam!’, had hij erbij geroepen, met een uitdrukking van een verbeten volwassen man, maar met het gevoel dat hij zo blij was als een kind.

Het was het gejuich van iemand die de Strade Bianche graag wilde winnen, klonk het na afloop. De koers over de Italiaanse gravelwegen, in het karakteristieke heuvellandschap van Toscane, voldoet aan alles waar Van der Poel voor fietst. Steile heuvels, veel grint, technische passages en vooral een afvalrace. Het is een wedstrijd die gemaakt is voor een type renner als Van der Poel.

Maar vorig jaar, bij zijn debuut, legde de hitte en een te overdreven trainingsprogramma in de coronaperiode Van der Poel lam. Hij reed een verloren race, werd vijftiende op tien minuten van winnaar Wout van Aert. Maar dat was in augustus in 40 graden, het gevolg van de gewijzigde wielerkalender.

Mathieu van der Poel naast Michael Gogl op een van de onverharde wegen van de Strade Bianche.Beeld ANP

Dit jaar was het vrijwel windstil in en rond Siena, en was er geen wolk in de lucht. Ideaal voor vele mededingers. Het peloton was een kookpan, waarin naast de klassiekerspecialisten als Van der Poel, Alaphilippe en Wout van Aert ook klassementsrenners zaten: Bernal dus, maar ook Tadej Pogacar, de winnaar van de Tour in 2020. Zelden was een eendagswedstrijd zo breed bezet. Het gaf nog meer glans aan de overwinning van de Nederlands kampioen.

Niet veel te beginnen

Uiteindelijk was tegen Van der Poel niet veel te beginnen, oordeelden zowel Bernal als Alaphilippe, die op vijftien kilometer voor de finish als enigen nog bij hem konden blijven na Van der Poels eerste aanval, op de allerlaatste gravelstrook richting Le Tolfe. Toen waren Pogacar en Van Aert al geknakt. Gedrieën waren ze naar de laatste klim gereden, de via Santa Caterina. Maar Bernal voelde al dat hij de minste was, en Alaphilippe had zelfs al tegen Van der Poel gezegd dat hij zich niet helemaal fris meer voelde.

Het voorspel leidde tot een machtige uithaal van de Nederlander, halverwege die Via Santa Caterina. Tegenstand werd op meters afstand gereden. Toch had Alaphilippe geen spijt van zijn tactiek, zei hij. Maar hij zal er voortaan toch tien keer over nadenken voordat hij zich in een sprint waagt met de man die het wielrennen telkens weer naar nieuwe grenzen brengt. Zeker omdat ze elkaar waarschijnlijk het hele klassieke voorjaar nog tegenkomen, onder meer in Milaan-Sanremo, in de Ronde van Vlaanderen. Waar de Via Santa Caterina ook in voorkomt, maar dan in andere namen: de Poggio, en de Paterberg.

Chantal Van den Broek-Blaak wint bij de vrouwen

Ook bij de vrouwen was er Nederlands succes. Chantal van den Broek-Blaak won de wedstrijd over de witte gravelwegen van Toscane dankzij een sterke uitval in de laatste kilometers. Achter haar werd het ploegenspel goed gespeeld: Anna van der Breggen wist tegenstanders te neutraliseren en zelf nog derde te worden. Van den Broek-Blaak had zelf kunnen afrekenen met de Italiaanse Elisa Longo Borghini, die met de Nederlandse was meegeschoven naar de koppositie.

Voor Van den Broek-Blaak was het wederom een fraaie overwinning. Vorig jaar won ze de Ronde van Vlaanderen en ze werd ook al wereldkampioen. Maar de Strade Bianche was ‘een van haar beste koersen ooit’, zoals ze het zaterdag zelf zei. Na afloop sloeg ze haar hand voor haar mond van ongeloof, maar dat veranderde in blijdschap toen ze kon juichen met Van der Breggen, die zelf ook al met de handen in de lucht over de streep was gekomen, blij als ze was voor haar ploeggenoot.