Direct naar artikelinhoud
Nieuws

50 miljoen afgedankte apparaten per jaar: hoe verduurzamen we de ict-sector? Recycling is in ieder geval niet dé oplossing

Recycling is niet de oplossing om de almaar vervuilendere ict-sector te verduurzamen. Dat benadrukken onderzoekers van het Utrecht Sustainability Institute in een vrijdag verschenen rapport. Voor een circulaire apparatenketen moeten we gewoon zuiniger met onze computers en telefoons omgaan.

50 miljoen afgedankte apparaten per jaar: hoe verduurzamen we de ict-sector? Recycling is in ieder geval niet dé oplossing
Beeld Marcel van den Bergh

De ict-sector is hard op weg om een van de meest vervuilende sectoren van Nederland te worden. Dit jaar worden naar schatting ruim 50 miljoen apparaten afgedankt. Dat aantal dreigt alleen maar verder op te lopen: ieder jaar gooien Nederlanders 860 duizend producten méér weg. Ondertussen, schrijven de onderzoekers, groeit de berg producten die in omloop zijn toch met 5 miljoen per jaar.

Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Amsterdam Economic Board, een samenwerkingsverband tussen bedrijven en overheden dat zich inzet voor een ‘slimme, groene en gezonde toekomst’ voor de hoofdstad en omgeving.

Op dit moment is de ict-sector al verantwoordelijk voor naar schatting 3 tot 6 procent van de wereldwijde uitstoot aan broeikasgassen, evenveel als de cementindustrie en de chemische industrie samen. Als de huidige groei doorzet, is de ict-uitstoot in 2040 gestegen tot 14 procent.

‘Digiminderen’

Om deze trend te doorbreken, schetsen de onderzoekers twee denkrichtingen. Burgers, bedrijven en overheden moeten ofwel de ‘inputstroom’ inperken: de samenleving moet minder nieuwe producten en grondstoffen gebruiken. Ofwel de afvalstroom moet slimmer en beter worden benut.

Het recyclen van producten valt in die laatste categorie, maar volgens onderzoekers is dat niet de heilige graal: maatregelen in de eerste oplossingsrichting hebben namelijk meer effect. Het advies luidt om als samenleving te ‘digiminderen’. Door langer met een smartphone te doen en vaker een laptop te delen, wordt de productieketen het meest ontzien.

Sterker nog, een te eenzijdige inzet op recycling – het hergebruiken van losse grondstoffen uit afval – kan zelfs averechts werken. ‘Recycling gaat om het sluiten van kringlopen, niet om het verminderen van het volledige grondstoffengebruik’, klinkt het waarschuwend. Investeringen zijn nog te vaak gericht op het hergebruik van materialen in het product, in plaats van het product als geheel.

Circulaire ict 

Grote winst is er te behalen in het bedrijfsleven, berekenden de onderzoekers. Als alle bedrijven in Nederland de levensduur van hun hardware oprekken van drie tot vier jaar naar vijf tot zeven jaar, kan de uitstoot met 50 procent worden teruggedrongen.

‘Circulaire ict zorgt ook voor kostenreductie bij inkopende organisaties’, zegt Claire Teurlings, projectleider bij de Amsterdam Economic Board. Levensduurverlenging zou voor inkopers een besparing van zeker 20 procent opleveren op de aanschaf. ‘De keuze voor refurbished apparatuur levert inkopende organisaties in de regel 50 procent of meer kostenbesparing op, zonder in te hoeven boeten aan functionaliteit en kwaliteit’, aldus Teurlings.

Ook modulair opgebouwde hardware kan een uitkomst bieden. Zo bouwt de Rotterdamse start-up Gerrard Street, waar de Volkskrant eerder over schreef, koptelefoons waarvan ieder onderdeel los te vervangen en repareren is. Bij een kapotte kabel of oorkussen gaat niet het hele product in de afvalbak, maar krijgt de eigenaar simpelweg gratis een nieuw onderdeel opgestuurd.

Je  laatste koptelefoon

Daarmee voldoet Gerrard Street aan nog een aanbeveling uit het vrijdag verschenen rapport: het verkoopt de koptelefoons niet, maar verhuurt ze. Het bedrijf houdt als eigenaar de controle over het vervangen van onderdelen. ‘We gooien niets weg’, aldus mede-oprichter Tom Leenders. ‘We zeggen: dit is de laatste koptelefoon die je koopt. Hij is oneindig repareerbaar.’

Dit soort constructies – het rapport noemt ook leasemodellen, IT as a Service en pay per seat – garandeert dat een circulair ontworpen product ook circulair wordt gebruikt. De klant betaalt niet voor het bezit, maar voor het gebruik. En dat, concluderen de onderzoekers, geeft ‘producenten meer grip op de levenscyclus van de apparatuur die ze zelf op de markt hebben gebracht’.