Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Hordenloopster Nadine Visser verdedigt titel: ‘Fijn dat ik nog steeds vooruitga’

Nadine Visser op de 100 meter tijdens de EK van augustus.Beeld Hollandse Hoogte / ANP

Hordenloopster Nadine Visser verdedigt op de EK indoor atletiek haar titel. Alles komt aan op perfectie, voor compenseren is geen tijd. ‘Je moet er staan in één race: dat past wel bij me.’

Nadine Visser is een van de weinige topsporters die het publiek niet mist bij haar wedstrijden. Haar races over 60 meter horden gaan zo snel dat ze het verschil tussen een volle of lege tribune eigenlijk niet merkt. “Atleten op de langere afstanden of technische nummers hebben meer aan toeschouwers. Voor mij is de race vaak perfect als ik na afloop niet meer precies weet hoe het is gegaan.”

Hoe beter in vorm, hoe meer er vanzelf gaat. Noem het een roes. Tijdens de eerste races van het seizoen moet Visser traditiegetrouw nog aan veel dingen denken. Gaandeweg wordt dat minder en op haar beste momenten voelt ze hooguit nog dat ze ‘lekker weg is’. “Verder loop ik gewoon.”

Die sensatie ervaarde ze vorige week, toen ze in Madrid haar eigen Nederlandse record aanscherpte naar 7,81. Daarmee is Visser samen met de Amerikaanse Christina Clemons de snelste hordenloopster van dit jaar. Op de Europese indoorkampioenschappen in het Poolse Torun is ze dit weekend niet alleen favoriet, maar ook titelverdedigster. Twee jaar geleden was zij de enige Nederlander die goud won.

“Ik ben nu duidelijk de favoriet door de tijden die ik heb gelopen. De vorige keer was ik een van de kanshebbers, dat is anders. Voor de druk maakt het niet zoveel uit. Die druk voel ik sowieso, die leg ik mezelf op. De zenuwen die ik ervan krijg, vind ik niet prettig, maar meestal loop ik er wel goed door.”

De perfecte race. Daar is het streven naar. In Madrid voelde het bijna perfect, maar Visser hoopt dat het zondag in de finale nog sneller gaat. “Ik voelde me in Spanje niet uitgerust, niet in topvorm. Daar moet het verschil in zitten. Dan zou ik misschien met dezelfde race iets harder kunnen lopen.”

Grotere passen

Visser begon haar sportcarrière als meerkampster. In 2017 deed ze de zevenkamp voor het laatst, op de WK. Daarna is ze zich gaan specialiseren. Plezier was bij die keuze de belangrijkste drijfveer. “Ik vind horden het leukste. Je moet er staan in één race: dat past wel bij me.”

Alles komt aan op een handvol seconden. Daarin moet het gebeuren, daarin moet alles samenvallen. Een foutje is op haar afstand niet meer te compenseren. Visser (26) is naar eigen zeggen het afgelopen jaar in alles beter geworden: ze is sneller, sterker en technisch bekwamer. “Het is fijn dat ik nog steeds vooruitga.”

In Madrid was Visser vorige week de snelste op de 60 meter.Beeld EPA

Met haar coach Bart Bennema heeft ze de voorbije indoorweken vooral gewerkt aan een betere start. De eerste passen moesten groter, zodat de laatste stappen voor de eerste horde kleiner kunnen en meer onder haar lichaam, waardoor ze met meer snelheid over de hindernis kan. Tijdens het outdoorseizoen in de zomer – met de langere 100 meter horden op het programma – lag het accent juist op het slot van de race, waarin ze soms te dicht op de horden uitkwam. “Als je moe wordt, ga je trager bewegen, waardoor je passen groter worden. Daardoor kwam ik niet altijd goed uit. En als je minder ruimte hebt, dan raak je de horde sneller.”

Details regeren

In het samenspel tussen opzwaai- en bijzetbeen zijn het de details die regeren – en die keihard kunnen straffen. Wie de horde raakt, levert onherroepelijk tijd in. Wat dat betreft excelleert Visser op een onbegrepen onderdeel. “Mensen noemen het vaak springen. Dat is het eigenlijk niet. Het is echt hordenlópen: je wilt zo laag mogelijk over de horden heen.”

Visser hoopt het verbeterde begin en eind nu samen te voegen. Het zou een mooi moment zijn om te pieken. Natuurlijk staat 2021 in het teken van de Olympische Spelen. “Maar,” zegt ze, “ik vind elke titel die ik kan grijpen belangrijk.”