Direct naar artikelinhoud
Interview

Wopke Hoekstra: ‘Ik snap dat bij Rutte de vermoeidheid toeslaat’

Rechts van hem staat een ‘ongeloofwaardige’ VVD, links van zijn CDA wordt met belastinggeld gesmeten. Daarom wil Wopke Hoekstra zelf premier worden. ‘Nu is in Den Haag veel te vaak de vraag: hoe overleef ik deze dag?’

Wopke Hoekstra is een Nederlands politicus voor het CDA en is minister van Financiën. Eerder was hij lid van de Eerste Kamer en vicevoorzitter van de CDA-fractie.Beeld Jiri Buller/Lumen

Minder dan een jaar geleden was hij naar eigen zeggen nog ‘meer bestuurder dan politicus’ en liet hij de leiderschapsstrijd bij het CDA links liggen. Maar de wereld veranderde, de coronacrisis zette alles op zijn kop en lijsttrekker Hugo de Jonge deed een stap terug. Dus nam Wopke Hoekstra (1975) in december het stokje over. De minister van Financiën zet alles op alles om in een direct duel met de VVD te strijden om de verkiezingswinst.

Met nog tien dagen tot de verkiezingen maakt het CDA zich breed met een simpele formule: op links wordt belastinggeld verkwanseld, op rechts – bij de VVD – worden ‘gouden bergen’ beloofd, dus de kiezer moet bij ons zijn.

Waarom moet u premier worden, en niet Rutte nog een keer?

“Ik denk dat het tijd is voor verversing. Bij deze nieuwe fase hoort de vraag: in hoeverre ben je nog de oplossing voor de problemen die komen? Het is niet voor niks dat veel mensen in dit type bestuurlijke banen na een jaar of acht, negen zichzelf ook realiseren: misschien is het tijd voor vers bloed. Dan vraag je jezelf: zijn de goede ideeën eigenlijk niet op? Draaien we niet een beetje op de automatische piloot? Ik snap ook dat na zoveel jaar de vermoeidheid toeslaat. Bij ander leiderschap horen ook andere personen. En die problemen van een eerlijke en sterke economie, een veilige samenleving, een betrouwbare overheid zijn vooral erger in plaats van minder geworden de afgelopen tien jaar. Wat is dan het meest geloofwaardig tegenover de kiezer? Dat is niet dat je er nog eens vier jaar aan vastknoopt.”

Toen u voor het eerst uithaalde naar de VVD kregen wij brieven binnen met de boodschap dat u een partner in crisistijd niet zo moet aanvallen.

“Ik snap dat. Mensen willen een stabiel landsbestuur, zeker in een crisis. Maar het is nu ook verkiezingstijd, en dan is het wel de tijd om te schetsen wat je wilt en waarin je verschilt. Ik heb waardering voor Ruttes crisismanagement. Maar als de coronacrisis straks voorbij is, zitten we wel met fundamentele problemen die we niet gaan oplossen met richtingloos liberalisme. De coronacrisis toont aan wat er misging de afgelopen jaren. De mensen met goedkope zzp-contracten lagen er als eersten uit. Wij hebben altijd gezegd: die flexibele banen gaan te ver. De VVD niet. Dat leenstelsel is een slecht, modieus idee, de VVD houdt er nog altijd aan vast. De VVD ging altijd voor lastenverlichting voor grote bedrijven. En nu wordt door Rutte ook gezegd: bezuinigen is niet nodig. Dat kun je niet zeggen. Dat is een vorm van gouden bergen beloven die mij niet aanstaat.”

Maar u was overal bij de afgelopen jaren.

“Ja, ik zeg ook niet dat het allemaal kommer en kwel was. Maar dit is wel de tijd om eerlijk te zijn: het CDA biedt een geloofwaardig antwoord, de VVD niet.”

Een eventuele samenwerking met de VVD in een nieuwe coalitie sluit Hoekstra echter niet uit – ‘iedereen weet dat we een coalitieland zijn’ zegt de minister van Financiën (sinds 2017). Daarvoor werkte hij voor Shell in Berlijn en Rotterdam, ook was hij partner bij consultancykantoor McKinsey. Binnen de partij geldt hij al jaren als potentiële premierskandidaat, maar in de peilingen cirkelt de partij tussen de 17 en 19 zetels, fors minder dan de VVD en ongeveer evenveel als nu in de Tweede Kamer.

Toch gelooft Hoekstra dat een eindsprint erin zit. “Zeventig procent van de kiezers weet nog niet wat ze gaan stemmen, we gaan echt een heel mooie uitslag neerzetten.” Als het CDA groot wordt, wil Hoekstra vooral minder crisismanagement: “Je moet veel meer oog hebben voor de lange termijn. Nu is in Den Haag veel te vaak de vraag: hoe overleef ik deze dag? Er gaat veel te veel tijd verloren met overleg, alles is dichtgetimmerd. Dat moet anders: de overlegcultuur moet minder. Dat kan ook. Deze coronacrisis toont aan dat je snel ingrijpende dingen kunt doen als het moet. Ik weet nog dat collega Eric Wiebes en ik voor corona al zeiden: onderwijs moet virtueel kunnen. Dan kreeg je vanuit het ministerie van Onderwijs te horen dat het zeker tien jaar zou kosten. Het kon in een paar weken.”

Een ander inzicht door corona is dat mens en dier te dicht en massaal op elkaar leven. Waarom trekt het CDA die les niet en laat ze de volledige veestapel overeind?

“Die les moeten we zeker trekken, maar sommige partijen beginnen aan de andere kant en zeggen dat die veestapel dan maar met de helft minder moet. Die sector heeft zo’n toegevoegde waarde voor ons land. Als je bedrijven laat innoveren, kom je ook een eind. Maar je moet hun wel de zekerheid geven voor de lange termijn, een betrouwbare overheid zijn. Er zijn door het kabinet regelingen gemaakt die vrijwillig stoppen mogelijk maken. Je moet het samen met de sector doen.”

Is het kabinet niet te laat begonnen met het precisiewerk rond lockdownmaatregelen, zoals nu in het onderwijs en de detailhandel?

“Het is geen geheim dat ik hartgrondig voorstander was van meer ruimte voor de scholen, en ook bij winkeliers en horecaondernemers moeten we steeds kijken: wat kan wel? Dat vind ik echt. Ik was bij de kapper vanochtend. Als je ziet hoe die het aanpakken, dan weet je: veel kan wel. Die discussie moet je steeds voeren.”

Even over de kleine lettertjes uit uw programma: die hebben soms grote gevolgen. Het CDA schroeft de WW terug naar één jaar. Waarom?

“We moeten ook mensen van hogere leeftijd meer laten werken, dat is een goed idee waar na corona de tijd voor gekomen is, waar we te weinig werk van hebben gemaakt. Mensen willen soms ook na de pensioenleeftijd nog een dag werken, dat moet kunnen.”

Wie ongewild werkloos raakt, zal het anders zien.

“De kunst is iedereen te laten meedoen. Er is een enorm potentieel, dat moeten we benutten. Jullie richten je nu alleen op die WW, dat mag, maar uiteindelijk is de grotere vraag: hoe krijg je zo veel mogelijk mensen die dat kunnen aan een fatsoenlijke baan, met een vast contract, waar ze een goede boterham aan kunnen verdienen. Dit is onderdeel van dat hele pakket van het hervormen van de arbeidsmarkt, zoals de commissie-Borstlap ook adviseerde. Dat willen we overnemen.”

Wat is uw electorale ondergrens? Wanneer zegt u: dit is te veel verlies, ik vertrek? Rutte zei: ik ga het onderwijs in als de politiek stopt.

“Ondergrens? Ik kijk omhoog. Dat bij Rutte na zoveel jaar de vermoeidheid toeslaat, snap ik wel. Maar ik ben nu twee maanden partijleider, ik ga er met veel enthousiasme tegenaan. En ik reken erop dat het goed komt. En als we niet meedoen in het kabinet, om welke reden dan ook, dan ga ik de Tweede Kamer in. Absoluut.”

Even nog: waarom horen we de laatste week zo weinig over Liselot? Eerder kwam ze elk interview of debat voorbij.

“Ha, ja! Daar werd dan ook weer een grote strategie achter vermoed… Maar ik waardeer het enorm als andere lijsttrekkers af en toe aandacht besteden aan mijn vrouw, ik snap ook wel dat ze stinkend jaloers zijn.”