Terug naar de krant

Onbetrouwbare herinneringen

Leeslijst column Marjoleine de Vos
Leeslijst

Het was de verjaardag, of moet je zeggen zou de verjaardag geweest zijn, maar zo’n datum blijft toch iemands verjaardag, hoe ook ontledigd – zo’n dag dus. 21 februari. Een zeer goede vriend zowel van mij als van de nooit-meer vierende, schreef een briefje over hoe herinneringen verbleken als je er niets aan doet, hij had het over „actief beheer van de herinneringen”.

Sommige herinneringen, of de herinneringen aan sommige personen, hoef je niet zo erg actief te beheren, die komen gewoon op allerlei momenten binnenstormen. Dat is het geval bij deze niet-jarige. Vooralsnog. Maar na verloop van tijd zullen ze wel minder frequent worden, of zich in vervaagde vorm aandienen. Of ze veranderen in kant-en-klare verhaaltjes, onwrikbaar in hun bewoordingen geschoten.

De werkelijkheid ziet altijd volop kans om zich te verstoppen in, of terug te trekken uit, herinneringen. Die laten zich sowieso niet erg goed in taal vangen. Je zegt wel: „hij wilde zijn boeken netjes houden, hij had vaak een leesexemplaar en een kastexemplaar van boeken waar hij van hield”, maar na een poosje is dat alleen een mededeling geworden. Een herinnering heeft vooral sfeer, lichtval, vage geluiden. Iemand pakt een boek uit de kast, hij is op sokken, het geroutineerd zorgvuldige van de beweging van zijn hand, hij zegt iets, je hoort de klank van zijn stem maar wat hij zegt?

Actief beheren van herinneringen is denk ik het je te binnen brengen van zulke momenten. De onbeduidende, de onuitsprekelijke die, dankzij het feit dat er geen taal bij hoort, fris blijven. Maar ze ontsnappen je ook, als droombeelden, ze verbleken als de titels op de ruggen van de boeken van Athenaeum, Polak & Van Gennep – alle rode letters weg. Ook in die zo zorgvuldig beheerde bibliotheek, waarin ze zelfs ter bescherming in vetvrij papier waren gekaft. „Ik ga nog even vetvrijen.”

Schrijvers die een zogenaamd autobiografische roman schrijven waarin zulke flarden afgeronde verhalen zijn geworden, benadrukken terecht dat we met fictie te maken hebben. De auteurs of de lezers die dat ontkennen, overschatten schromelijk wat verwoording doet met wat er binnenin opgeslagen ligt – en dan praten we nog niet eens over de staat of de juistheid van het opgeslagene in die beroemde „weidse gebouwen van het geheugen, waar zich de schatkamers bevinden met de talloze beelden die daar van alle soorten waargenomen dingen binnen zijn gebracht”, zoals Augustinus schreef. Het zijn schatkamers, zoveel is zeker, maar een betrouwbare inventarislijst valt er niet te maken.

Je vraagt je weleens af hoe letterlijk mensen die opslag-vergelijking nemen als je ze hoort zeggen dat ze iets gaan ondernemen – schaatsen, op reis – en ze daar in één adem achteraan zeggen: „herinneringen maken”. Het klinkt alsof je al doende al bezig zou zijn je leven in een verhaal te veranderen, waarschijnlijk een beeldverhaal met foto’s en filmpjes, voor later. Alsof ze niet zozeer leven als wel iets maken wat in een doosje kan en op de plank gezet in de voorraadkast, voor als ze zin krijgen in een herinnering.

Dan zullen we toch ook meteen de denkbeeldige muizen in die denkbeeldige voorraadkast moeten introduceren. De diefstallen. Het alles verblekende zonlicht.

Soms lijkt het ook wel of mensen denken dat deze tijd ze herinneringsloos zal achterlaten. Een leeg jaar. Maar wie weet, op een dag zie je weer voor je hoe genoeglijk je op een zaterdag in de huiskamer zat, kaarsen aan, de blauwige, besneeuwde middag buiten, iemand pakt een boek uit de kast – er valt niets over te vertellen maar je weet het weer precies. Zó was het.

Marjoleine de Vos is redacteur van NRC.
Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 1 maart 2021.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in