Direct naar artikelinhoud
ReportageFranse jagers

In Frankrijk, het jachtland van Europa, belanden jagers toch in het verdomhoekje

Nergens in Europa zijn zoveel officieel geregistreerde jagers als in Frankrijk: 1,1 miljoen. Maar niet alleen stokt de aanwas van jonge jagers, ook de steun voor de jacht brokkelt langzaam af. En niet alleen onder ‘Parijse yuppen’.

De jachtvrienden Francis Lepicard (69) en Daniel Vestu (65) trekken door het Normandische platteland. Volgens het duo wordt er een ‘haatcampagne’ tegen de jacht gevoerd, vooral door politici van de groene partij.Beeld Rebecca Fertinel

‘Kijk Francis, daar zit wat! Bij die dode boom.’ Terwijl hij zijn geweer van zijn schouder pakt, gebaart Daniel Vestu (65) dat zijn jachtvriend Francis Lepicard (69) halt moet houden. In opperste concentratie turen de twee mannen naar een drassig stukje grasland aan de rand van een meertje.

‘Een rat!’, roept Vestu als hij iets kleins en bruins het water in ziet springen. Hij richt en haalt de trekker over. Een harde knal schalt over het glooiende Normandische platteland. ‘Mis. Hij dook net op tijd onder.’

Vestu is een jager van het niet bijster kieskeurige type. Aanvankelijk was hij van plan vandaag duiven te gaan schieten, maar als blijkt dat er op twee hoog overvliegende exemplaren na geen duif te bekennen is, is hij niet te beroerd zijn focus te verleggen. Naast de rat mikt hij vanmiddag, eveneens tevergeefs, op een watersnip en een lijster. Uit de leren handtas die hij over zijn schouder draagt, klinkt het geluid van de krassende nagels van een fret, die zo nodig kan worden ingezet om konijnen uit hun holen te jagen.

Maar pas op, hij is een echte dierenvriend, vertelt Vestu, terwijl zijn labrador en zijn Engelse setter in het struikgewas ravotten. ‘De lol zit hem niet in beesten doden. Het gaat erom dat je opgaat in de natuur. We leven op het ritme van de seizoenen, we lezen de wind. Het is een manier van leven. En die dreigt verloren te gaan.’

‘Derde nationale sport’

Frankrijk is hét jachtland van Europa. 1,1 miljoen Fransen hebben een geldig jachtbewijs. In niet een ander Europees land zijn zoveel officieel geregistreerde jagers. De jacht wordt wel ‘de derde nationale sport’ genoemd: afgaand op het aantal leden moet jagen alleen voetbal en sportvissen voor zich laten. Er zijn meer Fransen lid van een jagersvereniging dan van een tennisclub.

Die populariteit vindt haar oorsprong in de Franse revolutie, toen de jacht een van de eerste privileges was die overging van de adel naar de burgerij. Maar die populariteit is tanende. De aanwas van jonge jagers stokt. Ondanks verwoede pogingen van de landelijke jagersbond Fédération Nationale des Chasseurs (FNC) om meer jongeren en vrouwen warm te krijgen voor de jacht – onder meer met een blonde influenceuse die onder het pseudoniem Johanna Clermont op Instagram toont hoe ze fazanten neerschiet en konijnen vilt – blijft het een ouderemannenbolwerk. 98 procent van de jagers is man, met een gemiddelde leeftijd van 55.

Franse jagers mogen alleen al op 64 vogelsoorten schieten. Ter vergelijking: het gemiddelde aantal bejaagbare vogels in EU-landen is 24.Beeld Rebecca Fertinel

Loopgravenoorlog

Vestu en Lepicard zien met lede ogen aan hoe hun geliefde tijdverdrijf steeds meer in het verdomhoekje belandt. Wie daarvoor verantwoordelijk is, lijdt wat de twee jagersvrienden betreft geen twijfel: er wordt ‘een haatcampagne’ tegen de jacht gevoerd, door ‘de mensen uit de stad’ maar bovenal door ‘les écolos’, politici van de groene partij. ‘Die mensen zijn compleet déconnectés’, zegt Vestu. ‘Ze hebben geen enkele binding met de natuur en ze hebben maar één lied op hun repertoire: alles verbieden.’

De jacht is in Frankrijk een gevoelig onderwerp. Er woedt een loopgravenoorlog tussen twee kampen die in compleet tegengestelde bewoordingen over dezelfde materie spreken. Natuurbeschermers wijzen erop dat er geen land in Europa is waar op zoveel diersoorten mag worden gejaagd als Frankrijk. Van de 91 ‘bejaagbare’ diersoorten staat ongeveer eenderde op Europese rode lijsten, omdat ze worden bedreigd of hun populatie rap achteruitgaat. Franse jagers mogen alleen al op 64 vogelsoorten schieten. Ter vergelijking: het gemiddelde aantal bejaagbare vogels in EU-landen is 24.

Jachtmethoden die elders in Europa worden gezien als barbaars anachronisme, zoals de drijfjacht op groot wild, worden in Frankrijk nog volop beoefend. ‘Frankrijk is de Europese rodelantaarndrager op het gebied van de dierenrechten’, zegt Christophe Marie, directeur van de Fondation Brigitte Bardot, de door de naamgeefster opgerichte dierenwelzijnsorganisatie.

Natuurbeheer

Volgens de FNC zijn jagers juist essentieel voor het natuurbeheer. ‘Chasseurs, premiers écologistes de France’, luidde de slogan van een marketingcampagne die tot in Parijse metrostations was te zien. ‘Jagers, de eerste natuurbeschermers van Frankrijk.’ In de visie van FNC-voorzitter Willy Schraen zijn de jagers de echte natuurliefhebbers, die worden gedwarsboomd door de ‘ayatollahs van de ecologie’: stadse, progressieve politici die hun rechten willen inperken.

Als Florian Bouteiller (28) aan generatiegenoten uitlegt dat hij iedere week een nacht doorhaalt om op eenden en andere watervogels te jagen, komt dat hem doorgaans op verbaasde blikken te staan. ‘De meeste mensen zijn het niet meer gewend om een dier te zien sterven’, zegt de jonge jager, die in het dagelijks leven dierenverzorger is in het vogelpark van zijn ouders. ‘Mijn vriendinnetje weigert beesten te eten die ik heb geschoten. Maar een kipfilet uit de supermarkt vindt ze geen enkel probleem.’

Met een netwerk van 80 duizend lokale jachtverenigingen is de FNC een invloedrijke factor op het Franse platteland. Er mogen 1,1 miljoen jagers zijn, tel hun gezinsleden daarbij op en je komt tot een achterban van 3- tot 6 miljoen Fransen. In hun ogen is de jager de laatste verdediger van het oude plattelandsleven. Voor politici staat het inperken van de jacht vaak gelijk aan politieke zelfmoord.

Dat weet ook president Emmanuel Macron, die in 2018 de prijs van een jachtakte halveerde en de periode waarin ganzen mogen worden bejaagd verlengde. Voor de ‘président des villes’ die weinig zichtbare affiniteit met het landleven heeft, is het te vriend houden van de jagers een manier om zijn populariteit in landelijk Frankrijk te vergroten.

Kentering

Toch is er langzaam maar zeker een kentering gaande. Het maatschappelijk draagvlak voor de jacht neemt af. Meer dan 80 procent van de Fransen wil dat er tijdens het jachtseizoen op zondagen een jachtverbod gaat gelden. En dat zijn lang niet allemaal mensen uit de steden. Juist niet, zegt Christophe Marie. ‘De jagersbond moet eens stoppen met het verhaal dat het Parijse yuppen zouden zijn die het op hen hebben gemunt. Uit cijfers blijkt dat het meeste verzet tegen de jacht uit landelijke gebieden komt, waar de mensen gevaar lopen als ze een stukje gaan wandelen.’

De schietgrage jager die, al dan niet in kennelijke toestand, mikt op alles wat beweegt, is een geliefd onderwerp van Franse moppen. Het is een komische uitvergroting van een wrange werkelijkheid: gemiddeld vinden elk jaar 140 jachtongelukken plaats. Hoewel het aantal fatale ongelukken sinds de jaren negentig flink is gedaald, vallen er nog elk jaar doden. Het voorgaande jachtseizoen kwamen elf mensen om het leven. 71 procent van de Fransen voelt zich tijdens het jachtseizoen onveilig in de natuur – in 2009 was dat nog 54 procent.

Daniel Vestu heeft een fret mee, die kan worden ingezet om konijnen uit hun holen te verjagen.Beeld Rebecca Fertinel

Eind augustus werd bekend dat de lijmjacht tot nader order wordt verboden. Die traditionele jachtmethode, waarbij merels en lijsters levend worden gevangen met behulp van met lijm ingesmeerde takken, is per definitie ‘niet-selectief’: ook zeldzame vogelsoorten blijven aan de takken plakken. In afwachting van een uitspraak van het Europese Hof van Justitie besloot president Macron tot een tijdelijk verbod op de jachttechniek, die in het zuidoosten van Frankrijk nog was toegestaan. In alle andere EU-landen was de lijmjacht al afgeschaft.

Wulp en zomertortel

Goed nieuws was er ook voor de wulp en de zomertortel. De Franse Raad van State achtte een quotum, waartoe de Franse regering had besloten, niet afdoende om de neergang van die soorten te stuiten. Beide vogels mogen dit jachtseizoen niet worden bejaagd. Dat gold, mede dankzij druk vanuit Nederland, al langer voor de grutto, onze nationale vogel.

‘Die rechters hebben nog nooit een vogel van dichtbij gezien’, zegt Vestu droogjes. Bouteiller verbaast zich over het feit dat er wel om de zoveel tijd een soort van de jachtlijst wordt afgehaald, terwijl er nooit eens een nieuwe bejaagbare vogel bij komt. ‘Aalscholvers bijvoorbeeld, die zijn met veel te veel en geven enorm veel overlast. Waarom laten ze ons daar niet op schieten?’ 

In Nederland moeten ze al helemaal niet zo hypocriet doen, vinden de heren eensgezind: ‘Bij jullie worden aan de lopende band ganzen vergast!’

Voor de houtsnip, een van Lepicards lievelingssoorten, moeten jagers sinds een aantal jaar in een schriftje of via een app bijhouden hoeveel exemplaren ze hebben geschoten. ‘Als je het niet opschrijft, en je komt een controleur tegen terwijl je met twee houtsnippen in je binnenzak loopt, ben je de sigaar’, vertelt Vestu. ‘Je hebt tegenwoordig haast een aktetas nodig, zoveel documenten moet je invullen. We zouden eigenlijk per twee of drie jagers een secretaresse moeten hebben.’