Direct naar artikelinhoud
UitkijkpostJoël De Ceulaer

Beste Frank Vandenbroucke, weet u wat ik denk? Dat het virus een beetje bang is van u

Beste Frank Vandenbroucke, weet u wat ik denk? Dat het virus een beetje bang is van u
Beeld Studio Caro

Elk weekend schrijft Joël De Ceulaer een licht satirisch getinte brief aan de (m/v/x) van de week. Hier kunt u die brief lezen of beluisteren.

Video wordt geladen...

Beste Frank Vandenbroucke

Als uw imago een enigszins correcte weerspiegeling van uw levenswandel vormt, ga ik ervan uit dat het maar zelden gebeurt dat u een onbekende binnendraait op een festival of ander massa-evenement. Zulks in schril contrast met uw partijvoorzitter, die maandag in Terzake liet blijken dat hij zit te popelen om opnieuw vollen bak aan het binnendraaien te slaan, zodra een ministerieel besluit officieel groen licht geeft voor de uitwisseling van speeksel – en het delen van sanitaire voorzieningen – met andere medemensen dan onze partner en eventueel knuffelcontact. Hij is er stellig van overtuigd dat alleen uw strenge coronabeleid zulke alledaagse vormen van nabijheid opnieuw mogelijk kan maken.

En hij heeft gelijk. Ofschoon ik zelf allang blij zal zijn als ik weer eens een biefstukje kan gaan prikken dat ik niet zelf heb moeten bakken, wens ik de heer Rousseau zijn jeugdige pleziertjes oprecht en van harte toe. Mijn beeld van de man is sterk veranderd. Dacht ik eerst nog dat hij uw partij zou doen exploderen in een orgie van totale nietszeggendheid – waarna er van sp.a alleen nog een account op Instagram en attractie op Plopsaland zou overblijven – dan doe ik nu mijn hoed af telkens als ik hem zie of aan hem denk. Conner Rousseau heeft op zijn 28ste al meer gepresteerd dan de meeste Vlaamse politici tijdens hun hele carrière. Hij heeft mee een regering gevormd die niemand nog voor mogelijk hield, en hij heeft ú teruggehaald. Daarvoor zijn we hem dank verschuldigd.

Regenjas

Jawel, mijnheer Vandenbroucke, laat deze brief een uitzondering op de regel zijn. Heden leest u hier geen spot, maar slechts eerbied en respect. Niet dat ik u ervan verdenk altijd het juiste beleid te hebben gevoerd – u behoorde tot de paars-groene club die begin deze eeuw al ons geld heeft opgedaan – maar dat u zeer geschikt bent voor deze coronaklus, wist ik direct toen ik de foto zag waarmee Rousseau uw terugkeer aankondigde. Het was alsof de intensivist was aangekomen in het ziekenhuis, zo iemand die terstond rust en helderheid kan verschaffen.

Het was even wennen, dat wel. U kwam linea recta uit de teletijdmachine gestapt – een politicus zonder sneakers, tatoeages, gekke hond of rare ruitjespakken: dat we dat nog mochten meemaken. Akkoord, die onafscheidelijke regenjas, die volgens experts dateert uit de vroege jaren zeventig, doet mij een beetje denken aan Inspector Clouseau. Ik hoor daar dan, ter opvrolijking van alle interviews met u, het accent van Peter Sellers bij.

Verder valt er niet met u te gekscheren. Dat was meteen duidelijk. Unisono met premier Alexander De Croo luidde het: “Gedaan met het geknoei, bitches! Den blok erop!” Dat die aanpak tot protest zou leiden, was te verwachten. Zowel oppositiepartij N-VA als uw coalitiegenoten MR en PS – bien étonnés, zeg! – vormen een nieuwe versoepelbrigade. Zij dwalen op hallucinante wijze. Zo was de sluiting van niet-essentiële winkels wel degelijk nodig om grote trafiek en bijbehorende menigtes te beperken – men kan zich afvragen of ze niet te snel weer zijn opengegaan. En dat N-VA zelfs geen sluiting van de horeca wilde, zal hen achtervolgen tot De Wever voorzitter af is – een periode zonder perspectief.

Regenpijp

Maar MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez spant de kroon qua coronanegationisme: op Twitter beweerde hij deze week dat de tweede golf niets te maken heeft met het lompe, luie, lakse, lethargische beleid van de vorige regering. Bouchez wil ook een lossere kerst – mij zou het niet verbazen mocht hij op donderdagavond 24 december betrapt worden terwijl hij ergens in zwembroek langs de regenpijp naar beneden glijdt, om na de inval van de politie nog snel een illegaal binnendraaifeestje te ontvluchten.

Zelf zit u op kerstavond, om u wat te ontspannen, allicht het oeuvre van John Rawls nog eens binnen te draaien. Of een rapport van de Nationale Bank. Zo wil het in ieder geval ook dat imago van u: u zou buitengewoon intelligent zijn, de slimste jongen van de klas, en met geen koevoet van uw stuk te brengen als u ergens van overtuigd bent. Sommige commentatoren vinden dat een nadeel, mij lijkt het een pluspunt. Zeker in Vlaanderen, waar men al ministeriabel is als men een debatfiche met zes steekwoorden van buiten kan leren. Ook die haast evangelische ascese siert u. Vincent Van Quickenborne wil een topkok, u bent tevreden met een boterham en een halve dinosauruskoek.

Pantser

Van mijnentwege, kortom, niets dan lof. En ik ben ook wel jaloers op uw pantser. U hebt tot twee keer toe een ministerschap moeten inruilen voor de academische wereld – en dat heeft u gehard. Sommige politici hebben een dik vel, anderen zijn ganzen waar alles van afglijdt, nog anderen zijn vervaardigd uit teflon en beton. U bent zó ondoordringbaar dat uw vel volgens mij – weliswaar na uw dood – geschikt is om kernafval in op te slaan.

Weet u wat ik denk? Dat het virus een beetje bang is van u.

Blijf streng en koppig!

Joël De Ceulaer, senior writer