Direct naar artikelinhoud
Woningmarkt

Ook al is hun huis te groot en hebben ze geld genoeg, ouderen willen niet verhuizen

Ook al is hun huis te groot en hebben ze geld genoeg, ouderen willen niet verhuizen
Beeld ANP

Geld hebben ze wel. Maar verhuizen naar een woning die geschikt is voor de oude dag willen veel 55-plussers niet.

Ongeveer de helft van de 55-plussers onder de huizenbezitters denkt dat hun woning niet geschikt is om er ouder te worden. Toch denken de meesten voorlopig niet aan verhuizen, vooral omdat ze de huizenprijzen te gortig vinden.

Deze gegevens uit een enquête van leningverstrekker De Hypotheker onder zo’n tweeduizend klanten brengen een knelpunt in beeld op de woningmarkt: ouderen blijven vaak wonen in het huis waarin ze hun kinderen hebben zien opgroeien, ook als die allang de deur uit zijn en het huis inmiddels veel groter is dan nodig. Mede daardoor is het huizenaanbod voor jonge gezinnen heel krap.

Geld is het probleem niet voor veel 55-plussers. Volgens de enquête denkt bijna een kwart een overwaarde op hun huis te hebben van tussen de 50.000 en 100.000 euro en 45 procent denkt zelfs boven de ton uit te komen. Maar dat geld zetten ze dus niet in om een nieuw, geschikter huis te kopen. Liever houden ze het achter de hand als extra pensioen of later als erfenis voor hun kinderen.

Volgens De Hypotheker weten veel 55-plussers niet dat zij die overwaarde vaak ook in geld kunnen omzetten met een extra hypotheek op hun huis, een ‘verzilver-’ of ‘opeethypotheek’. Maatwerk en betere informatie over wat ze kunnen met hun overwaarde, kan volgens Hypotheker-directeur Menno Luiten de doorstroming op de woningmarkt stimuleren.

Ouderen zijn honkvast

Maar de doorstroming op de woningmarkt – ouderen die kleiner gaan wonen en plaats maken voor jongere huishoudens - komt pas echt op gang als er genoeg geschikte ouderenwoningen zijn. Daar is nu nog een groot tekort aan, bleek eerder dit jaar toen de Rabobank alle beschikbare gegevens op een rijtje zette: er is een potentiële vraag naar een kwart miljoen ouderenwoningen.

Die behoefte aan geschikte woningen groeit, signaleert de Rabobank. Van de 75-plussers woont 92 procent nog zelfstandig, veel meer dan vroeger, en het aantal huishoudens met ouderen zal de komende twintig jaar nog met één miljoen toenemen. En nu al wonen zo’n 820.000 ‘ouderenhuishoudens’ in een woning die niet geschikt is, bijvoorbeeld vanwege trappen of omdat de bewoners er niet uit de voeten kunnen met een rollator.

Maar ouderen zijn honkvast, stelt de Rabobank, net als De Hypotheker. Zelfs in een huis dat niet erg geschikt is voor hen, wil driekwart van de 65-plussers toch graag blijven wonen. En áls ze willen verhuizen, dan graag niet te ver weg, liefst zelfs binnen hun eigen buurt. Lukt dat niet, dan blijven ze liever waar ze zijn.

Kleine appartementjes

“Veel empty nesters kijken wel om zich heen als hun kinderen net de deur uit zijn”, zegt ook hoogleraar woningmarkt Peter Boelhouwer. “Maar lukt het niet snel om iets te vinden, dan daalt hun verhuisbereidheid. Die komt pas terug als ze 80-plusser zijn en problemen met hun gezondheid krijgen. En dan is het te laat.”

Gewoon maar meer ouderenwoningen bouwen? Dat lijkt eenvoudiger dan het is, ziet Boelhouwer. “Er is echt maatwerk nodig, en dat komt nog niet op gang”, zegt hij. “Die kleine appartementjes die je vaak ziet, daar willen veel ouderen niet naartoe - en waarom zouden ze ook?”

Lees ook:

Ouderen vragen massaal hypotheken aan

Senioren doen steeds meer hypotheekaanvragen. Zij willen profiteren van lagere rentes, of verbouwen de boel als verhuizing niet lukt.