Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Vanaf volgend jaar is God weer een Hij in herziene Bijbelvertaling

Volgend jaar verschijnt de herziene versie van de Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004. Aandachtige lezers zullen ook daar semantische en leerstellige bezwaren tegen hebben.

In 2010 ontstond een ware run op de Nieuwe Bijbelvertaling.Beeld Arie Kievit

Het vertalen, of hertalen, van de Bijbel is linke soep. De eerste vertaler van de Bijbel in het Engels, William Tyndale, oogstte zoveel weerstand bij de rooms-katholieke clerus dat hij in 1536 ter dood werd veroordeeld. ‘Vertalers zijn verraders’, luidt een Italiaans gezegde. En voor schrijver Maarten ’t Hart is de Bijbel ‘een ouderwets, raar boek’ dat beter ongemoeid kan worden gelaten, omdat hedendaagse lezers er hoe dan ook niets van begrijpen.

Toch blijft het Nederlands Bijbelgenootschap NBG (sinds 2016 Nederlands en Vlaams Bijbelgenootschap) het erop wagen. In 2004 verscheen de herziening van de Bijbelvertaling van 1951 – de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV). En volgend najaar zal daarvan weer een herziene versie verschijnen: de NBV21. Negen mensen zijn daar ruim drie jaar mee bezig geweest, gesouffleerd door duizenden gemotiveerde bijbellezers die samen zo’n 3.500 wijzigingsvoorstellen indienden. De NBV van 2004 zal op 12.000 punten worden gewijzigd.

Een van de aanpassingen betreft de zogenoemde ‘eerbiedshoofdletters’: hoofdletters in persoonlijke voornaamwoorden die verwijzen naar God, Jezus en de heilige Geest. In de vertaling van 2004 waren deze hoofdletters geschrapt. Maar tegen deze veronderstelde knieval voor de moderne tijd kwamen zoveel lezers in opstand, dat in de NBV21 zal worden teruggegrepen op de vorm van 1951. ‘Voor sommigen doet Hij met een hoofdletter misschien pijn aan de ogen, maar voor anderen doet hij met een kleine letter pijn aan het hart’, zei projectleider Matthijs de Jong hierover in Trouw.

‘Permanent debat’

Soms hebben de vertalers in onbruik geraakte woorden geschrapt. Zo zal de ‘legerstee’ in de NBV21 worden vervangen door ‘bed’ en ‘aalmoes’ door ‘gift uit barmhartigheid’. Andere wijzigingen overstijgen echter de semantiek. Neem Exodus 20:5. Hierin laat God kinderen van ouders die ‘andere goden naast mij vereren’ boeten tot in het vierde geslacht. Na uitvoerige toetsing aan de Hebreeuwse bronteksten hebben de vertalers gemeend het woord ‘boeten’ te mogen vervangen door ‘ter verantwoording roepen’ – om aan te geven dat een verbroken ‘verbondsrelatie’ met God altijd kan worden hersteld.

De lofzang op God in Jesaja 9:6 werd door de vertalers ‘te vlak’ geacht. Derhalve vervingen zij de passage ‘Daarvoor zal hij zich beijveren, de HEER van de hemelse machten’ door ‘De HEER van de hemelse machten brengt dit in zijn vurige liefde tot stand’. En volgens de vertalers waren er, anders dan de vertalers van de NBV uit 2004 nog meenden, wel degelijk goede redenen om de vrouw tot wie Jezus zich wendt in Matteüs 9:22 als ‘mijn dochter’ te laten aanspreken.

Ook de NBV21 zal weerwerk oproepen bij talrijke lezers (van zijn voorganger werden zo’n 2 miljoen exemplaren verkocht). En ook van de NBV21 zal over enige tijd een ‘nieuwe, betere’ versie verschijnen. ‘Bij een ultieme Bijbelvertaling kan ik mij niets voorstellen’, zei de theoloog Karel Deurloo in 2001 in de Volkskrant. ‘Ik zie meer heil in een permanent debat.’