Direct naar artikelinhoud
Maarten Moll.
Maarten Moll

Een prachtige kaarsrechte geelbruine streep van stront

De herfst is een geniepige vallenzetter.

Hij bedekt het gras onder de bomen met een bont kleed van bladeren. Nu nog niet al het blad is gevallen, is het een dun kleed vol gaten. Je ziet nog stukken gras. Je denk nog even terug aan de zomer.

Herfst, doe eens je best! riep ik wat minachtend terwijl ik naar het armzalige kleedje keek, en er nog een paar gaten in trapte. Hond Bep hapte naar de opstuivende bladeren.

Even later stapte ik vol in een drol van een andere hond.

Je voelt het al als je je schoen neerzet. De zachte landing. De stront die zich in een liefdevolle omhelzing om je schoen vouwt.

Die drol lag onder een dun laagje bladeren. De klassieke hinderlaag.

Ik had geen tijd voor berusting, voor het sluiten van de ogen en het slaken van een hele diepe zucht.

Want even klassiek was het uitglijden. Ik schoot met een schoen een meter over het gras, en bleef staan in een spagaat. Zwaaiend met mijn handen om mijn evenwicht te bewaren. (En hij staat!)

Zo was ik voor een paar seconden een standbeeld. Tot ik met mijn onbezoedelde schoen grip kreeg op het gras en ik mezelf langzaam weer omhoog hees.

En ik opzijstapte om het resultaat van mijn artistieke oefening te aanschouwen.

Een prachtige kaarsrechte geelbruine streep van stront over het groene gras.

Na de bewondering van de meter stront het schichtig omkijken of niemand de vernedering had gezien.

Gevolgd door het karwei dat maar zelden tot een goed resultaat leidt: het afvegen van de schoen. Het wissen van sporen. Een moord verdoezelen is makkelijker dan het verwijderen van poepresten onder een schoen. Gras, zand, het gruis van een schelpenpad. Het helpt niet echt. Een paar keer door een plas water lopen is nog de beste remedie.

Terug naar huis. Onderweg misbruikte ik nog een paar stoepranden. Voor de deur trok ik mijn schoen uit (het was de linker). Door het trapportaal en de trap op, op een sok en een schoen, en een meurende schoen in de hand.

In de keuken ging ik in de spoelbak, onder een dunne straal warm water, het profiel onder mijn Clarks te lijf. Op weg naar huis had ik een paar stokjes geraapt, en daarmee peuterde ik de poep tussen het rubber vandaan.

Een uiterst bevredigend werkje, moet ik zeggen, dat peuteren. Een bijkomend voordeel zou ik zelfs willen opmerken, en niet alleen voor mij. De schoen kreunde nog net niet van genot.

Daarna boende ik met een oud schuursponsje en een kneep afwasmiddel de zool helemaal goed schoon, en legde ik de schoen op het balkon op een oude krant te drogen.

De herfst was nu pas echt begonnen.

Maarten Moll schrijft over dagelijkse beslommeringen in de stad. Lees al zijn columns terug in het archief.

Reageren? m.moll@parool.nl.