Direct naar artikelinhoud
Nieuws

OM: ‘Anouar B. in Marokko stevig verhoord, maar niet gemarteld’

De Utrechtse crimineel Anouar B. is in Marokko ‘stevig’ verhoord over de liquidatie van misdaadblogger Martin Kok. Van marteling was geen sprake, zo stelt justitie. Nederlandse rechercheurs die aanwezig waren zagen hem huilen, maar ook hoe hij ‘getroost’ werd door een Marokkaanse collega.

Een beveiligde auto komt woensdagochtend aan bij ‘de bunker’, de extra beveiligde rechtbank in Amsterdam-Osdorp, voor het Marengo-proces.Beeld ANP

Bij het tweede uitgebreide verhoor van de inmiddels 29-jarige Anouar ‘Zwartkat’ B. door de lokale Marokkaanse gerechtelijke politie waren op 21 en 22 maart 2018 Nederlandse rechercheurs aanwezig. “Ze hadden geen enkel moment de indruk dat hij zijn verklaring niet in vrijheid heeft afgelegd,” zei één van de aanklagers woensdag tijdens de dertiende inleidende zitting in de Marengo-zaak tegen Taghi en zeventien medeverdachten, in de zwaarbeveiligde bunker van de rechtbank in Amsterdam-Osdorp.

B. wees tijdens het verhoor in 2018 Ridouan Taghi (42) aan als opdrachtgever voor de moord op Martin Kok en Achraf B. (27) als de uitvoerder. De misdaadblogger werd in december 2016 geliquideerd voor zijn favoriete bordeel in Laren, nadat eerdere aanslagen waren mislukt. Hij publiceerde op zijn blog als eerste met naam en toenaam over Taghi cum suis.

Anouar B. heeft volgens justitie een rol gespeeld bij die moord, maar zou zijn rol in de verhoren kleiner hebben gemaakt dan die in werkelijkheid was. Wat hij over Taghi en Achraf B. zegt, vinden de aanklagers geloofwaardig en bruikbaar voor het bewijs.

Handgeschreven brieven

Anouar B. werd in november 2017 in het Marokkaanse Marrakesh gearresteerd voor betrokkenheid bij de mislukte liquidatie van een Nederlandse crimineel. Daarbij werd, door een persoonsverwisseling, de zoon van een voorname rechter doodgeschoten.

De advocaten van Taghi en Achraf B., Inez en Guy Weski, brachten eerder twee handgeschreven brieven van Anouar B. in, waarin hij volgens hen schreef over de discutabele rol van de Nederlandse rechercheurs bij de ‘martelingen’ in Marokko. B. zou voorafgaand aan het verhoor dat zij bijwoonden al zijn gemarteld op grond van een vanuit Nederland ontvangen ‘wensenlijstje’ met vragen.

Op verzoek van de Amsterdamse rechtbank hebben de rechercheurs nu processen verbaal opgemaakt. Daaruit blijkt volgens de officieren van justitie dat het eerste contact tussen B. en de Marokkaanse rechercheurs volgens hun Nederlandse collega’s ‘hartelijk’ was. Dat was kennelijk omdat B. ze van het eerdere verhoor kende.

Onverzorgd, niet gewond, wel getroost

Het door de Nederlanders bijgewoonde verhoor was ‘stevig’ en er werd ‘gesproken met stemverheffing’, maar van mishandelingen tijdens de twee verhoordagen zou geen sprake zijn geweest.

Anoaur B. zag er volgens de rechercheurs onverzorgd uit, maar was niet gewond. Één rechercheur zag B. huilen toen hij in een pauze uit een toilet kwam, maar hij ‘werd getroost’ door een Marokkaanse collega-rechercheur.

De aanklagers verwijten het de advocaten dat zij ‘stevige beschuldigingen’ hebben geuit ‘waarvoor geen steun te vinden is in de twee brieven van B.’. “Daarin heeft hij het op geen enkel moment over kwalijk handelen van de Nederlandse verbalisanten.”

Kroongetuige 

Anouar B. wees Taghi aan als opdrachtgever van de moord op Kok in de dagen voordat kroongetuige Nabil B. in Nederland zou worden gepresenteerd. “B. kan dat dus niet hebben geweten toen hij Ridouan Taghi al noemde als de opdrachtgever voor één van de moorden uit Marengo, de moord op Martin Kok. Met andere woorden: hij verklaarde toen uit eigen wetenschap.”

De officieren van justitie wijzen er ook op dat B. in zijn brieven niet schrijft dat het niet waar is wat hij heeft verklaard, mishandeld of niet.

Volgens justitie had B. zelf direct contact met Taghi vlak voor en vlak na de moord op Kok, blijkens de inhoud van zijn gekraakte telefoon.

‘Toneelstuk’

Taghi’s advocaat Inez Weski herhaalde dat B. ‘vier maanden lang’ slecht is behandeld. Wat de Nederlandse rechercheurs beschrijven, is hooguit een toneelstuk. “Dan weer wordt B. hartelijk omhelsd, dan weer huilde hij, dan weer waren ze hem aan het knuffelen, over het hoofd aan het aaien en troosten.”

Weski wil alsnog de beide Nederlandse agenten verhoren, een Marokkaanse rechercheur en een tolk.

Het is onduidelijk wanneer de rechtbank over de verzoeken van advocaten zal beslissen. De inleidende zitting duurt nog zeker twee, mogelijk drie dagen.