Direct naar artikelinhoud
Sociaal beleid

Heel voorzichtig zet de EU een eerste stap naar coördinatie over het minimumloon

Eurocommissaris Nicolas Schmit (banen en sociale rechten).Beeld AFP

Lange tijd gold het als een taboe in de EU om over een Europees minimumloon te praten. De voorstellen van de Europese Commissie zijn dan ook bescheiden.

Na jarenlang wikken en wegen heeft de Europese Commissie de stoute schoenen aangetrokken over een gevoelig onderwerp: een Europees minimumloon. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen moest dit streven vorig jaar beloven aan de sociaal-democraten, wilden zij haar steunen bij haar benoeming, na de bittere pil voor ‘hun’ Frans Timmermans. Nu ligt er eindelijk een Brussels voorstel om de salarissen van de laagstbetaalden in Europa op een acceptabel niveau te krijgen.

Bij de presentatie waren commissieambtenaren en de verantwoordelijke Eurocommissarissen Nicolas Schmit (banen en sociale rechten) en vicevoorzitter Valdis Dombrovskis (economie) meer tijd kwijt met uit te leggen wat de voorstellen allemaal niet behelzen dan wat wel.

Nee, het is niet de bedoeling dat er straks één minimumloon komt in de hele EU. Nee, de Europese Commissie tornt niet aan de soevereiniteit van de lidstaten bij hun loonbeleid. En nee, er ligt zelfs geen advies over een streefcijfer van bijvoorbeeld 60 procent van het mediane loon van een land, als maatstaf voor de hoogte van het minimumloon. Dat hing al die tijd wel boven de markt. Maar nadat de commissie het hele jaar stad en land is afgelopen om betrokkenen in de lidstaten te raadplegen, werd duidelijk dat de voorstellen bescheiden moesten zijn om ze haalbaar te maken. Von der Leyen heeft het over een ‘raamwerk voor minimumlonen, met volledig respect voor nationale tradities en vrijheid voor de sociale partners’.

Collectieve loononderhandelingen

Ze richten zich daarom vooral op het aanmoedigen van collectieve loononderhandelingen, zoals we die in Nederland kennen onder het begrip cao. In de landen waar al een wettelijk minimumloon bestaat, en dat zijn er 21 van de 27, moet dat een effectief systeem zijn, naleefbaar en toegankelijk voor alle beroepen.

Zes landen kennen geen minimumloon: Cyprus, Denemarken, Finland, Italië, Oostenrijk en Zweden. Maar in Scandinavië kent men uiteraard wel cao’s die door sterke sociale partners worden gesloten. Wat die collectieve onderhandelingen betreft heeft de Europese Commissie overigens wel degelijk een streefcijfer: idealiter zou minimaal 70 procent van alle werknemers onder een cao moeten vallen.

“Bijna 10 procent van de werknemers in de EU leeft in armoede”, zo schetste Schmit het voornaamste op te lossen probleem. “Mensen met een baan zouden niet mogen worstelen om de eindjes aan elkaar te knopen.”

Noodzaak voor meer harmonisatie is groter geworden

De Luxemburger riep nog eens de Europese pijler van sociale rechten in herinnering, die alle regeringsleiders bijna drie jaar geleden omarmden in het Zweedse Gotenburg. Daar stond het al klip en klaar: ‘Werknemers hebben recht op een eerlijk loon dat voorziet in een redelijke levensstandaard.’ Het waren wel relatief vrijblijvende teksten, zonder streefcijfers of verplichtingen. Nu ligt er dan toch een pakket voorstellen, hoe bescheiden misschien ook.

De Eurocommissarissen wijzen er bovendien op dat de noodzaak voor meer harmonisatie op dit gebied de laatste jaren groter is geworden, omdat de loonontwikkeling in de laagste regionen sterk achterblijft bij de stijging van midden- en hogere inkomens.

PvdA-Europarlementariër en oud-FNV-voorzitter Agnes Jongerius is blij met het initiatief van de Europese Commissie. “Ook de Nederlandse overheid moet aan de bak”, stelt ze. “Bij alle overheidsopdrachten via aanbestedingen is de overheid straks verantwoordelijk dat het minimumloon of het geldende cao-loon wordt betaald.”

Haar CDA-collega Jeroen Lenaers is echter zeer kritisch. “De commissie gaat haar boekje te buiten. Lidstaten gaan nog altijd zelf over de vaststelling van hun minimumlonen. Bovendien kan armoede niet worden aangepakt met slechts één onderdeel van een sociaal stelsel, waarin ook belastingen, toeslagen en sociale voorzieningen een rol spelen.”

Besloten is er nog niets: lidstaten en het Europees Parlement moeten met de voorstellen aan de slag.

Lees ook:Voor Rutte blijft sociaal beleid een nationale zaak, ook na de sociale EU-top

In november 2017 werd de ‘sociale pijler’ ondertekend, een document met uitgangspunten waarnaar alle EU-landen in hun beleid naar zouden moeten streven. Veel regeringsleiders vinden dat echter een nationale zaak.