Direct naar artikelinhoud
Ten slotte

Edo Arnoldussen (1946-2020): gedreven stadsvernieuwer

Tienduizenden particuliere huurwoningen kwamen door een creatieve regeling uit de koker van Edo Arnoldussen in handen van corporaties. Hoe een ongedurige idealist zijn stempel drukte op de sociale woningbouw en stads­vernieuwing in Amsterdam.

Edo Arnoldussen in 1989.

Als bedenker van de ‘20.000 guldenbeurt’ zorgde Edo Arnoldussen ervoor dat 35.000 Amsterdamse particuliere huurwoningen in bezit kwamen van de woningcorporaties. Het was een even noodzakelijke als creatieve regeling, zegt de voormalige PvdA-wethouder Duco Stadig (1994-2006). Dat geld was nodig om woningen die bijna rijp waren voor de sloop toch nog een jaar of tien bewoonbaar te houden. “Arnoldussen had die beurt verzonnen en het lukte hem er geld voor los te krijgen te krijgen bij het ministerie van Volkshuisvesting.”

Het speelde in de jaren 1975-1995. Grote vastgoedinvesteerders hadden woningen in bijvoorbeeld De Pijp, de Staatsliedenbuurt en de Mercatorbuurt opgekocht met een duidelijk verdienmodel: de bestaande huurders moesten eruit, nieuwe huurders moesten erin. Voor een hogere huur uiteraard. Aan woningonderhoud werd zo min mogelijk gedaan.

Shellterrein

Maar de pandeigenaren kwamen financieel in de knel. De rente op de leningen waarmee ze het vastgoed hadden aangetrokken, liep sterk op. Amsterdammers trokken de stad uit, de vastgoedprijzen daalden, en de woningcorporaties aasden op de woningen. Mede dankzij de 20.000 guldenbeurt lukte het de corporaties om eigenaar te worden van liefst 35.000 particuliere huurwoningen.

“De stad had destijds 350.000 woningen; het ging dus om 10 procent,” aldus Stadig, die destijds bij de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties werkte. “Het was gigantisch. Daarmee heeft Arnoldussen een groot stempel gedrukt op de sociale woningbouw en de stads­vernieuwing in Amsterdam.”

Arnoldussen, die van 2000 tot 2006 directeur was van de gemeentelijke afdeling Grond en Ontwikkeling, werkte in zijn jonge jaren veel samen met de beroemde wethouder Jan Schaefer. “Hij was de handige financiële man achter Schaefer,” aldus ­Stadig. “Ook in de periode dat ik ­wethouder was, heeft Arnoldussen veel betekend voor de stad. De aankoop van het Shellterrein in Noord, bijvoorbeeld, dat was voor een groot deel zijn werk.”

Cor Brandsema, een gemeentelijk projectmanager die onder Arnoldussen werkte, zegt dat die ook heeft bijgedragen aan de stadsvernieuwing in Zuidoost. “Flats werden afgebroken, er kwam laagbouw voor in de plaats.”

Arnoldussen, die in Apeldoorn werd geboren en op vierjarige leeftijd naar de Amsterdamse Deurloostraat verhuisde, studeerde economie aan de Gemeentelijke Universiteit, tegenwoordig de UvA. Mensen die hem goed kennen, beschrijven hem als een gedreven idealist, die soms ongedurig kon zijn.

Arnoldussen was getrouwd met Jeanine van Pinxteren, die voor GroenLinks actief was als gemeenteraadslid (2002-2010) en stadsdeelvoorzitter Centrum (2010-2014). Zelf was hij een tijd lid van de PvdA. “Toen mijn moeder in de gemeenteraad kwam, vertrok mijn vader op enig moment naar het Rijksvastgoedbedrijf in Den Haag,” zegt hun zoon Jonne. “Dat vond hij zuiverder. Eigenlijk was dat jammer, omdat ik denk dat hij meer geschikt was als gemeenteambtenaar. Zo kon hij meer voor burgers betekenen dan als rijksambtenaar.”

Paddenstoelen zoeken

Na zijn actieve loopbaan was Arnoldussen bestuursvoorzitter van Architectuurcentrum Amsterdam, Arcam. “Arnoldussen was een goede voorzitter, met interesse in architectuur en gevoel voor humor,” zegt medebestuurslid Wijnand Looise. “Hij had een groot netwerk en heeft veel betekend voor Arcam.”

Arnoldussen had een grote vriendenschare, die in de kerst­vakanties jarenlang naar Frankrijk toog; het land waar de moeder van Arnoldussen was geboren. Looise, die bij de gemeente Amsterdam even­eens met Arnoldussen samenwerkte, schetst hoe hartelijk hij in vriendschappen kon zijn. “Naast vergaderen mocht Arnoldussen ook graag paddenstoelen zoeken, die hij als stoofpot voor vrienden bereidde met een mooi glas wijn erbij.”

Arnoldussen is 73 jaar geworden. Vorige week dinsdag is hij na een kort ziekbed in het OLVG overleden. Vanwege de coronapandemie vindt de begrafenis vandaag in besloten kring plaats.