Terug naar de krant

Akelig losjes sprak staatsvijand nr. 1 over aanslagen die hij bedacht en voorbereidde

Leeslijst rubriek

Zap Islamitisch terrorisme staat weer middenin de Europese aandacht, met de onthoofding van een leraar in Parijs. De documentaire Staatsvijand Nr. 1, over Samir A., herinnert eraan hoe weinig er nodig is om dood en verderf te zaaien.

Leeslijst

Juist nu de wrede moord op een leraar in Parijs het islamitisch terrorisme weer midden in de Europese aandacht had geplaatst, zond BNNVARA maandag de documentaire Staatsvijand nr.1 uit. Samir A., prominent lid van de Hofstadgroep, bekent daarin aan Sinan Can dat hij in 2006 van plan was een terroristische aanslag te plegen. „Als we de middelen hadden gehad, was het wel tot iets gekomen natuurlijk.”

De twee onderwerpen ontmoetten elkaar in De vooravond, waar docente Lucelle Convalius het gesprek over de moord op haar collega zo breed mogelijk hield. Zij stelde dat het goed mogelijk is om een les over spotprenten van de profeet Mohammed te geven zonder deze te tonen. Can, te gast om over zijn documentaire te praten, vreesde een hellend vlak. Hij vroeg zich af waar je het nog over kunt hebben „als je met iedereen rekening moet houden”.

Convalius vertelde zelf eens een bedreigende opmerking („U gaat met de trein naar huis, toch?”) te hebben gekregen om iets wat ze in de les had behandeld. Het item stemde treurig over de ideologische stormen waarin leraren hun werk moeten doen.

Dat de avond er met een uur Samir A. niet vrolijker op werd, was geen verrassing. Ik hoorde A. akelig losjes praten over aanslagen die hij bedacht en voorbereidde: „Een kerncentrale is wel heel ludiek, maar ook weer te schadelijk.” Zijn fanatisme is niet blind, maar weloverwogen, blijkt ook uit zijn kritiek op de moord op Theo van Gogh, gepleegd door zijn kompaan Mohammed B.. Van Gogh verdiende het volgens A. om te sterven, maar hij zag ‘tactische bezwaren’. „Uiteindelijk moeten we het Nederlandse volk aan onze zijde krijgen.” Of het opblazen van Schiphol of het hoofdkantoor van de AIVD daarbij zou helpen is natuurlijk de vraag. Consequent zijn is zeg maar niet echt A.’s ding.

Dat blijkt ook als het over zijn deradicalisering gaat, een moeizaam proces waarover NRC al eerder uitgebreid berichtte. A. houdt nu vol dat hij ‘niet meer gevaarlijk is’. Maar op de vraag wat het programma met hem deed, antwoordt hij ondubbelzinnig: „Niets.” De betrokken imam, Mohammed Cheppih, denkt dat A. het geweld afgezworen heeft, „maar het blijft een gek mannetje”.

Dat „gekke mannetje” werd nog steeds door de AIVD in de gaten gehouden. Het interview met Can kwam eerder dit jaar tot stand, maar mocht van A. alleen worden uitgezonden als hij dood zou zijn of gevangen zou zitten. Deze zomer werd hij opgepakt omdat hij met financiële hulp IS-vrouwen in staat stelde om te ontsnappen uit detentiekampen in Syrië. Een activiteit die, zo beweert A. in het interview, door de geheime dienst werd gedoogd. „Ze houden mij in de gaten, maar ze laten me begaan.”

Buiten de ‘gratis’ bekentenis (A. is in 2006 ondanks zijn ontkenning al voor de voorbereiding van een aanslag veroordeeld) zit er weinig werkelijk nieuws in het door Daniëlle van Lieshout geregisseerde Staatsvijand nr. 1. Can geeft een helder overzicht van hoe de Amsterdamse VWO-scholier na de aanslagen van 11 september 2001 de fuik van het fundamentalisme in schoot. Hij vatte grote bewondering op voor Osama Bin Laden, de „multimiljonair die in een grot woonde” omwille van zijn idealen. Daarna volgden jaren waarin A. uiteindelijk net niet tot een fatale aanslag kwam.

‘De overheid probeert deze man al 17 jaar te deradicaliseren”, zei Can in De vooravond. Zijn film herinnert er vooral aan hoe weinig zekerheid die inspanningen de samenleving uiteindelijk opleveren en hoe weinig mensen er nodig zijn om dood en verderf te zaaien.

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 20 oktober 2020.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in