Direct naar artikelinhoud
Reportagemuseum Boijmans Van Beuningen

Een zilveren schatkist zonder slot: nieuwe depot Boijmans opent (even) zijn deuren

De creatie van architect Winy Maas, het depot van Boijmans Van Beuningen in RotterdamBeeld Eva Faché

De metershoge spiegelende kelk trok al tijdens de bouw veel bekijks. Nu mogen de eerste bezoekers naar binnen, in het nieuwe depot van museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. Want anders dan gebruikelijk bij kunstopslag is het hier geen ‘verboden toegang’, maar juist: ‘kom kijken!’

Het gaat ongetwijfeld een publiekstrekker worden in Rotterdam: het dak van het depotgebouw naast Museum Boijmans Van Beuningen. Het uitzicht over de stad is spectaculair, net als het berkenbos dat erop is aangelegd. Door de reflectie van de zon in de gevel van het horecapaviljoen op het dak is het alsof je in de spotlights van een fotostudio staat. En onder je voeten bevindt zich ’s werelds eerste publieke kunstdepot: een gigantische opslagruimte voor ruim 150 duizend kunstwerken.

Na jaren van bouwen kan het publiek komend weekend voor het eerst echt kennismaken met de reusachtige spiegelglazen ‘slakom’ die architectenbureau MVRDV in het Museumpark liet landen. Ter gelegenheid van de zogenoemde Zilveren Opening mogen alvast 7.700 gelukkigen het nog lege depot bezoeken; de tickets waren binnen drie uur vergeven. De echte opening is volgend jaar, als de collectie – waaronder 87 duizend prenten en tekeningen – daarheen is verhuisd. 

Een zilveren schatkist zonder slot: nieuwe depot Boijmans opent (even) zijn deuren
Beeld Eva Faché

De aandacht trekken doet het gebouw al langer: de bolle gevel vervormt de Rotterdamse skyline en wie er omheen loopt, ziet zichzelf  als in een lachspiegel. Toeristen knielen diep om het gebouw op de foto te krijgen. ‘Er is al vijf keer iemand die een stap te ver naar achter zette uit de vijver gevist van het Nieuwe Instituut, onze overbuurman’, vertelt Boijmans-directeur Ina Klaassen.

De aanleiding voor het project – kosten: 90 miljoen euro – was gebrek aan goed beveiligde opslagruimte die niet onder water liep. ‘Toen het museumgebouw in 1935 opende, hingen alle kunstwerken op zaal, nu is dat zo’n 7 procent’, vertelt Klaassen. De rest werd opgeborgen in de kelder en ligt, nu het museum wordt verbouwd, in zeven externe depots. ‘We konden twee dingen doen’, zegt Klaassen. ‘Een gesloten doos met een groot hek op een industrieterrein bouwen.’ Daarmee zou de collectie voorgoed worden weggehaald bij het publiek. De andere optie: de collectie juist voor iedereen toegankelijk maken, in een openbaar depot. Iets dergelijks is ook gedaan in Museum aan de Stroom in Antwerpen, waar het publiek een kijkdepot kan bezoeken.

Een zilveren schatkist zonder slot: nieuwe depot Boijmans opent (even) zijn deuren
Beeld Eva Faché

De achterkant

In Rotterdam kan iedereen straks ‘de achterkant van het museum’ zien, daar waar de conservatoren werken en kunst wordt opgeslagen. ‘In dit deel van het museum draait het niet om artistieke kwaliteit, maar om vragen als: hoe is een werk gemaakt, met welke materialen en hoe behandel je die? De ‘heiligheid’ van de kunst die je in een expositiezaal ervaart, zie je niet meer in de massa van het depot. Het biedt een volstrekt andere ervaring.’ Via deze ‘objectmatige’ benadering wil Klaassen een nieuw publiek aan het museum binden; ze mikt op 150.000 tot 200.000 bezoekers per jaar. 

Maar hoe spannend zijn kamers vol diacaroussels en rekken met schilderijen? Je moet het spannend maken, zegt architect Winy Maas, en dat begint al bij binnenkomst. De entree is onzichtbaar weggewerkt in de gevel. Met een ‘Sesam open u!’-druk op de knop beweegt een dubbele deur uit het spiegelglas naar voren; de techniek keek Maas af bij een producent van passagiersbussen. Je waant je Ali Baba die de schatkamer binnengaat.

Architect Winy Maas en Boijmans-directeur Ina Klaassen.Beeld Eva Faché

In de betonnen entreehal maakt Maas de vergelijking met Fort Knox, de ultrabeveiligde goudopslag in de Verenigde Staten. In de Rotterdamse schatkist worden werken met een gezamenlijke waarde van 8 miljard euro bewaard. Daarbij komen nog de verzamelingen van particulieren, die ruimte in het depotgebouw kunnen huren. Die collecties moeten worden beschermd tegen diefstal, brand en een eventuele dijkdoorbraak; de depots liggen daarom op 8 m + NAP. De zware betonconstructie die nodig was om de ingewikkelde schaalvorm te maken en de daktuin plus archieven te dragen, blijft onafgewerkt. Maas: ‘Je ziet dat het een fort is.’

Eenmaal binnen in het fort is het veilig. In contrast met de dikke betonnen muren gebruikte de architect daar veel transparant glas, zoals bij de werkruimte in de hoek van de hal. ‘Hier worden straks de kisten voor bruiklenen getimmerd en schilderijen ingepakt.’ Voor Klaassen en haar medewerkers is dat best spannend. ‘Alles is zichtbaar; de troep, de mensen, onze manier van werken.’

Het hart

In het hart van het gebouw bevindt zich een metershoge ruimte die associaties oproept met de tekeningen van Piranesi. Een lange trappartij voert kriskras omhoog langs de verdiepingen met de vijftig kluizen. Rond de trap zijn met staal dertien enorme vitrines gemaakt waarin kunstwerken getoond kunnen worden. Pièce de résistance is de kunstlift: een bewegende etalage. In het atrium kun je vrij ronddwalen en kijken hoe in de galerieruimtes voorselecties voor tentoonstellingen worden gemaakt. Voor toegang tot de geklimatiseerde kluizen moet je een begeleide tour boeken. Alleen het kleurenfotodepot, waar het 3°C is, en de centrale meldkamer blijven gesloten voor publiek.

Het hart
Beeld Eva Faché

Het idee achter de spiegelglazen schaal was dat het gebouw enerzijds een icoon zou zijn, anderzijds ‘opgaat’ in het Museumpark. Vooralsnog valt het gebouw vooral op: de buurman – het Erasmus Medisch Centrum – maakte bezwaar tegen de reflecterende gevels; gevreesd werd dat patiënten overprikkeld zouden raken. Een deel van de gevelpanelen kreeg daarom een matte laag, net of iemand de zilverpoets niet goed heeft uitgesmeerd. ‘Een laag die overigens kan worden verwijderd als de omstandigheden in de toekomst veranderen’, zegt Maas.

Op het dak voegde MVRDV op eigen initiatief een bos toe. Klaassen vond het een mooi idee: ‘We nemen een stuk park weg, maar geven ook ruimte terug.’ Hiervoor hoef je geen kaartje (17,50 euro) te kopen, (online) reserveren moet wel. Op de vraag of je er straks mag picknicken, reageert Maas enthousiast. Klaassen kijkt bedenkelijk; haar idee is dat mensen koffie kopen in het horecapaviljoen, zodat het dak ook geld opbrengt.

Het hart
Beeld Eva Faché

Even verderop inspecteert Marko Mouwen van boomkwekerij Van Ebben de 75 berken die hij in een dikke laag van 80 centimeter aarde plantte. Hij is ‘extreem blij met de bladbezetting’, maar maakt zich zorgen over het felle licht, dat lijkt bij te dragen aan ‘verbranding’ van blad. ‘Is het een optie om ook een matte folie op deze gevels aan te brengen?’, vraagt hij aan Maas. Maar die denkt dat als het helmgras volgroeid is en de extra naaldbomen geplant, het licht minder verblindend zal zijn.

Dat geldt ook voor het maaiveld, waar dezelfde gras- en boomsoorten komen. De gevels gaan het groen weerspiegelen en daardoor zal het gebouw ‘verdwijnen’ in zijn omgeving, zegt Mouwen. Het lichtkunstwerk dat Pipilotti Rist voor de buitenruimte heeft ontworpen, moet de sprookjesachtige ervaring compleet maken. Maas: ‘Het wordt hier een kruising tussen Alice in Wonderland en de film Night at the Museum.’