Direct naar artikelinhoud
Da's logisch

Waarom Tadic weer op de linkerflank speelt

In de rubriek Da’s Logisch analyseert Het Parool elke maandag ‘het spel achter het spel’. Met deze keer aandacht voor Ajaxaanvoerder Dusan Tadic. Waarom de Servische aanvaller dit seizoen weer op zijn ‘oude’ stek speelt op de linkerflank.

Dusan Tadic in duel met Said Bakari van RKC Waalwijk.Beeld ANP

Met een imposant totaal van 55 goals en 44 assists na 100 officiële duels voor Ajax, mag het duidelijk zijn dat het binnenhalen van Dusan Tadic in de zomer van 2018 een gouden greep is gebleken voor de Amsterdammers. De Serviër combineert de kwaliteiten die je van een aanvallende sterspeler verwacht (goals, beslissende acties, flair) met die van een gedroomde aanvoerder (nooit geblesseerd, uitgesproken, ijzeren mentaliteit).

Toch heeft Tadic zichzelf in zekere zin moeten opofferen in de afgelopen twee seizoenen. Door de aanwezigheid van andere aanvallende sterren als Ziyech en Van de Beek en de afwezigheid van een onomstreden nummer 9 in de selectie, schoof Tadic als ster op flankposities gaandeweg zijn eerste seizoen in Amsterdam op naar een nieuwe rol op het veld.

Nameijk de rol van ‘valse spits’: een aanvaller die in de punt van de voorhoede start, maar de vrijheid krijgt om uit te wijken naar de flanken en het middenveld, als daar meer gevaar gesticht kan worden. In 2019/20 was starten op de spitspositie bijna een vast gegeven voor Tadic, na de komst van Promes en het vertrek van Kasper Dolberg.

Dit seizoen lijkt daar verandering in te komen. Trainer Erik ten Hag stelde Tadic de gehele voorbereiding en in de eerste twee competitieduels telkens op als linksbuiten. Hoezo deze switch terug? Vier redenen lijken hieraan ten grondslag te liggen.

I. Koning van het binnen-buiten-spelletje

Het beeld van de ‘buitenspeler met krijt aan de schoenen’ aan de zijlijn, is in het moderne voetbal al geruime tijd achterhaald. Ben je een buitenspeler in het Ajax van vandaag, dan ligt je takenpakket  zowel in de buitenste zones van het veld, als in de drukker bezette centrale zones. De moderne tactische gedachtengang houdt in dat er maar één speler de buitenste strook van het veld bezet hoeft te houden. Immers, je hebt liever een extra mannetje erbij in het midden van het veld, waar de route naar de vijandelijke goal korter is en waar er altijd behoefte is aan nóg een aanspeeloptie voor een korte pass in de kleine ruimte. Aan de moderne buitenspeler de taak om telkens te bepalen wáár zijn ploeg hem het meest nodig heeft: aan de binnen- of buitenkant.

I.	Koning van het binnen-buiten-spelletje
Beeld Fox Sports

Tadic heerst als flankspeler in dit spelletje van kiezen tussen de binnenbaan en de buitenbaan. Bij een opstomende back of, zoals in bovenstaande wedstrijdsituatie uit het duel met Sparta, een naar buiten geweken middenvelder (Ryan Gravenberch) in de buitenbaan. Tadic zoekt in dit geval de ruimte aan de binnenkant. Hij kruipt in de zone rondom spits Zakaria Labyad, om daar aanspeelbaar te zijn voor een één-tweetje met Gravenberch, die daardoor opduikt achter de Spartadefensie.

Tadic’ sterke aanwezigheid in de centrale zones maken zijn uitstapjes naar de échte flank des te effectiever. In aanloop naar de 3-0 tegen RKC duikt linksback Lisandro Martínez juist voorin op aan de binnenkant, geruggensteund door een diep sprintende Promes. Deze aanstaande dieptedreiging in het midden van het veld is voor Tadic de cue om het spel breed te houden door aan de zijlijn te blijven spelen.

I.	Koning van het binnen-buiten-spelletje
Beeld Fox Sports

Promes, Martínez en Tadic combineren aan de linkerflank, waar de vrijgekomen Serviër de bal uiteindelijk panklaar op het hoofd legt van zijn naar voren gesnelde Argentijnse ploeggenoot voor de 3-0.

II. Geïsoleerde creativiteit

Hoewel buitenspelers anno nu dus veel vaker dienen op te duiken in het midden van het veld, heeft een plek op de buitenste flank natuurlijk ook zijn voordelen. Neem de aanloop naar de door de VAR afgekeurde goal van Labyad tegen RKC.

II.	Geïsoleerde creativiteit
Beeld Fox Sports

Tadic, op de linkerflank, komt tijdens een snelle uitbraak van Ajax geheel geïsoleerd te staan tegenover de rechtsback van RKC, Saïd Bakari. Voor een doorsnee eredivisieverdediger is een een-op-een tegen een individualist als Tadic geen leuk vooruitzicht. Zo ook hier niet. Tadic krijgt op links de ruimte om af te wachten hoe de kruislingse loopacties van medeaanvallers Antony en Labyad zich ontwikkelen. Vervolgens stuurt hij met een haarfijne steekpass Antony de diepte in. Een onbestrafte overtreding van Martínez in een eerdere fase van deze uitbraak zorgde ervoor dat de goal afgekeurd wordt, maar de les is duidelijk voor de tegenstander: de dodelijke effectiviteit van Tadic dien je collectief af te stoppen, niet een-op-een.

III. Doseren

Voor Tadic gaat een mooi voetbalcliché op. In Amsterdam is hij ‘de eerste naam op het wedstrijdformulier’ voor zijn trainer. Maar dan ook echt.

Voor Ten Hag is het duidelijk: mits fit, dan speelt Tadic altijd. Zelfs in een marathonseizoen, zoals 2018/19 met 56 officiële wedstrijden is er voor de Servïer eigenlijk nooit sprake van ingeplande rust. Wat logisch is: een speler die sinds zijn komst gemiddeld eens per wedstrijd bij een goal betrokken is, wil je er natuurlijk zo vaak mogelijk bij hebben.

Toch moet inmiddels de voet soms iets van het gaspedaal bij de Amsterdamse aanvoerder. Tadic is bezig aan zijn vijftiende profseizoen, is sinds zijn 18e al vaste basisspeler bij zijn clubs en heeft als leidende speler in de Servische nationale ploeg ook tijdens interlandbreaks permanente verplichtingen.

Met deze kennis in het achterhoofd en de hoop op nog een paar dominante jaren in de hoofdmacht bij Ajax, is het wellicht niet al te verstandig om Tadic steeds als ‘valse spits’ op te stellen. Al zwervend over het veld behoort hij daar altijd tot de Ajaxspelers die de meeste meters maken. Op de flank zijn de grote inspanningen iets beter te doseren dan in een vrije rol in de aanvalspunt.

IV. Meer verdedigende impact

Want vergeet niet dat Tadic, ondanks de vele goals, assists en acties, ook nog eens een werkerstype is. In verdedigend opzicht draagt de Serviër met fel afjagen altijd zijn steentje bij. In het openingsduel met Sparta zien we de Ajaxvoorhoede op een aparte wijze de spelopbouw van de tegenstander vastzetten: de spits (Labyad) en schaduwspits (Promes) laten zich uitzakken, ter hoogte van de midmids van de tegenstander, waardoor het aan buitenspelers Antony en Tadic is om aan te komen lopen op de voorstoppers van de oppositie.

IV.	Meer verdedigende impact
Beeld Fox Sports

Deze tangvormige manier van drukzetten vereist een ijzeren discipline van de Amsterdamse buitenspelers. Wil Ajax de vijandelijke spelopbouw op de helft van de tegenstander al verstoren, dan is het aan Tadic en zijn compagnon op de andere flank om telkens diagonaal sprintjes te blijven trekken richting de centrumverdedigers aan de bal.

Een ding is zeker. Ook op zijn oude, vertrouwde linkerflank is Tadic nog altijd een van de belangrijkste spelers voor dit Ajax. Zij het in een wat andere rol dan de voorgaande twee seizoenen.