Direct naar artikelinhoud
InterviewMichael J. Sandel

Filosoof Michael J. Sandel: ‘De elite ziet te weinig dat succes óók komt door toeval, geluk en aanleg’

Michael Sandel: ‘De elite leeft in haar eigen wereld. Dat heeft ons uit elkaar gedreven en onze politiek vergiftigd.’Beeld Webb Chappell

Hoe schrijft de schrijver? De problemen die filosoof Michael J. Sandel aansnijdt in zijn nieuwe boek zijn complex, maar de boodschap is helder: de elite moet ophouden zich verheven te voelen boven de rest. Want succes is niet altijd een kwestie van verdienste.

Filosofen en rocksterren lijken weinig op elkaar. Maar de Amerikaan Michael J. Sandel (1953) wordt, niet zonder reden, de ‘rockster van de moraal’ genoemd. Hij is – zeg maar – de Bob Dylan van de politieke filosofie. Met zijn online colleges en boeken trekt hij een miljoenenpubliek, van Azië tot Amerika. Ook in Nederland is zijn werk populair. Toch staat het bescheiden en bedachtzame voorkomen van de Harvard-hoogleraar politieke wetenschappen, die een interview geeft via Zoom, in schril contrast met zijn bijnaam.

In Niet alles is te koop uit 2012 bekritiseert hij het doorgeschoten marktdenken. De ongebreidelde expansie van de markt heeft, aldus Sandel, geleid tot een toenemende sociale apartheid. De rijken hebben hun eigen artsen, hun eigen scholen, ze leven in een virtuele skybox, afgesloten van de wereld.

Ook in zijn nieuwe boek De tirannie van verdienste, dat komende week in Nederlandse vertaling verschijnt, waarschuwt hij voor het groeiende verschil tussen de elite en de rest. Een te grote kloof maakt het steeds moeilijker om onszelf te zien als burgers die een gemeenschappelijk leven delen. Dat brengt schade toe aan onze democratische samenlevingen.

Daarnaast is het boek een serieuze kritiek op de hedendaagse meritocratie, waarin de maatschappelijke positie van elk individu is gebaseerd op zijn of haar verdienste. Sandel ziet daarin ook een verklaring voor de boze, gepolariseerde politiek van onze tijd. Daarover later meer.

De onderwerpen en thema’s die hij aansnijdt in zijn boek zijn complex, van populisme en polarisatie tot de waardigheid van werk, maar Sandel formuleert zijn ideeën helder.

Besteedt u behalve aan de inhoud ook veel aandacht aan de stijl, aan de manier waarop u schrijft?

(Lacht bescheiden) ‘Ja, dat doe ik zeker. Ik schrijf langzaam, soms denk ik weleens te langzaam. Ik neem iedere zin en alinea meerdere keren door, en dan nog eens en nog eens. Wat ik ook doe, en nu onthul ik een geheimpje, is de tekst hardop voorlezen aan mijn familie. Om te horen hoe het klinkt en hun reactie te zien. Zij doen dat ook met hun teksten.’

Sandels vrouw Kiku Adatto doceert eveneens aan Harvard. Net als zoon Adam, die ook filosoof is. Hun jongste zoon Aaron is antropoloog, gespecialiseerd in chimpansees in Oeganda, en geeft les aan de universiteit van Texas.

Jullie zitten dan aan de keukentafel elkaar voor te lezen?

‘We praten constant over ons werk, in de keuken en op andere plekken, maar als we elkaar voorlezen uit eigen werk, zitten we in de woonkamer. Zij lezen aan mij voor en ik aan hen. We praten zelfs op het niveau van schrijfstijl en zinnen over elkaars teksten. Soms zorgt dat ervoor dat je iets anders verwoordt.’

Sandels nieuwe boek is een aanklacht tegen de meritocratie. Had je vroeger de aristocratische samenleving, waarbij afkomst je positie op de maatschappelijke ladder bepaalde, nu is die hiërarchie grotendeels vervangen door een meritocratie, waarin mensen de top halen op basis van prestaties, niet op basis van komaf.

Volgens meritocraten draait alles om gelijke kansen: als die er maar zijn, zorgt dat voor de rechtvaardigste samenleving. Maar de realiteit laat iets anders zien, stelt Sandel. Want is er werkelijk sprake van gelijke kansen als rijke ouders hun kinderen naar bijles sturen zodat ze op de beste scholen en universiteiten komen? In zijn boek toont Sandel aan dat de sociale mobiliteit in de VS de laatste decennia is afgenomen. De Amerikaanse droom dat je als krantenjongen miljonair kunt worden, is een mythe geworden.

Andere kritiek van Sandel op de meritocratische samenleving is dat de elite zich verheven voelt boven de rest van de bevolking. Want als je denkt dat je alles hebt bereikt vanwege je eigen inspanningen en verdienste, wie ben je dan iets verschuldigd? Niemand. Dat is wat Sandel ‘de tirannie van verdienste’ noemt.

Waarom is de meritocratie niet goed voor een democratische samenleving?

‘Een democratie werkt het beste als verschillende lagen van de bevolking elkaar tegenkomen. Op scholen, sportclubs, parken, in stadions, zodat de ervaringen van burgers niet te veel van elkaar verschillen. Dat is goed voor het algemeen welzijn. Maar in de hedendaagse meritocratische samenleving is het tegenovergestelde gebeurd. De bovenlaag, de hoogopgeleide elite, heeft weinig contact met de rest van maatschappij. Ze leven in hun eigen wereld. Dat heeft, denk ik, gezorgd voor een diepe kloof tussen burgers. Dit heeft onze politiek vergiftigd en ons uit elkaar gedreven.’

Geldt dit ook voor Europa?

‘Ik denk dat elementen van deze polarisatie ook al zichtbaar beginnen te worden in Europese democratieën. De afgelopen vier decennia is de ongelijkheid van inkomen en bezit verder toegenomen in de meeste Europese landen. Misschien niet in dezelfde mate als in de VS, maar de populistische reactie daarop zie je ook bij jullie. In Europa zijn, net als in de VS, veel centrumlinkse politieke partijen zich meer gaan verbinden met de hoogopgeleide elite dan met de arbeidersklasse, waaruit vroeger hun aanhang bestond. Deze ontwikkeling heeft geleid tot een afkeer van de elite bij de arbeidersklasse en tot de opkomst van rechts-nationalistische politici en partijen, die deze wrok weten te uiten en te gebruiken. Dit zie je niet alleen in de VS, maar ook in Europa.’

In zijn boek toont Sandel aan dat opleiding de afgelopen tien jaar ook in politiek opzicht de belangrijkste scheidslijn is geworden. Tijdens de Amerikaanse verkiezingen van 2016 kreeg Donald Trump tweederde van de witte kiezers zonder universitaire opleiding achter zich, terwijl Hillary Clinton populair was bij de hoogopgeleide kiezers. Een soortgelijke verdeling zagen we bij het Britse Brexit-referendum, schrijft Sandel.

Linkse partijen zijn de steun van kiezers zonder universitaire opleiding kwijtgeraakt, stelt hij. Stemden mensen zonder opleiding vroeger steevast op linkse partijen en mensen met meer opleiding op rechtse partijen, tegenwoordig is het haast andersom.

U stelt in uw boek dat de regerende elite het populistische protest nog steeds niet begrijpt.

‘Ja, ze waren in shock door de Brexit, door de overwinning van Trump en door de opkomst van rechts-nationalistische partijen. Over het algemeen interpreteren ze de onvrede óf als vijandigheid tegen immigranten óf als angst voor mondialisering. Beide analyses zijn te kort door de bocht. 

‘Ik denk dat het vooral ingrijpende gevolgen heeft gehad dat linkse politieke partijen de afgelopen vier decennia het marktdenken en het neoliberalisme zo enthousiast hebben omarmd. Het idee was dat neoliberalisme en globalisering zouden zorgen voor stijging van de welvaart. Er werd gedacht dat, ook al zouden hiermee banen verloren gaan, de winnaars de verliezers zouden compenseren. Het probleem is dat dat niet is gebeurd. Er is een steeds extremere ongelijkheid in inkomen en bezit ontstaan. Links heeft weinig tegen deze groeiende ongelijkheid gedaan.

‘Een andere oorzaak is de tendens onder mensen die boven aan de maatschappelijke ladder zijn beland om te denken dat hun succes door hun eigen toedoen en verdienste komt.’

Hoe bedoelt u?

‘De bovenlaag heeft te weinig oog voor het feit dat succes óók komt door zaken als toeval, geluk, aanleg, de juiste omstandigheden en ouders en docenten die je de weg wijzen. De elite denkt dat ze haar succes uitsluitend aan zichzelf te danken heeft, waardoor ze geen enkele dankbaarheid en nederigheid voelt. Deze manier van naar succes kijken heeft gezorgd voor wat ik een meritocratische verwaandheid noem. Mensen die het maken, denken dat zij hun succes zelf hebben verdiend en vinden dat de achterblijvers hun lot aan zichzelf hebben te wijten. De laagopgeleide arbeidersklasse heeft het gevoel gekregen dat de hoogopgeleide elite vol minachting op hen neerkijkt. Deze vernedering heeft, denk ik, gezorgd voor de huidige polarisatie. Want niemand vindt het leuk om geminacht te worden.’

In zijn boek laat Sandel zien dat er inderdaad sprake is van minachting door de elite. Uit opinieonderzoek in de VS en meerdere Europese landen, waaronder Nederland, blijkt dat hoogopgeleide respondenten meer vooroordelen hebben over laagopgeleide mensen dan over andere groepen die doorgaans slachtoffer zijn van discriminatie. De onderzoekers peilden de houding van hoogopgeleide Europeanen tegenover mensen die vaak slachtoffer zijn van discriminatie, zoals moslims en Turkse migranten, en mensen die arm, obees en laagopgeleid zijn. Hun conclusie was dat deze laatste groep het minst geliefd was. In de VS legden de onderzoekers een soortgelijke lijst voor met impopulaire groepen, waaronder Afro-Amerikanen. Ook Amerikaanse hoogopgeleide respondenten bleken de laagopgeleiden het minst te waarderen. 

Bovendien, schrijft Sandel, schamen de elites zich totaal niet voor hun vooroordelen. ‘Ze mogen dan heel sterk gekant zijn tegen racisme en seksisme, maar vinden niet dat ze zich dienen te verontschuldigen voor hun negatieve houding ten opzichte van laagopgeleiden.’

De mantra van de elite – als je hard werkt en leert kun je alles bereiken wat binnen je mogelijkheden ligt – klinkt volgens Sandel voor een grote groep mensen die het maar net redt niet als een belofte maar eerder als hoon.

Uitspraken van politici die zeggen dat je je lot in eigen handen hebt, you can make it if you try (Barack Obama gebruikte dit zinnetje gedurende zijn presidentschap meer dan 140 keer, aldus Sandel), noemt hij daarom een tweesnijdend zwaard: het feliciteert de winnaars, maar kleineert de verliezers.

Michael Sandel: ‘Het debat moet minder gaan over sociale stijging en meer over waardig­heid van arbeid.’Beeld Webb Chappell

En Donald Trump heeft dit gevoel begrepen?

‘Jazeker. Ook al is hij een miljonair, hij heeft toch altijd het gevoel gehad dat de elite op hem neerkeek. Dus hij kan deze wrok goed verwoorden. Anders dan Barack Obama en Hillary Clinton, die het steeds over ‘kansen’ hadden, heeft Trump dat woord nauwelijks gebruikt. Hij sprak onomwonden over winnaars en verliezers.’

Maar het is toch ook hoopgevend dat je je lot in eigen hand hebt?

‘Ja, dat is zeker bemoedigend, maar als het gaat om het bestrijden van ongelijkheid, richt de politieke retoriek zich nu veel te veel op het opklimmen op de maatschappelijke ladder en het behalen van een universitair diploma. Ik ben voorstander van het aanmoedigen van toegang tot hoger onderwijs, ik doceer al veertig jaar op de universiteit, maar het is te bekrompen om alleen maar daarop te focussen. Het veronachtzaamt het werk dat wordt gedaan door mensen die geen hoger onderwijs hebben gevolgd; dan heb ik het over ongeveer tweederde van de volwassen Amerikaanse bevolking.’

Joe Biden had het in zijn toespraak op de Democratische Conventie ook weer over ‘kansen voor iedereen’. Hebben de Democraten de afgelopen vier jaar iets geleerd?

‘Het valt nog te bezien. Ik hoop het. Het viel mij ook op dat Biden dat zei, maar het was één zinnetje. Hopelijk gaat hij de komende tijd meer praten over wat hij wil doen om het maatschappelijk aanzien van de arbeidersklasse te herstellen.’

Hoe doe je dat dan?

‘Dat is een moeilijke vraag. De eerste stap is dat het politieke debat minder moet gaan over stijging op de maatschappelijke ladder en meer over waardigheid van arbeid. Dan heb ik het niet alleen over loon maar ook over maatschappelijke erkenning en waardering. De coronacrisis heeft laten zien hoe afhankelijk we zijn van mensen die vaak over het hoofd worden gezien. Denk aan bezorgers, medewerkers van kinderdagverblijven, kassamedewerkers. Mensen met ‘vitale’ beroepen. We klappen voor ze. Maar we moeten dit moment gebruiken om te kijken hoe we kunnen zorgen voor meer respect voor het werk dat zij doen.’

In Nederland willen de verpleegkundigen beter worden betaald. Zij zeggen dat applaudisseren niet genoeg is.

‘In zekere zin zouden salaris en waardering hand in hand moeten gaan. Dat zijn inderdaad de belangrijke vragen die we als samenlevingen moeten beantwoorden.’

Tot nu toe blijkt het moeilijk hier een volwaardig politiek debat over te voeren.

‘Ja, dat klopt, het is ook moeilijk. Je kunt beginnen met het stellen van vragen. Bijvoorbeeld: wat is de bijdrage aan de samenleving van degenen die werken in de reële economie in vergelijking met degenen die werken in de financiële sector op Wall Street? In enkele seconden worden daar achter computerschermen miljoenen euro’s verdiend, waarbij feitelijk een algoritme wordt gebruikt. De financiële sector is van groot belang als het gaat om tastbare investeringen in de reële economie. Denk aan kapitaal voor investeringen en nieuwe bedrijven. Maar steeds meer financiële activiteiten zijn speculatief. Hoe waardevol zijn die nou voor onze economie en samenleving?’

We moeten ons dus minder richten op diploma’s. Is dat niet een droeve conclusie voor iemand die al veertig jaar aan Harvard doceert?

‘Nee, want ik zie dat het ook niet goed is voor de universiteiten zelf. In de VS zijn de Ivy League-universiteiten, de elite-universiteiten, een soort sorteermachines geworden. De toelatingscommissie bepaalt wie wel en wie niet binnenkomt. Ik ervaar zelf dat dat een corrumperende werking heeft. In mijn boek laat ik het voorbeeld zien van beroemdheden die via fraude en betalingen ervoor zorgen dat hun kind wordt toegelaten op een elite-universiteit. Daarnaast leidt al die nadruk op de toelating ons af van de educatieve missie en het cultiveren van de liefde voor leren an sich.’

Bent u niet bang dat het enige alternatief voor meritocratie, waarbij het draait om kansen op basis van verdienste, een samenleving is die draait om gelijke resultaten? En dat dit voor de getalenteerde groep demotiverend werkt? 

‘Dat is een valse tegenstelling. Het gaat niet om gelijkwaardigheid waarbij iedereen hetzelfde inkomen of bezit heeft. Ik denk dat er een derde alternatief is, waarbij alle burgers, ongeacht hun economische positie, worden gerespecteerd voor de bijdragen die ze leveren aan het algemeen welzijn, of ze nu naar de universiteit zijn gegaan of niet. Waarbij alle burgers een gevoel van zelfrespect hebben, omdat ze zien dat de samenleving hen respecteert. Ik denk dat dit een alternatief kan zijn voor de hardere meritocratische samenleving die ons uit elkaar drijft, die onze samenleving polariseert en die hoogmoed bevordert onder succesvolle mensen en vernedering en wrok onder de rest.’

Oké, maar waar begin je als individu?

‘Het begint in het gezin. Dat kinderen van hun ouders leren dat mensen die naar de universiteit gaan niet de enigen zijn om tegen op te kijken. Het andere dat je kunt doen, is deelnemen aan het openbare leven, waar mensen met verschillende achtergronden samenkomen. Van scholen tot sportclubs. Zodat we de tendens van de afgelopen decennia om gescheiden levens te leiden kunnen stoppen. Dat is zo schadelijk geweest. Alleen zo kunnen we beginnen met het dichten van de scherpe kloof tussen winnaars en verliezers, die onze politiek heeft vergiftigd en ons uit elkaar heeft gedreven.’

Michael J. Sandel

1953 Geboren in Minneapolis

1975 Afgestudeerd aan Brandeis University, Boston

1981 Gepromoveerd in Oxford

1980 Docent politieke filosofie aan Harvard

1999 Hoogleraar aan Harvard

2005-2007 Lid adviesraad bio-ethische vraagstukken onder president Bush

2010 Boek Rechtvaardigheid, gebaseerd op zijn succesvolle collegereeks aan Harvard

2011 Uitgeroepen tot ‘invloedrijkste buitenlander’ door de Chinese editie van Newsweek

2012 Boek Pleidooi tegen volmaaktheid – Een ethiek voor gentechnologie (oorspronkelijke uitgave 2007)

2012 Boek Niet alles is te koop – De morele grenzen van marktwerking

2016 Boek Politiek en moraal – Filosofie voor het publieke debat (Verzameling artikelen en essays)

2017 Sandel presenteert het Nederlandse discussieprogramma What’s the Right Thing to Do? uitgezonden door Human

2020 Boek De tirannie van verdienste – Over de toekomst van de democratie

Michael J. Sandel
Beeld Ten Have

Michael J. Sandel: De tirannie van verdienste – Over de toekomst van de democratie. Ten Have; 240 pagina’s; € 24,99.