Direct naar artikelinhoud
De feiten voor bij de borrelCO2 uitstoot

Als CO2 uitstoten écht duur wordt, komen bedrijven pas in actie

Het is zover: er komt een heffing op het uitstoten van CO2. De grootste uitstoters gaan betalen. Gaat dat iets uithalen? En hoe staat Nederland ervoor?

en
Kolencentrale op de Maasvlakte.Beeld Hollandse Hoogte / Berlinda van Dam

Na lang talmen is het kabinet zover om een belasting in te voeren op de uitstoot van CO2, zo maakte het op Prinsjesdag bekend. De heffing is noodzakelijk omdat het huidige handelssysteem met rechten om broeikasgassen uit te stoten onvoldoende werkt. Bedrijven komen pas in actie als de emissie van CO2 veel duurder wordt. De 300 grootste uitstoters van broeikasgassen moeten daarom voortaan van het kabinet een heffing gaan betalen. Dit kost vanaf 1 januari 30 euro per ton CO2; een bedrag dat stapsgewijs moet stijgen naar 125 euro in 2030. Gaat deze methode werken? En hoe goed of slecht doen Nederlandse bedrijven het eigenlijk?

Als CO2 uitstoten écht duur wordt, komen bedrijven pas in actie

Voor veel bedrijven is CO2 een kale rekensom. Elke ton broeikasgas die een bedrijf uitstoot kost momenteel al geld. Sinds 2008 geldt er namelijk een Europees systeem waarbij je een certificaat moet bezitten om CO2 te mogen uitstoten. Bedrijven mogen dit recht onderling verhandelen. Als die certificaten nu peperduur waren geworden, hadden bedrijven massaal maatregelen genomen om zuiniger en milieuvriendelijker te werken. Maar doordat veel bedrijven als douceurtje gratis handelsrechten kregen toebedeeld, bleven de CO2-certificaten erg goedkoop. Jarenlang kostte de uitstoot maar 10 tot 20 euro per ton, te weinig voor bedrijven om dure investeringen mee te rechtvaardigen. Een belasting op uitstoot moet dit systeem verbeteren. Hoe hoger de belasting, hoe meer maatregelen bedrijven zullen treffen.

Sommige bedrijven hebben al hun best gedaan, zo blijkt uit een analyse van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa). Na onderzoek onder 282 bedrijven constateert de NEa dat 44 procent beter presteert dan de Europese doelstelling om emissies te reduceren. Een meerderheid van 56 procent presteert nog ondermaats en heeft te weinig maatregelen genomen. De laatste maanden is de CO2-uitstoot een stuk lager, doordat veel bedrijven minder energie nodig hebben door de coronacrisis. Maar deze duikeling zou tijdelijk moeten zijn.

Daarbij zijn er grote verschillen tussen bedrijfstakken. Papierproducenten, de voedingsmiddelenindustrie en de teelt van groenten en bloemen in kassen zijn duidelijk op de goede weg. De zwaardere industrie, zoals de raffinage van olie en de productie van metalen, blijft daarentegen achter bij de Europese doelstellingen.

Als CO2 uitstoten écht duur wordt, komen bedrijven pas in actie

De energiebedrijven – zoals Vattenfall – zijn de grote uitstoters. Door uitbreiding van het aantal centrales is bij Vattenfall de uitstoot tussen 2015 en 2019 zelfs gestegen. Alleen door verkoop of aankoop van fabrieken is sprake van een grote verandering in de CO2-uitstoot. Verder verandert er weinig. Shell: 3 procent erbij, het Limburgse Chemelot 3 procent eraf.

De hogere belasting zal ongetwijfeld bedrijven een reden geven om milieumaatregelen te nemen. De adder onder het gras is de vrijstelling waarmee minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat schermt. Ook in het nieuwe systeem hoeven bedrijven maar over een deel van hun uitstoot belasting te betalen. De zogeheten dispensatierechten die deze bedrijven krijgen, zijn afgesproken in het klimaatakkoord. Maar het is nog ongewis hoe dat precies uitpakt. Als de zware industrie wederom te veel gratis broeikasgassen mag uitstoten, zal ook de hogere belasting te weinig zoden aan de dijk zetten.