Terug naar de krant

Hoge rechter ‘RBG’ was voorvechtster van vrouwenrechten en werd een progressief idool

Leeslijst necrologie
Ruth Bader Ginsburg (1933-2020) De vrijdag overleden Ruth Bader Ginsburg werd in 1993 door Bill Clinton voorgedragen voor het Hooggerechtshof. Ze werkte „uit een allesoverheersende liefde voor het recht”.
Leeslijst

Ze heeft het niet gehaald. Hoge rechter Ruth Bader Ginsburg, zo vond progressief Amerika, moest per se in leven blijven. Tot er weer een Democratische president was om haar opvolger in het Hooggerechtshof te benoemen, of op zijn minst een Democratische meerderheid in de Senaat, die een al te conservatieve benoeming zou kunnen tegenhouden.

Toen ze in november 2018 viel en drie ribben brak, riep Twitter: „U mag mijn ribben hebben.” Bader Ginsburg herstelde. Dit jaar werd er bij de 87-jarige hoge rechter opnieuw alvleesklierkanker vastgesteld, waarvan de complicaties haar vrijdag fataal werden, luttele weken voor de presidentsverkiezingen. De nachtmerrie van progressieven is werkelijkheid geworden: president Donald Trump kan een nieuwe conservatieve rechter voor het Hof voordragen.

Notorious R.B.G.

In de laatste jaren van haar leven was Bader Ginsburg, een kleine, fragiele oude dame, uitgegroeid tot een opmerkelijk soort idool voor progressieven. Ze kreeg de bijnaam Notorious R.B.G. (naar de in de jaren negentig beroemde rapper Notorious B.I.G.), haar beeltenis verscheen op T-shirts en koffiemokken. Er kwamen een documentaire en een speelfilm over haar leven. Dat Bader Ginsburg aan krachttraining deed met een voormalig lid van de Special Forces en zich op haar tachtigste nog twintig keer kon opdrukken, werd in de pers breed uitgemeten. Van haar gezondheid hing immers alles af.

Roemrucht is uiteindelijk een beter woord voor haar dan berucht (notorious). Als advocate verzette Bader Ginsburg in de jaren zeventig bergen als het ging om gelijke rechten voor werkende vrouwen in de VS. In haar decennia in het Hooggerechtshof toonde ze door haar felle minderheidsuitspraken (‘I dissent’) een ijzeren kracht die haar deed uitgroeien tot het progressieve boegbeeld van een in meerderheid conservatief hof. Sinds Trumps aantreden was ze de strohalm voor degenen die vreesden dat hij nóg een conservatieve rechter zou benoemen.

Tussen vijfhonderd mannen

Het was niet vanzelfsprekend dat de verlegen Ruth Joan Bader een feministisch rolmodel zou worden. Ze werd in 1933 geboren in New York. Haar moeder Celia Bader had na haar vijftiende niet verder mogen leren – er was alleen geld om haar broer naar school te sturen. Na Celia’s dood, op de dag voor Ruths diploma-uitreiking, bleek dat haar moeder 8.000 dollar had gespaard om Ruth te laten studeren.

Aan Cornell University ontmoette ze Marty Ginsburg, met wie ze samen zou blijven tot zijn dood in 2010. „Hij was de eerste jongen die ik leerde kennen die het belangrijk vond dat ik hersens had”, zei ze ooit over hem.

Terwijl de sixties door Amerika raasden en minderheden en vrouwen op straat hun rechten opeisten, vocht Ginsburg voor die rechten achter haar bureau en in de rechtszaal. Toen ze zich in 1956 aan Harvard had gemeld, was ze één van negen vrouwen in haar jaar, tussen vijfhonderd mannen. De decaan vroeg de vrouwen op welke grond ze eigenlijk dachten de plek van een man in te kunnen nemen. Binnen twee jaar zat Ginsburg in de redactie van het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Harvard Law Review, wat slechts was weggelegd voor de allerbeste studenten. Ondertussen zorgde ze voor een peuter en voor Marty, die aan kanker leed.

Desondanks kreeg ze na haar afstuderen als moeder van twee maar met zeer grote moeite een baan. Uiteindelijk werkte ze mee aan een boek over het rechtssysteem van Zweden: toen ze het land bezocht, zag ze met eigen ogen hoeveel groter de gelijkheid tussen de seksen daar was. Later richtte ze samen met een andere juriste bij de burgerrechtenbeweging ACLU een afdeling voor vrouwenrechten op. Zo kwam ze als advocaat zes keer voor de rechters van het Hooggerechtshof terecht. Vijf van die zaken won ze.

Volstrekte gelijkheid

Het was Bader Ginsburgs overtuiging dat geïnstitutionaliseerde discriminatie voor iederéén slecht is, voor vrouwen én mannen. Ze vocht niet alleen voor ‘women’s lib’, vrouwenbevrijding, zei ze ooit, maar ook voor die van mannen. Om het in die tijd geheel mannelijke Hooggerechtshof te helpen bij dit inzicht, nam ze vaak zaken op zich waarin een man gediscrimineerd werd. Zo was er de zaak rond de weduwnaar Stephen Wiesenfeld die geen uitkering kreeg om voor zijn kind te zorgen na de dood van zijn vrouw - die uitkering was alleen voor moeders bestemd. Onrechtvaardig, vond het Hof, waarmee de juridische grond werd gelegd voor zaken waarin vrouwen uitkeringen en toeslagen opeisten die alleen voor mannen bestemd waren.

Bader Ginsburg was steeds uit op volstrekte gelijkheid. Speciale privileges voor vrouwen werken uiteindelijk in hun nadeel, was haar overtuiging. In haar eerste betoog voor het Hooggerechtshof citeerde ze de suffragette Sarah Grimké: „Ik vraag geen gunst voor mijn sekse. Het enige dat ik van mijn broeders vraag, is dat ze hun voeten van onze nekken halen.”

In 1980 droeg president Jimmy Carter haar voor als rechter in het invloedrijke Hof van Beroep in Washington. Als rechter nam ze een andere positie in dan als advocate. Al te radicale of vooruitstrevende uitspraken konden in haar ogen tot een terugslag leiden – permanente maatschappelijke verandering kon alleen in kleine juridische stapjes tot stand komen. Lang bleef ze vinden dat dit ook gold voor Roe v. Wade, de uitspraak waarmee het Hooggerechtshof in 1973 abortus gelegaliseerd had. „Het Hof liep te ver uit voor de troepen in de verandering die het verordonneerde,” zei ze. Dat had volgens haar ertoe geleid dat abortus in de VS nooit compleet werd geaccepteerd, en dat het zou uitgroeien tot een permanente politieke splijtzwam. Die overtuiging werd en wordt haar door de vrouwenbeweging niet in dank afgenomen.

Voting Rights Act

In 1993 droeg Bill Clinton haar voor het Hooggerechtshof voor. Als hoge rechter kreeg ze aanvankelijk de kans de kroon op haar eigen eerdere werk te zetten. In 1996 stemde het Hof bijvoorbeeld vóór het openstellen voor vrouwen van een militaire academie die dit weigerde en door de staat was aangeklaagd.

Maar door het aantreden, in 2005, van de door George W. Bush voorgedragen rechters John Roberts en Samuel Alito kreeg het Hof een aanmerkelijk conservatievere snit. In zaken die draaiden om de voorwaarden voor abortus of discriminatie schreef Bader Ginsburg nu opeens de minderheidsuitspraken die haar roemrucht zouden maken. Ze schreef felle tegenopinies in zaken met verstrekkende gevolgen, zoals Bush v. Gore, de zaak die in 2010 ruimere campagnedonaties door bedrijven mogelijk maakte, en in de zaak Burwell v. Hobby Lobby, die werkgevers het recht gaf op religieuze gronden de vergoeding voor anticonceptie uit de werknemersverzekering te schrappen.

Bader Ginsburgs geschreven oordelen lieten aan helderheid niets te wensen over. Toen het Hof in 2013 een belangrijk deel van de Voting Rights Act schrapte en zo de weg vrijmaakte voor het opnieuw frustreren van de stembusgang van minderheden, schreef ze dat de uitspraak „was als je paraplu weggooien in een regenbui omdat je niet nat wordt”. Als door haar dood de balans in het Hooggerechtshof, zoals de verwachting is, nog verder doorslaat naar het conservatisme, komt veel van waar Bader Ginsburg tijdens haar leven voor heeft gevochten in gevaar, inclusief het recht op abortus.

Lees ook Krijgen de Republikeinen nu weer een hoge rechter?
Ruth Bader Ginsburg tijdens een receptie in 2019.  REUTERS/Lindsay DeDario/File Photo Foto Lindsay DeDario/Reuters

Haar felheid stond in haar laatste jaren soms haar objectiviteit in de weg. In 2016 kwam ze in opspraak omdat ze Trump een ‘nepper’ noemde. Ze bood haar excuses aan. „Het was beter geweest als ik niets had gezegd.”

Dat Ruth Bader Ginsburg in het harnas zou sterven, stond altijd vast. Ze werkte door toen ze behandeld werd voor darmkanker, ook toen ze later alvleesklierkanker kreeg. Ze zei ooit dat ze zich „als een bruid” voelde op de dag dat Clinton haar beëdigde voor het Hooggerechtshof. Ze was rechter geworden, zei ze, omdat ze „niet genoeg in huis” had „om een goede operazangeres te worden”.

Maar, zo gaf ze toe, het was ook „uit een allesoverheersende liefde voor het recht”.

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 21 september 2020.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in