Terug naar de krant

Figureren in elkaars campagnefilmpje

Leeslijst achtergrond

Algemene Politieke Beschouwingen In de Tweede Kamer leken sommige vragen deze week niet bedoeld voor het debat, maar als materiaal voor de verkiezingscampagnes.

Leeslijst

Ingestudeerde vragen. Kamerleden die hetzelfde punt blijven herhalen, wachtend tot ze beet hebben. Fractieleiders die hun interrupties inleiden met een lange herhaling van hun standpunt, hapklaar voor het Journaal, een talkshowitem of een filmpje op Facebook of Instagram. De Tweede Kamer had tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen deze week soms meer weg van een studio dan van een debatzaal.

En zoals het elke studio betaamt, ging de meeste aandacht uit naar de niet-aanwezige: de kijker. Keer op keer werd die direct aangesproken. VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff richtte zich tot „de jongeren” („Ik denk dat de meesten van jullie zoiets nog nooit hadden meegemaakt.”), de „zorgverleners” („Ik weet dat jullie hard hebben gewerkt”) en „de mensen thuis’’ („ik vind dat jullie mogen verwachten dat wij hier in Den Haag vooroplopen”).

„Laten we het inderdaad begrijpelijk houden voor de mensen thuis” , zei PvdA-voorman Lodewijk Asscher toen hij D66-fractievoorzitter Rob Jetten aansprak op de onderwijsbegroting. „Ik ga er niet vanuit dat ik jullie kan overtuigen”, zei FVD-leider Thierry Baudet. „Maar ik ga er wel vanuit dat ik over jullie hoofden heen de bevolking kan bereiken en in haar hart een vuur kan helpen ontsteken.”

Politiek is nu eenmaal theater

Debatten draaien in zekere zin altijd om de kijker – die tevens kiezer is. Politiek ís nu eenmaal theater. Partijen gaan in Kamerdebatten niet de discussie met elkaar aan om de ander van hun gelijk te overtuigen. Ze delen het toneel om hun verschillen te laten zien aan de toeschouwer, de kiezer, die zo een oordeel kan vormen.

Daarbij nemen campagnevoerders inmiddels al lang geen genoegen meer met een gevatte oneliner of geslaagde beeldspraak: ze bepalen het beeld zélf. Grapjes die doodslaan in de debatzaal kunnen het op Facebook en Twitter fantastisch doen. Een soundbite van een Kamerlid klinkt ineens beter als de reactie van de minister is weggelaten.

Lees ook Het debat dat géén Rutte-afrekening werd
Het debat dat géén Rutte-afrekening werd
Een belastingcadeau aan de bedrijven kan wel, maar zorgverleners worden afgescheept met een bonus👇 pic.twitter.com/ToWVU7on3P

„Vroeger was dit iets van één, twee partijen, nu is elke partij daarmee bezig”, zegt SGP-leider Kees van der Staaij. Ook zijn partij heeft sinds kort iemand in dienst die zich volledig richt op de sociale media. Hij ziet het ook bij andere partijen „steeds aanweziger en belangrijker” worden en vraag zich soms af: „Is dit nou strategie, om iets te blijven herhalen? Of is dit voor een filmpje?”

Die stap is nieuw: fractieleiders kregen deze week meer dan eens het idee dat een vraag niet moest leiden tot debat, maar alleen was bedacht als campagnemateriaal. „Dan hoor ik een interruptie waarbij ik denk: dit is tien keer van tevoren voorbereid”, zegt Gert-Jan Segers (ChristenUnie). „En dan ben ik niet verrast als daar een filmpje uitkomt.”

Een paar politieke junkies

Het is „rationeel gedacht”, zegt Rens Vliegenthart, hoogleraar media en samenleving aan de Universiteit van Amsterdam. „Partijen denken: we kunnen wel twee dagen lang een mooi debat voeren dat bekeken wordt door een paar politieke junkies en een halve journalist. Of we kunnen iets stagen, iets dat we ook op de sociale media kunnen gooien.”

De fractieleiders wijzen daarbij liever naar elkaar dan naar zichzelf. GroenLinks-voorman Jesse Klaver benoemde het zelfs expliciet toen FVD-leider Baudet hem een vraag stelde, en daarbij begon over de migratiecijfers die minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, CDA) acceptabel zou vinden: „Ik heb toch ergens het gevoel dat er een Forum voor Democratie-filmpje wordt geknipt, maar goed: ik figureer daar graag in.”

Elke partij denkt na over mediastrategie, zegt Klaver achteraf, daarin is Baudet niet anders. „Het verschil is dat hij niet meedoet aan het debat, en hij probeert via mij ook nog Hugo de Jonge te raken. Dan zie je: geen interesse in het debat, niet in wat anderen vinden, in mijn antwoorden.”

Volgens Baudet ligt het anders: „Ik doe dat helemaal niet, ik ben een honest broker. Klaver doet het juist zelf.” Hij wijst op een vraag die de GroenLinks-leider hem stelde – over een Zembla-uitzending die de Russische banden van Baudet onderzocht.

Een debatzaal als studio, met Kamerleden als figuranten en vragen als opzetjes voor filmpjes: is dat schadelijk voor het debat? „Er wordt een heel klein stukje uit een ellenlang debat gelicht”, zegt Vliegenthart. „Dat kan helpen om een boodschap te vertellen, maar het wordt moeilijker als je bewust tegenstanders daarmee negatief gaat neerzetten.”

Lees ook Hoe de partijen ervoor staan na de APB

Terwijl partijen het ene na het andere filmpje deelden, bleef een duidelijke lijn in het debat uit. Segers ziet een verband: de samenwerking verdwijnt. „Vroeger trokken we in de oppositie vaak samen naar de microfoon. Je vormt een treintje. Iemand stelt een vraag, dan een ander, dan nog eens en dan samen. Nu merk je dat iedereen zijn eigen aanvalsplan trekt.” Het is er een oorzaak van, denkt Segers, dat de oppositie op weinig momenten gezamenlijk optrok.

Ook Dijkhoff zag de samenwerking bij de oppositie niet van de grond komen, al speelt volgens hem iets anders mee. „Nu is het een beetje ‘So you think you can be oppositieleider’. Dus als Asscher als derde op rij een vraag stelt over hetzelfde, doet hij het net even anders. Dan is het wel een treintje, maar hij zegt: ik ben de nieuwe locomotief.”

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 19 september 2020.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in