Bart Nijman

‘Sociale media voeden zich met onze angst voor verveling’

Columnist Bart Nijman over de kwaadaardige bijwerkingen van sociale media.

Bart Nijman

Op Netflix staat een documentaire over de kwaadaardige neveneffecten van sociale media, The Social Dilemma. Als je veel online bent, heb je aan de trailer genoeg om de clue te vatten: de goede bedoelingen van een hyperconnected wereld leidden tot negatieve bijwerkingen, tot op een punt waarop je primaire gedachten over alles van eten tot de politieke beschouwingen deelt via een wit vlakje op een verticaal schermpje in je handpalm, in de hoop dat gelijkgestemden je een like of share geven, de endorfine van de digitale zelfbevrediging. En op de achtergrond wrijven kwaadaardige aandeelhouders zich in de handen terwijl jouw klikgoud in hun zakken verdwijnt, en je privacy door het riool spoelt – samen met de meeste online uitingen.

Tegelijkertijd verscheen de miniserie High Score, over de opkomst en ontwikkeling van computergames vanaf de arcadehallen via de thuisconsoles tot de immersieve wereld van de role playing games, en hun gezamenlijke culturele (en financiële) belang.

The Social Dilemma wil je doen geloven dat het de kwaadaardige programmeurs achter Facebook en Instagram zijn die je door middel van cognitieve misleiding aan hun apps verslaafd hebben gemaakt, de tweede leert je dat digitaal winstbejag teruggaat tot kwartjes in Pacman-machines. Het verschil is dat in de vorige eeuw de artiesten, getalenteerden en paradijsvogels letterlijk de lijnen van het spel uitzetten, die tot prikkels leidden die een oprechte sensatie veroorzaakten. Nieuw, spannend, met frontier-techniek waarvan de buitengrenzen nog niet zichtbaar waren.

Sociale media, daarentegen, kapitaliseren op de uitkomst: zij voeden zich op onze angst voor verveling. Je kan niet meer naar de plee zonder Twitter te verversen, maar van spanning is geen sprake meer. Het zijn niet de ontwikkelaars die het endorfinedoolhof ontworpen hebben naar de casino’s in Las Vegas, die misbruik van je maken. Mensen willen zelf misbruikt worden: je hoeft slechts hun misplaatste gevoel van individuele unieke exceptionaliteit te kietelen.

Het individualisme van het eenzame talent trachten we inmiddels door identiteiten te vervangen, en al doende zijn we een digitale avatar van ons werkelijke zelf geworden. Voorgeprogrammeerd om een projectie van je persoonlijkheid te etaleren die zelf denkt de meeste unieke, uitzonderlijke van allemaal te zijn.

Op de eerste stap richting een nieuwe frontier kun je alles worden, op de eindbestemming kan je nergens meer uit kiezen: alle rollen zijn ingevuld. De combinatie van verlangens en verveling leiden vervolgens tot permanente verontwaardiging van talentlozen die desondanks niet bijzonder meer hoeven te zijn om toch een podium te kunnen bestijgen (u leest er nu eentje, ja). Jezelf uitspreken is niet ingewikkeld meer. Maar om mensen te laten luisteren, is nog steeds een onderscheidend talent vereist. Als de digitale tijdsgeest ons één ding leert, is dat we dat talent niet meer herkennen omdat we onszelf er continu overheen willen horen.

Column
  • iStock