Stephanie-Joy Eerhart

‘Als jij gebruikt, kan de kinderbescherming je komen ophalen’

Columnist Stephanie-Joy Eerhart over Ira die zwanger is en een verslaving heeft.

Stephanie-Joy Eerhart

‘Allemaal lariekoek, bangmakerij!’ antwoordt Yvonne, de medewerkster van de gemeente. Ik heb dan net aangegeven dat ons kantoor groot genoeg is voor anderhalve meter afstand. ‘Ik laat me niet gek maken!’ De grote vrouw met gemillimeterd haar en een neuspiercing neemt plaats. ‘Ooh ja, jij bent Yvonne!’ kirt bewoonster Ira enthousiast als ze binnenstapt in haar korte jurkje dat zo strak zit dat ik haar opbollende buikje kan zien. Yvonne wijst op Ira’s buik waarna deze begint te stralen. ‘Meid, van harte gefeliciteerd!’ klinkt het gemeend.

‘De toezichthouder had een crisis aan de andere kant van het land en is een kwartier te laat,’ meld ik als alle anderen aanwezig zijn. Er klinkt gezucht. Er hangt veel van dit gesprek af. ‘Ira, de reden dat we hier bij elkaar zitten is natuurlijk omdat je een kindje verwacht.’ De zorgcoördinator laat even een stilte vallen en kijkt in de rondte. ‘We weten dat je een verslaving hebt, maar als jij cocaïne of alcohol gebruikt, kan de kinderbescherming je komen ophalen en je gedwongen op laten nemen zodat je kindje niet in gevaar is. Ook kunnen ze besluiten om je kind van je af te pakken!’

Ira begint te huilen. De stilte in de ruimte is om te snijden. Ik trek een doos Kleenex uit mijn bureau, geef Ira een doekje en veeg mijn eigen ogen droog. ‘Maar we gaan er alles aan doen om dat te voorkomen!’ doorbreekt mijn collega het ongemakkelijke moment. ‘We gaan ons uiterste best doen om jou versneld naar een eigen woning te krijgen,’ zegt ze kordaat. ‘De Kinderbescherming is wel heel streng en je rookt nog sigaretten toch?’ Ira knikt. ‘Het is moeilijk, ik probeer vier of vijf, maar soms is het zes,’ zegt ze zacht. Ze kijkt er schuldbewust bij.

‘Mag ik effe?’ roept Yvonne. ‘Ik wil me nergens mee bemoeien hoor, maar uit onderzoek is gebleken dat stoppen met roken heel veel stress oplevert. En dat dit ook heel slecht voor de moeder is. Ja, ik dacht, ik zeg het maar, hoor. In een opvang wonen met zoveel anderen is natuurlijk ook al heel zwaar!’ De zorgcoördinator kijkt Ira aan. ‘Ik heb jaren met tienermoeders gewerkt en weet dat ze echt streng zijn, ook met roken!’ Ira knikt gedwee.

‘Sorry, sorry, sorry,’ roept toezichthouder Diana. ‘Ik heb zo snel als mogelijk gereden!’ We praten haar bij. ‘Dus ik moet de urinecontroles aan gaan vragen, zorgen dat de traumabehandeling bij de psycholoog opgestart wordt en een melding doen bij Kinderbescherming Veilig Thuis?’ somt Diana op. Er volgt geknik. En opnieuw gehuil.