Direct naar artikelinhoud
ReportageWit-Rusland

Bevolking van Wit-Rusland is zijn president ontgroeid

Het is de veiligheidsdienst die bepaalt of de dictatuur van de Wit-Russische president Loekasjenko ook na 26 jaar nog overeind blijft. Zijn de agenten bereid om vreedzame demonstranten rond de presidentsverkiezingen van zondag in elkaar te meppen of slaat de twijfel toe?

Oud-rechercheur Jevgeni Joesjkevitsj.Beeld Yuri Kozyrev

Jevgeni Joesjkevitsj weet dat ze hem ieder moment met een zak over zijn hoofd een bestelbusje in kunnen duwen, de agenten van de Wit-Russische geheime dienst KGB. Hij heeft zelf immers jarenlang bij het veiligheidsapparaat gewerkt. Nu hij andere agenten helpt om de diensten ook te verlaten, en wel op een beslissend moment voor de politiestaat aan de grens van de Europese Unie, beseft de 31-jarige oud-rechercheur dat hij een logisch doelwit vormt.

Iedere agent is opgetrommeld voor de presidentsverkiezingen van zondag. Die lijken niet uitgevochten te worden in het stemhokje, maar op straat. Ondanks de dreiging van arrestatie en baanverlies demonstreerden meer dan honderdduizend Wit-Russen de afgelopen weken tegen een zesde termijn voor alleenheerser Aleksandr Loekasjenko, aan de macht sinds 1994. De bevolking oogt meer bereid dan ooit om in opstand te komen tegen de zoveelste gefingeerde uitslag.

Of Loekasjenko’s dictatuur overeind blijft, zal afhangen van de loyaliteit van zijn laatst overgebleven en belangrijkste achterban: de veiligheidsdiensten. ‘Ons wacht een zware morele en fysieke taak’, zei de minister van Binnenlandse Zaken dinsdag tegen zijn agenten. ‘We zullen uitzonderlijke organisatiekracht, hoge persoonlijke discipline en uithoudingsvermogen nodig hebben.’

Maar wat als er agenten gaan twijfelen aan hun bereidheid om vreedzaam demonstrerende landgenoten tegen het asfalt te slaan?

Oud-rechercheur Joesjkevitsj weet zeker dat zulke agenten bestaan. De afgelopen maand ontving hij naar eigen zeggen berichten van meer dan honderd medewerkers uit Loekasjenko’s veiligheidsapparaat. Ze willen eruit, en wel snel. En ze hopen dat ByChange, de prille vrijwilligersorganisatie van Joesjkevitsj, kan helpen: de organisatie belooft assistentie bij het vinden van een alternatieve inkomstenbron.

‘De overheid heeft een monopolie over de veiligheidssector, dus als je daar ontslag neemt, vind je nergens anders in die sector nog een baan’, zegt Joesjkevitsj. ‘Dat beangstigt veel mensen. Zij moeten hun gezinnen overeind houden. Daarom moet er hulp zijn voor veiligheidsagenten en ambtenaren die geen bevelen meer willen opvolgen die in strijd zijn met hun geweten.’

Joesjkevitsj is een bedachtzame en gespierde dertiger, gehard door zeven slapeloze jaren in achtervolging op drugsdealers, fraudeurs en moordenaars. Hij zit in een koffietent waar de bestellingen opgenomen worden door een wandelende robot van 1 meter 60. Aan de andere tafeltjes zitten jonge werknemers van de bedrijven op het High-Tech Park aan de rand van Minsk.

Dit is waar de Volkskrant hem in maart spreekt over zijn overstap van senior rechercheur bij het Wit-Russische Onderzoekscomité (vergelijkbaar met het Openbaar Ministerie) naar Android-programmeur bij een ict-bedrijf met dienstverlening voor banken. Zijn hulporganisatie voor deserterend overheidspersoneel moet hij dan nog bedenken. Daarover vertelt Joesjkevitsj in de dagen voor de verkiezingen via de telefoon, als Wit-Rusland, internationaal beter bekend als Belarus, weigert om wettelijk vereiste persaccreditaties te verstrekken aan de Volkskrant en talloze andere buitenlandse media.

Mensen gebruiken de zaklampen op hun telefoons om te laten zien dat ze presidentskandidaat Svetlana Tichanovskaja steunen.Beeld Nataliya Fedosenko/TASS

Zijn reden om zijn dienstpistool drie jaar geleden in te leveren, is dezelfde die veel Wit-Russen aandragen voor hun deelname aan de grootste politieke protesten in de geschiedenis van hun land: miezerige salarissen en geen enkel vertrouwen in vooruitgang na 26 jaar onder dezelfde president. De afgelopen weken zongen Wit-Russen op pleinen weer uit volle borst het protestlied ‘Ik wil verandering’ dat dertig jaar geleden de beukende soundtrack was van de ondergang van de Sovjet-Unie.

Als rechercheur verdiende Joesjkevitsj per maand 950 Wit-Russische roebel, omgerekend 320 euro. Ongeveer net zoveel als het gemiddelde salaris in het land. En dan ben je in Wit-Rusland aangewezen op overleven, en niet op leven. ‘Ik was een goede rechercheur en ik hield van mijn werk’, zegt Joesjkevitsj. ‘Maar met dat salaris had ik geen vrijheid.’

Er is maar een plek in de Wit-Russische economie waar die vrijheid wel te vinden is, en dat is in de techsector. Het is de enige sector die vrij is van verlammende overheidsbemoeienis en waar mensen niet ontslagen worden via een bevel van de regering. De oprichter van het ict-park moest het land pas ontvluchten nadat hij zich kandidaat stelde als uitdager van Loekasjenko. In de kantoortjes van de techbedrijven fluisteren programmeurs over de reden van de vrijheid in het park: Loekasjenko, een oud-directeur van een collectieve boerderij, snapt volgens hen geen snars van computers en internet.

Op het bedrijventerrein is te zien waartoe de Wit-Russen in staat zijn als ze niet hoeven te opereren binnen Loekasjenko’s systeem. Die optie in Instagram en Facebook om selfievideo’s op te leuken met wapperende hondenoren of virtuele maskers? Hier bedacht, gemaakt en toen verkocht aan Mark Zuckerberg. Ook afkomstig uit Minsk: een app die 140 miljoen vrouwen gebruiken om hun menstruatiecyclus bij te houden, een computerspel met tanks dat door 200 miljoen mensen gespeeld wordt en Epam, een van de snelst stijgende techbedrijven ter wereld met een beursnotering in New York.

Joesjkevitsj vond werk bij dat laatste bedrijf en wordt er omringd door collega’s die ook prestigieuze overheidsbanen opgaven. Hij zit tegenover een legerarts, een militair inlichtingenofficier en een ic-arts. Allemaal lieten ze zich omscholen tot programmeur. Geen probleem voor veel Wit-Russen dankzij het hoogstaande wiskundeonderwijs waarmee ze opgegroeid zijn, een erfenis van de Sovjet-Unie.

Het salaris van Joesjkevitsj is drie keer hoger dan bij het Onderzoekscomité. Hij kent nu alle bars in het centrum, waar vooral veel programmeurs blijken rond te hangen. En hij heeft eindelijk tijd voor zijn hobby: jagen in de Wit-Russische bossen. ‘Ik ben vrij geworden’, zegt Joesjkevitsj.

En dus moet de techsector ook een alternatief kunnen zijn voor ambtenaren die wegens gewetensbezwaren wegwillen bij de overheid, denkt hij. Met zijn organisatie brengt hij de potentiële overstappers in contact met mentoren in de techwereld die helpen bij omscholing en het vinden van banen.

Die zijn er wel: inmiddels telt Minsk, een stad van 2 miljoen, meer dan 30 duizend mensen met een ict-baan. En dat aantal stijgt. ‘We willen het komende jaar verdriedubbelen’, zegt Sasja Jakovlev, een techondernemer op sokken, net als zijn werknemers in het kantoor van OneSoil, een bedrijf dat met satellietgegevens boeren over de hele wereld inzicht geeft in de staat van hun landbouwgrond.

Maar de dreigende confrontatie tussen demonstranten en agenten zal Joesjkevitsj niet kunnen beïnvloeden. Daarvoor is het honderdtal aanvragen te klein vergeleken bij de immense veiligheidsdiensten die Loekasjenko in 26 jaar heeft opgetuigd. Die lieten na vorige verkiezingen zien dat ze met vastberaden agenten de demonstraties van tienduizenden Wit-Russen konden breken met geweld, arrestaties en gevangenisstraffen. Maar kunnen ze dat ook als er veel meer mensen de straat op gaan?

Het decor van de demonstraties is ditmaal niet beperkt tot de hoofdstad. Ook in Grodno, Brest en tal van provinciesteden trokken mensen al de straat op. Niet alleen jongeren, maar ook mensen die opgroeiden onder het communisme.

Loekasjenko lijkt er niet gerust op, aangezien hij ook de legerleiding maar vast loyaliteit liet betuigen aan de strijd tegen ‘een buitenlands complot om een revolutie te veroorzaken’. Nog een teken van onzekerheid is zijn zet om buurland Rusland de schuld te geven van de protesten. Loekasjenko gaf opdracht tot de arrestatie van 33 Russische medewerkers van een privaat militair bedrijf gelieerd aan het Kremlin, omdat ze volgens de president ‘een bloedbad probeerden aan te richten in het centrum van Minsk’. Daarvoor zouden ze hebben samengespannen met de Wit-Russische oppositie.

De president staat bekend om zijn eeuwige geschipper tussen Navo-landen en Rusland, maar uitte niet eerder zulke zware beschuldigingen aan het Kremlin. Dat eist vrijlating van de Russen en stelt dat de huurlingen op doorreis waren – het luchtverkeer vanuit Moskou is gestremd door coronamaatregelen. President Poetin lijkt ondanks ruzies ook geen belang te hebben bij de val van Loekasjenko: een voorspelbare autocraat naast de deur is meer rustgevend dan een hervormingsgezinde democraat. Bovendien heeft hij een hekel aan volksopstanden aan de buitengrenzen: die zouden de Russen maar op ideeën kunnen brengen.

Maar terwijl de Russische staats-tv de demonstraties afdoet als ‘westerse provocaties’ en westerse media buiten de deur gehouden worden, houden de Wit-Russische bevolking en de veiligheidsdiensten hun adem in. Beide kampen weten dat de verkiezingen pas beginnen als de uitslag binnen is. Joesjkevitsj: ‘Ik kan nu al zeggen dat veel mensen die niet gaan pikken. De bevolking is haar president ontgroeid.’

Het strijdplan van de oppositie

Loekasjenko’s tegenstanders stemmen zondag op een huisvrouw zonder politieke ervaring. Buiten wat nep-oppositiekandidaten is Svetlana Tichanovskaja (37) de enige tegenkandidaat die toegelaten is tot de race, al is dat tegen wil en dank. Ze zou liever thuis koteletten bakken voor haar man en kinderen, zei ze bij een van haar campagnebijeenkomsten.

Maar haar man zit sinds mei in de gevangenis. Vlogger Sergej Tichanovski stelde zich kandidaat met als campagnelogo een pantoffel tegen ‘kakkerlak’ Loekasjenko en werd opgesloten. De kinderen zitten ook niet meer aan de eettafel, want die heeft Tichanovskaja na bedreigingen ondergebracht in het buitenland.

Tichanovskaja doet mee als vertegenwoordiger van haar man en andere uitgesloten oppositiekandidaten. Ze trekt door het land met twee vrouwen aan haar zijde: Veronika Tsepkalo, echtgenoot van de oprichter van het techpark in Minsk die kort na zijn kandidaatstelling het land ontvluchtte om arrestatie te voorkomen, en Maria Kolesjnikova, campagneleider van een bankier die tot zijn arrestatie gezien werd als de meest kansrijke opponent van Loekasjenko – hij verzamelde 400 duizend steunbetuigingen voor zijn kandidatuur in een land met minder dan 9,5 miljoen inwoners.

Illusies over de uitslag zeggen de vrouwen niet te hebben. Door stemfraude zal Loekasjenko gewoon weer winnen, vrezen ze. Onafhankelijke waarnemers zullen er niet zijn.

Maar de vrouwen hebben een plan. Via sociale media roepen ze de bevolking op om zondag pas te stemmen vlak voordat de stembussen dichtgaan. Zo willen ze het moeilijker maken voor kiescommissies om de stembiljetten massaal te vervalsen. Na sluiting van de stembussen hopen ze op een massale bijeenkomst op het plein rondom de basiliek ter ere van de overwinning op nazi-Duitsland, een plein dat wegens de ligging en het immense oppervlak moeilijk af te sluiten is voor de veiligheidsdiensten.

Mocht Tichanovskaja toch aan de macht komen, dan is dit haar belofte: vrijlating van politieke gevangenen, terugdraaiing van autoritaire amendementen in de grondwet en binnen een halfjaar vrije verkiezingen.

Lees ook

Aangezien Loekasjenko het coronavirus afdoet als een griepje dat het best te bestrijden is door wodka te drinken, nemen de Wit-Russen zelf maatregelen om de bevolking te beschermen. 

Bij de oppositiebetogingen zijn rood-witte vlaggen te zien in plaats van de groen-rode nationale tweekleur. Daarachter schuilt een diepe onafhankelijkheidsstrijd, zo is te zien in de Wit-Russische hoofdstad. 

Nooit eerder stond Wit-Ruslands alleenheerser zo alleen.