Direct naar artikelinhoud
Vier vragenventilatie

Moeten we onze ventilatie aanpassen om verspreiding corona tegen te gaan?

Bij een uitbraak van het coronavirus in het verpleeghuis De Tweemaster in Maassluis is het ventilatiesysteem hoogstwaarschijnlijk een cruciale factor geweest. Het RIVM is nog steeds niet overtuigd over de rol van ventilatie bij verspreiding, maar paste op de website wel stilzwijgend het advies over ventilatie aan.

en
Installateurs aan het werk aan een ventilatiesysteem in een plafond.Beeld Joost van den Broek / de Volkskrant

Hoeveel gebouwen in Nederland lopen een vergelijkbaar gevaar als het verpleeghuis in Maassluis?

Dat valt niet te zeggen. In het verpleeghuis in Maassluis werd in de gemeenschappelijke huiskamer een modern systeem gebruikt dat de binnenlucht voortdurend rondpompt. Waar dit systeem precies nog meer wordt gebruikt, is niet bekend. Tim Beuker van Binnenmilieu, een adviseur op gebied van binnenluchtkwaliteit, stelt wel dat ‘permanente recirculatie’ weinig voorkomt in Nederland.

‘De meeste bedrijven gebruiken de recirculatielucht aan het begin van de dag om het gebouw op temperatuur te krijgen’, zegt hij. Op die manier wordt er veel energie bespaard. ‘De rest van de dag komt minimaal 80 tot 90 procent van de lucht van buiten.’

Uitzonderingen zijn industrieën waar zeer specifieke eisen worden gesteld aan de temperatuur en luchtvochtigheid, zoals de vleesindustrie of bepaalde laboratoria. ‘Daar zou het heel veel geld kosten om externe lucht aan de eisen te laten voldoen’, zegt Beuker.

Dus in de vleesindustrie, waar wereldwijd veel medewerkers besmet raakten, is het ventilatiesysteem wel een logische bron van infectie?

Daar is het RIVM dubbel over. We weten dat slachthuizen eerder een bron van besmettingen waren. Het RIVM zegt in een brief aan het ministerie van VWS bovendien  dat de rol van recirculatie bij een uitbraak in een vleesverwerkingsbedrijf wordt onderzocht. Tegelijkertijd is er voor het instituut ‘geen reden om aanvullende ventilatie-eisen stellen’, omdat er ‘veel factoren zijn die kunnen bijdragen aan transmissie’.

De Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) is anders dan ouderenzorgkoepel ActiZ niet door het RIVM op het vernieuwde advies gewezen. ‘Maar wij houden zelf de RIVM-website goed in de gaten’, aldus een woordvoerder. Het vleesverwerkende bedrijf waar onderzoek is verricht naar het ventilatiesysteem zou volgens de COV de Vion-locatie Boxtel zijn.

Hoe moeilijk is dat eigenlijk, de ventilatie aanpassen?

Niet heel moeilijk. Volgens Beuker is het zeker bij moderne ventilatiesystemen een kwestie van een druk op de knop om meer lucht van buiten toe te laten. Recirculatie is in de meeste gevallen een manier om energie te besparen. In de meeste gevallen zal het niet veel moeite kosten om daar vanaf te stappen, maar wel flink wat geld.

Anders is het wederom voor industrieën als de vleesindustrie. ‘Stel dat je daar lucht van buiten haalt, dan moet je heel veel vocht toevoegen. Dat is een enorme technische uitdaging.’

De vleesbranchevereniging heeft leden gewezen op de nieuwe richtlijn. ‘Maar hun luchtsystemen zijn allemaal verschillend’, aldus de woordvoerder. ‘Wij hebben gezegd: als je daar zelf aanleiding voor ziet, pas dan het systeem aan.’

Wat betekent het geval Maassluis voor andere verzorgingshuizen?

Branchevereniging voor ouderenzorg ActiZ heeft al haar leden op de hoogte gesteld van het nieuwe advies van het RIVM om de lucht voldoende te verversen. Wat de rol van de ventilatie is geweest bij de vele uitbraken in verpleeghuizen eerder tijdens de coronacrisis, zal lastig te achterhalen zijn. Het RIVM houdt nog steeds vol dat er geen bewijs is voor virusoverdracht via kleine deeltjes door de lucht en dat er nog geen geval bekend is waarbij de ventilatie een hoofdrol heeft gespeeld bij de verspreiding. Het RIVM onderzoekt hoe het ventilatiesysteem in verzorgingshuis de Tweemaster precies heeft bijgedragen aan de verspreiding van het virus, maar of de rol van ventilatiesystemen elders nu ook onderzocht zal worden, wilde een woordvoerder van RIVM woensdag niet zeggen.