In het Afrikaanse land Mali is het al het hele weekend onrustig. Demonstranten zijn woedend op de regering omdat het geweld in het land alleen maar toeneemt. Een jaar nadat Nederlandse militairen Mali hebben verlaten, is het er alleen maar onveiliger geworden.
Al weken wordt er gedemonstreerd in de Malinese hoofdstad Bamako maar afgelopen vrijdag barstte de bom. Duizenden demonstranten bestormden het parlement, het gebouw werd geplunderd en daarna in brand gestoken.
Ook het gebouw van de staatsomroep was doelwit. Op zaterdag werden er door de hele hoofdstad wegblokkades opgeworpen en autobanden verbrand. Ordetroepen schoten op demonstranten met scherp en gebruikte traangas. Hierbij zijn voor zover vier doden gevallen, onder wie twee kinderen. Ook vandaag is het weer onrustig.
De woede van de demonstranten richt zich tegen de regering van Mali, en tegen president Keïta, want die lijkt in alles te falen. Het land is in een economische crisis, jihadisten voeren steeds vaker weer aanvallen uit en als kers op de taart zijn recente parlementsverkiezingen oneerlijk verlopen, de regeringspartij ging er toen met de zege vandoor.
President Keïta heeft laten weten met de demonstranten in gesprek te willen, maar die eissen enkel zijn vertrek. De oproep tot dialoog komt ook niet al te oprecht over nadat twee oppositieleiders zijn opgepakt door de politie.
Regelmatig bloedbaden
Het gaat al langere tijd de verkeerde kant op in Mali. Sinds 2017 is het aantal gewapende aanvallen verdubbeld, het aantal ontheemden verviervoudigd naar 250.000. Regelmatig komen er berichten naar buiten over bloedbaden die worden uitgericht door jihadistische strijders. En dat terwijl er al jaren een VN-missie actief is in Mali om het land juist veiliger te maken. Ook Nederland deed daar vijf jaar aan mee.
Begin juli werden er 32 burgers gedood door militanten in het midden van het land, twee weken daarvoor kwamen 24 Malinese soldaten om bij een aanval van jihadisten op hun konvooi. Amnesty International heeft al gewaarschuwd dat de huidige aanvallen de voorbode kunnen zijn van een humanitaire ramp. De regering heeft het simpelweg niet meer in de hand, het kan de mensen niet beschermen.
Dodelijkste VN-missie ooit
In 2012 brak in Mali de burgeroorlog uit. Toeareg strijders wilden een eigen staat en wisten in een mum van tijd het noorden van het land onder de voet te lopen. Al snel werd het gebied overgenomen door jihadisten die met harde hand regeerden. Vrouwen werden gestenigd, en dieven de hand afgehakt. In 2013 maakte Frankrijk een einde aan hun heerschappij met een grote militaire interventie.
Datzelfde jaar werd een VN-missie in het leven geroepen om een eind te maken aan al het geweld in Mali. Nederland deed vijf jaar mee aan deze missie. 400 Nederlandse militairen waren gestationeerd in de oostelijke stad Gao, dit was voorheen een jihadistenbolwerk. De Nederlanders trokken zich in 2019 weer terug maar de VN-missie ging door. Die is onder andere al de meest dodelijk VN-missie ooit. Bijna 200 blauwhelmen zijn in Mali omgekomen, onder wie ook vier Nederlanders.
