Direct naar artikelinhoud
ColumnBas den Hond

De kiezer moet het zonder Trumps geheimen doen - totdat hij zelf zijn mond voorbij praat

De kiezer moet het zonder Trumps geheimen doen - totdat hij zelf zijn mond voorbij praat

Wat Donald Trump geheim wil houden, dat mag hij geheim houden. Dat was, tot wanhoop van menige politieke commentator, de uitkomst van de twee even baanbrekende als wegversperrende uitspraken van het Hooggerechtshof, afgelopen donderdag.

Baanbrekend waren ze omdat ze korte metten maakten met de aanspraak van de president op ‘absolute immuniteit’, dus, volkomen vrijwaring van lastige processen tegen zijn persoon, en van dagvaardingen om informatie te geven.

Maar ze waren ook wegversperrend. Omdat de eisers - een aantal commissies van het Congres en een aanklager in New York - er niets mee opschoten. Ze wilden van een boekhoudkantoor en twee banken documenten hebben over de financiële handel en wandel van Trump en diens bedrijven. Maar de twee zaken moeten van het Hooggerechtshof nu eerst nog eens bekeken worden door een lagere rechter.

Opperrechter John Roberts speelde daarmee een ragfijn spel, concludeert Adam Serwer van The Atlantic. “Hij heeft de doofpotacties van Trump voltooid, terwijl hij zijn redenering verstopt in majesteitelijke taal over de rechtsstaat.”

Iets minder wanhopig is Ashwin Phatak van de denktank Constitutional Accountability Center. Hij ziet op webmagazine Slate hetzelfde probleem, Maar volgens hem kunnen de lagere rechtbanken als ze dat willen best haast maken met hun beslissingen. De belangen zijn er groot genoeg voor.

En in een van de twee zaken waarin het Hooggerechtshof donderdag uitspraak deed, die over de dagvaarding door de New Yorkse aanklager, gaf het hof van beroep in New York volgens Phatak al het goede voorbeeld. Trump vocht die dagvaarding aan bij een rechtbank. Die gaf hem ongelijk en Trump ging daartegen in verweer bij het hof van beroep in New York. Nog geen maand later had hij ook daar zijn nederlaag te pakken, waarna hij naar het Hooggerechtshof stapte.

Maar je kunt er niet op rekenen dat rechters zo'n haast hebben. En dat is lastig in een politiek systeem waar elke twee jaar het Congres opnieuw wordt verkozen, en elke vier jaar de president. Als er bijvoorbeeld over de dagvaardingen van het Congres aan het adres van Trump geen definitieve uitspraak komt voor 1 januari 2021, dan zijn die dagvaardingen zelfs niet eens meer geldig. Want dan treedt een nieuw Congres aan, dat met een schone lei begint.

De traagheid van rechters begint ook enkele andere processen tegen Trump en zijn bedrijven op te breken. Zo lopen er wel drie zaken waarin hij beschuldigd wordt van het schenden van de ‘emolumenten’-regel in de Grondwet. Die zegt dat de president geen extra inkomsten of andere voordelen mag genieten, bijvoorbeeld van buitenlandse regeringen.

Die regels schendt Trump wellicht doordat zijn Trump International hotel in de hoofdstad Washington DC erg in trek is bij buitenlandse delegaties. De verdenking is dat die door in Trump-hotel te logeren een wit voetje willen halen bij de president. Volgens Trump word alle winst uit buitenlandse bron teruggegeven aan de staat, maar wie controleert dat?

Het Trump International Hotel in Washington.Beeld AP

Daarover loopt onder andere een rechtszaak die is aangespannen door de hoofdstad zelf en door de staat Maryland. Die zeggen dat het hotel oneerlijk concurreert met vergadercomplexen die hun eigendom zijn. Een tweede proces is aangespannen door horeca-ondernemers en werknemers, en een derde door Democratische leden van het Congres.

Al die rechtszaken zijn verstrikt geraakt in procedurebezwaren en beroepsschriften. En ook daarover was er donderdag nieuws: het hof van beroep in Richmond in Virginia heeft uitstel verleend aan Trump en zijn bedrijven om Washington DC en Maryland informatie te verschaffen. Ze mogen wachten op de uitslag van hun verzoek aan het Hooggerechtshof om de hele rechtszaak ontoelaatbaar te verklaren. Ook voor die zaak geldt dus dat klaarheid zeker niet voor de verkiezingen komt.

Wat dat betreft kan Trump tevreden zijn: wat hij geheim wil houden, blijft gewoon geheim. Behalve natuurlijk als hij zijn mond voorbij praat. Zoals deze week. Tijdens een tirade tegen Joe Biden op tv-zender Fox News, waarin hij suggereerde dat die toch wel een tikje seniel aan het worden is, snoefde hij dat hij zelf onlangs in het Walter Reed (een militair ziekenhuis) een cognitietest had afgelegd. De artsen zouden enorm hebben staan kijken van zijn prestaties.

Dat laatste hoeven we niet per se te geloven. We zijn gewend aan het patroon van zelfbewieroking. Maar we hebben er ook op leren vertrouwen dat hij in zijn woordenstroom verraadt waar hij mee zit.

Dat hij zo’n test heeft afgelegd, in het Walter Reed, is geloofwaardig. En dus ook dat er, om wat voor reden dan ook, even acuut reden was om te twijfelen aan die cognitieve vermogens van de president. En zo was het voor de kiezers die op 3 november hun stem moeten uitbrengen toch niet helemaal een verloren week.