Direct naar artikelinhoud
ColumnKoen Haegens

Ook al wordt in crisistijd alles vloeibaar, onderschat nooit het conservatisme van centrale bankiers

Koen Haegens artikel columnBeeld .

Behoort u tot de Nederlanders die de stoom uit de oren komt bij termen als ‘ECB’, ‘negatieve rente’ en ‘kwantitatieve verruiming’? Stel u dan voor dat de Europese Centrale Bank afgelopen maart niks had gedaan. Dat zij het had gelaten bij een summiere verklaring dat het niet aan centrale bankiers is om de coronacrisis te bestrijden.

Christine Lagarde, president van de Europese Centrale Bank.Beeld REUTERS

Eerlijk is eerlijk: dat zou rampzalig zijn. Meer bedrijven waren bezweken onder hun schuldenlast, banken zouden elkaar gaan wantrouwen, de rentes op Zuid-Europese staatsobligaties waren pijlsnel opgelopen. Eigen schuld, dikke bult? Prima, maar zeg er dan ook bij wat de gevolgen zijn van niets doen: het einde van de euro.

Feit is dat de ECB wél handelde. Zij koopt voor nog eens 1.350 miljard euro aan schulden op van staten en bedrijven. Het idee is dat die zich goedkoop kunnen blijven financieren en de economie niet nog meer klappen oploopt. En er is een nieuw loket opgetuigd waar banken die miljarden lenen als dank miljoenen toe krijgen.

Het heeft in zoverre geholpen dat de doemscenario’s geen werkelijkheid zijn geworden. Wat de Noord-Europese haviken in een comfortabele positie brengt. Ze kunnen vanaf de zijlijn het ECB-beleid afkraken, zonder het risico te lopen dat ze deze unieke crisis zélf te lijf moeten gaan.

Ondertussen blijft een heel andere groep critici ongehoord. Zij wijzen erop dat het ECB-beleid niet uitblinkt in effectiviteit. De grote kladderadatsch is net als in de eurocrisis verhinderd, maar met zulke astronomische bedragen zou je meer resultaat verwachten. Zo blijft de inflatie, de graadmeter waar het in de wereld van centrale bankiers uiteindelijk allemaal om draait, gevaarlijk laag. Ondertussen werkt het monetaire beleid zeepbellen – op de beurzen, in de huizenprijzen, bij bedrijfsschulden – in de hand.

Daar zit het echte schandaal: niet dat de ECB de economie stimuleert, maar dat zo’n groot deel van de Frankfurter miljarden in de financiële sector blijft hangen. Het komt onvoldoende aan op de plek waar ze het hardst nodig zijn – en het grootste verschil zouden maken: bij de burgers die de klappen krijgen.

Een van de oplossingen is al vaker genoemd: helikoptergeld. Dat kan een cheque zijn voor alle burgers van de eurozone, of het met de geldpers financieren van publieke corona-uitgaven. In een bijdrage aan de Economisch Statistische Berichten stelde AFM-toezichthouder en onderzoeker Bas Dommerholt nog een variant voor. Grof gezegd: het privilege om verse euro’s te creëren, dat nu nog grotendeels bij commerciële banken ligt (elke keer als zij een lening verstrekken), kan lucratief zijn. Laat de ECB een deel van die zogenoemde ‘geldscheppingswinst’ in slechte tijden uitkeren aan de burger, schrijft Dommerholt. Dan heb je een veel effectiever gaspedaal dan negatieve rentes en opkoopprogramma’s.

Bij haar aantreden kondigde president Christine Lagarde aan de werkwijze van de centrale bank tegen het licht te willen houden. Ze plaatst inmiddels vraagtekens bij de grootschalige aankoop van schulden van fossiele bedrijven. Maar de huidige aanpak compleet omgooien? Ook al wordt in crisistijd alles vloeibaar, onderschat nooit het conservatisme van centrale bankiers.