Direct naar artikelinhoud
Wielrennen

‘EK voor aanvallers’ in Plouay wekt behoorlijk wat Belgische interesse, maar: ‘Het moet mogen van de ploeg’

Oliver Naesen wint de Bretagne Classic 2018 in Plouay, voor Valgren Andersen en Tim Wellens.Beeld Photo News

Alsof de emmer nog niet vol genoeg zat, duwen ze er ook nog eens een EK bij. De koers te veel? Dat blijkt alvast niet uit een rondvraag bij onze Belgische toppers. De interesse is meer dan behoorlijk.

en

Les attaquants à l'honneur. In Plouay doen ze er alles aan om de Europese titelrace op woensdag 26 augustus zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Het is hen verdorie geraden, zo dicht op de hielen (drie dagen) van de Grand Départ van de Tour in Nice. Exit Côte de Ty-Marrec, traditionele scherprechter in het lokale circuit (14 kilometer, 18 keer af te leggen op het EK) van de Bretagne Classic op 4 kilometer van de finish. In plaats daarvan gaat het nu via de Pont de Coët-Cren, een houten brug van drie meter breed, naar de Côte du Pont-Neuf met top op... 2 kilometer van de streep. Ideaal voor late vluchters, die op de laatste bochtige en glooiende wegen perfect kunnen overleven.

“Voor dit type parcours beschikken we over ‘schoon’ volk”, beseft bondscoach Rik Verbrugghe. “Puur op basis van de intrinsieke kwaliteiten van de Belgische toppers, zou ik al een sterke selectie kunnen maken.” Maar na vier maanden coronapauze wil Verbrugghe toch eerst wat koers zien. “Hoe komen de jongens uit die lange lockdownperiode? Wie is meteen goed? Of wie voelt dat het goed zal komen tegen eind augustus? Minstens even belangrijk, dat laatste. Competitie biedt referentiepunten, renners kunnen zich tegen elkaar afwegen. En me op die manier nuttige, betrouwbare feedback bezorgen over hun vormpeil.”

Evenepoel en Van Aert

Ergens tussen 10 en 15 augustus, hoopt hij te landen met zijn definitieve achttal. “Eerste vraag die zich opdringt is echter: wie heeft in die overvolle, gecomprimeerde kalender nog zin in een extraatje?”

Blijkt heel goed mee te vallen, zo leert een rondvraag bij het kruim van het Belgische wielrennen. Voorlopig geven enkel Remco Evenepoel en Wout van Aert expliciet aan geen EK-ticket voor de wegrit te zullen claimen. Evenepoel, jong en gretig, heeft zowat overal zin in. “Maar ik moet op langere termijn denken. Aan het WK en mijn Giro-debuut, later dit seizoen. Het wordt nog zwaar genoeg. De EK-tijdrit en -wegrit volgen elkaar iets te snel op. Dus beperk ik me louter tot de tijdrit.” Bij Jumbo-Visma willen ze Van Aert niet uit zijn Tour-flow halen. “Op dat moment zullen we al in Nice zitten”, zegt woordvoerder Ard Bierens. Iets waar ook Philippe Gilbert voor vreest. “Logistiek wordt het een zeer gecompliceerde opgave.”

Pleiten voor de eigen winkel

Maar kijk eens wie er allemaal wel warm voor loopt. Oliver Naesen, tweevoudig winnaar van de Bretagne Classic. “Op het EK maak ik meer kans dan op het WK.” Greg Van Avermaet, drie keer top tien al in Plouay. “Afhankelijk van de afstand van het EK en hoe we de verplaatsingen organiseren, moet de combinatie met de Tour misschien wel lukken.” Xandro Meurisse, rit- en eindwinnaar begin dit seizoen in Murcia. “Dat EK zit al lang in mijn hoofd. Het is een van mijn grote doelen.” Jasper Stuyven en Yves Lampaert, nummers één en twee van de Omloop, staan er “niet weigerachtig” tegenover. En ook Tiesj Benoot, vorig jaar tweede in Plouay, zegt in afwachting van een gesprek met Verbrugghe niet per se neen. “Al ligt mijn focus (voorlopig) toch vooral bij het WK.”

Eén uitdrukkelijke voorwaarde, koppelen zowel Van Avermaet, Lampaert als Naesen eraan vast. “Het moet mogen van de ploeg.” Lampaert: “Doe ik de Tour niet, wil ik zeker mee. In het andere geval zal ik wellicht geen toestemming krijgen.” En Verbrugghe voelt nog een andere bui hangen. “Mogelijk wordt Plouay zijn eigen concurrent. Want daags voordien is er de Bretagne Classic. Een WorldTour-koers, waarin belangrijke punten te verdienen vallen en die de teams kan aanzetten tot onverbiddelijke keuzes. Met alle begrip, hoe hard ik ook zal pleiten voor mijn eigen winkel. Niet ík betaal die jongens. Wel hun sponsors.”