Direct naar artikelinhoud
Voetbal

Nu ook voetbal op YouTube en Facebook. Worden sportzenders overbodig?

Club Brugge - Oud-Heverlee Leuven.Beeld Photo News

Meer dan tweehonderdduizend kijkers zagen zaterdagavond hoe Club Brugge de collega’s van Oud-Heverlee Leuven partij gaf. En daarvoor hoefden die voetbalfans niet naar de traditionele voetbalzenders te zappen. De landskampioen bracht de wedstrijdbeelden zelf via Facebook en YouTube aan de man. Worden sportzenders overbodig?

De voorbije maanden werd naar goede gewoonte gebakkeleid over het voetbalcontract. Eerst moest bepaald worden welke telecomoperator met de meeste miljoenen over de brug wou komen om het Belgisch voetbal binnen te halen. Daarna volgde een rondje onderhandelen tussen de clubs over de verdeling van dat geld. Om uiteindelijk te eindigen met een discussie over hoe, waar en wanneer de voetbalwedstrijden op het scherm zouden belanden. 

Terwijl het eigenlijk een stuk simpeler kan. Dat werd zaterdag door Club Brugge bewezen. De landskampioen speelde een oefenpot tegen Oud-Heverlee Leuven, zette een handvol camera’s langs de zijlijn, huurde commentator Nicolas De Brabander in en gooide de professioneel ogende wedstrijdbeelden die dat opleverde op YouTube en Facebook. Met succes: 218.921 kijkers pikten – minstens een deeltje – van de oefenpot mee. Zowat negentigduizend onder hen bleven langer hangen. Ter vergelijking, de film Sherlock Holmes -zaterdagavond op VIER te zien – was goed voor 107.706 kijkers. Indrukwekkende cijfers, zegt Bob Madou, Chief Business Officer bij Club Brugge, trots. “We komen natuurlijk ook uit een periode waarin er helemaal geen Belgisch voetbal te zien was. De honger is zeer groot. Ook daarom weet ik zeker dat die cijfers nog crescendo zullen gaan.” 

Bob Madou, Chief Business Officer bij Club BruggeBeeld Photo News

In eigen land mag Club dan al een trendsetter zijn, in het buitenland zijn er wel meer clubs met televisie-ambities. FC Barcelona bijvoorbeeld. De Catalaanse club zette met Barca TV+ een eigen streamingdienst op poten. Daar zijn naast de hoogtepunten uit de matchen van het eerste elftal en interviews met de spelers ook livestreams van de wedstrijden van het B-elftal en het vrouwenteam te zien. “Voor clubs is dat een manier om hun merk wat meer body te geven”, vertelt Wim Lagae, sporteconoom aan de KU Leuven. “Door eigen beeldmateriaal te verspreiden zorgen ze ervoor dat hun sponsors ook buiten de traditionele kanalen in beeld komen.” 

“Er kunnen in ons stadion nu eenmaal maar 29.000 supporters binnen”, zegt Bob Madou. “En een wedstrijd duurt nog steeds maar 90 minuten. Al zijn dat er tegenwoordig, dankzij de VAR, meestal net iets meer.” (lacht) Maar ook met die extra VAR-minuten blijft het bereik dat een club zijn commerciële partners kan bieden beperkt. In een poging dat uit te breiden begon Club met het Club Media House. Dat is een creatief bureau dat werkt aan de branding rond de Club-merken, én ook een eigen productiehuis dat content levert voor de verschillende socialemediaplatformen. Sinds afgelopen weekend waagt het zich dus ook aan het live-streamen van wedstrijden. Met de cijfers van afgelopen weekend in het achterhoofd lijkt dat de ideale manier om de sponsors extra zendtijd te bieden. 

Voorlopig beperkt Club zich tot het streamen van oefenwedstrijden die anders het scherm niet zouden halen. Is dat een opstapje naar een volwaardig eigen kanaal waar alle wedstrijden van Club te zien zullen zijn? “Dat is de toekomst, maar vooralsnog doen we het liever in partnership met grote mediaspelers. We hebben het bereik van onze traditionele mediapartners nodig. Teams als Liverpool, Barcelona of Manchester United zijn daar misschien mee bezig, maar dan heb je het over clubs met een mondiale uitstraling en een dito bereik. De Belgische markt is te klein om de gigantische investeringen te verantwoorden die met zo’n eigen kanaal gepaard gaan.” 

Niet alleen in Brugge, ook in Anderlecht, Standard of Antwerpen wordt geëxperimenteerd met het produceren van eigen beeldmateriaal. En daar is niet iedereen even gelukkig mee. De zelf in elkaar geknutselde filmpjes zijn immers niet alleen een commercieel vehikel om sponsors te paaien, ze worden ook steeds vaker gebruikt om gevoelige boodschappen de wereld in te sturen. De verschuivingen in de bestuurskamer van paars-wit bijvoorbeeld, of de toekomstplannen van Michel Preud’homme werden exclusief via de eigen kanalen verspreid. Zonder de mogelijkheid om (kritische) vragen te stellen. “Een kwalijke evolutie”, vindt David Naert, ondervoorzitter van Sportspresse, de beroepsvereniging van sportjournalisten. “Op den duur dreig je niet meer dan een doorgeefluik te worden.” Dat clubs met eigen content komen, is geen probleem, vindt Naert.  “Zolang er daarnaast ook nog de mogelijkheid is om interviews te doen en vragen te stellen.”

Ook Madou is een voorstander van die dubbele aanpak. “Natuurlijk zou het makkelijker zijn om onze spelers en trainers enkel door onze eigen mensen te laten interviewen. Maar we willen onze traditionele mediapartners niet in de kou laten staan.” Dat sommige clubs de deur nu wel helemaal op slot doen, zal op den duur contraproductief werken, vreest Naert. “Kranten als Het Laatste Nieuws of Het Nieuwsblad zullen over de grote clubs blijven schrijven. Als ze geen officiële informatie meer krijgen, gaan ze die wel elders halen. Bij de makelaars bijvoorbeeld. En we hebben al gezien waar dat toe kan leiden.”