Direct naar artikelinhoud
InterviewWopke Hoekstra

Wat is er nou zo verschrikkelijk aan eurobonds? ‘Ze zijn gewoon niet nodig’, vindt Wopke Hoekstra

Minister Wopke Hoekstra van Financiën.Beeld Jiri Büller / de Volkskrant

Minister van Financiën Wopke Hoekstra kreeg de toorn van de zuidelijke EU-landen over zich heen. Volgens hem is er geen sprake van gebrek aan solidariteit. Maar er is ook de ‘dure plicht’ te doen wat op korte en lange termijn goed is voor de economie. ‘We willen solidair én verstandig zijn.’

Wopke Hoekstra zit van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat aan de telefoon om de rimpels glad te strijken die hij zelf heeft gecreëerd. Hij sprak zuidelijke eurolanden tijdens een vergadering aan op hun gebrek aan
begrotingsdiscipline en dat viel niet in goede aarde. Diplomatiek geen handige zet, want Hoekstra probeert te voorkomen dat de 19 eurolanden gezamenlijk geld gaan lenen om de coronacrisis te bestrijden. Italië, Spanje en Frankrijk pleiten juist wel voor de invoering van zulke eurobonds. Dinsdag neemt de
Eurogroep, met Hoekstra als deelnemer, hierover een besluit.

Wat is er nou zo verschrikkelijk aan eurobonds? Want dat vindt u blijkbaar het allerverschrikkelijkste wat er is.

(Schiet in de lach). ‘Dat zijn niet mijn woorden, maar eurobonds zullen de risico’s voor Europa op de lange termijn eerder vergroten dan verkleinen. Met eurobonds ga je toe naar een schuldenunie en dat vinden wij niet verstandig. Euro-obligaties, waarbij alle eurolanden garant staan voor elkaars staatsschulden, passen niet bij een unie waarin de lidstaten allemaal over hun eigen begroting gaan. Eurolanden beslissen zelf hoeveel schulden ze maken en waar ze hun geld aan uitgeven. Dat ze die budgettaire vrijheid hebben is terecht, want elke regering in Europa legt verantwoording af aan haar eigen, nationale parlement. De eurozone verkeert in een fundamenteel andere situatie dan de Verenigde Staten. Europa heeft geen centrale overheid. En wij zijn ook geen voorstander van zo’n centraal Europees gezag.’

Juist bij gebrek aan die centrale overheid zeggen veel economen: de euro dwingt een transferunie af. Zonder structurele geldtransfers van sterke naar zwakke eurolanden zijn eurocrises onvermijdelijk. Al vóór de invoering van de euro is daar nadrukkelijk voor gewaarschuwd.

‘Ik ben iets optimistischer. Ik denk dat de keuze tussen het uiteenvallen van de euro en een transferunie niet zo zwart-wit is, dat er ook een tussenweg is. Natuurlijk zaten er weeffouten in het systeem. Die hebben we tijdens de vorige crisis deels weten op te lossen, want toen zijn we met noodinstrumenten gekomen voor de banken en hebben we het Europese noodfonds ESM opgericht. Een transferunie vind ik onwenselijk, omdat er grote verschillen zijn tussen de lidstaten qua begrotingsbeleid en ook tussen hun economieën.’

Frankrijk stelt voor om tijdelijk, voor maximaal tien jaar, eurobonds uit te geven. Alleen om de gevolgen van deze crisis op te vangen. Dus aan die eurobonds zit je niet voor eeuwig vast. Waarom bent u daarop tegen?

‘Omdat eurobonds geen oplossing zijn voor het probleem. Er is nu geen tekort aan geld. Alle lidstaten kunnen nog steeds geld lenen op de financiële markten. De Europese Centrale Bank heeft daarnaast 750 miljard euro ter beschikking gesteld aan eurolanden; dat is zéér fors geld. En als een euroland toch financieringsproblemen krijgt, kan het een beroep doen op het ESM. Een grote groep landen is trouwens tegen eurobonds. Veel meer landen dan alleen Nederland en Duitsland.’

Hoekstra: ‘Met een laatste redmiddel moet je verstandig omgaan, want je kunt dat maar één keer inzetten.’Beeld Jiri Büller / De Volkskrant

Nederland wil een Europees noodfonds voor EU-landen oprichten waaruit lidstaten kunnen putten om hun medische kosten te betalen. Nederland is bereid daar een miljard euro in te storten. Maar geld is toch niet het probleem, zei u net?

‘Europa gaat door een gezondheidscrisis die zijn weerga niet kent. Ik vind dat we gezamenlijk de plicht hebben om niet alleen in Nederland, maar overal in Europa de mensen de gezondheidszorg te geven die ze nodig hebben. Daarvoor moeten we alles op alles zetten. Geldgebrek mag dat niet in de weg staan. Daarom vinden Rutte en ik het logisch dat Nederland daaraan een bijdrage levert. Daarnaast zijn we best bereid economische hulp te bieden. Alleen hebben we daar in Europa al genoeg andere middelen voor dan eurobonds, zoals het ESM en de EU-begroting. We willen solidair én verstandig zijn.’

Waarom is het wel zinvol om geld op te halen voor medische kosten, maar niet voor economische kosten? U heeft in Nederland toch ook 65 miljard euro uitgetrokken voor financiële steun aan bedrijven en zzp’ers?

‘Niet alleen Nederland, maar alle lidstaten hebben een noodpakket gemaakt voor hun burgers en hun economie. In essentie probeert iedereen hetzelfde te doen: namelijk burgers en bedrijven door deze zeer zware fase heen helpen. We moeten goed bekijken wat we op dat vlak van elkaar kunnen leren. Maar ik wil benadrukken dat er geen enkel land is dat nu zegt: we hebben een geldprobleem. De combinatie van de nationale pakketten, het ingrijpen van de ECB, en het noodfonds ESM als lener in laatste instantie, maakt dat eurobonds gewoon niet nodig zijn.’

Dat Nederlandse fonds gaat maximaal 20 miljard euro bevatten, terwijl Frankrijk en Duitsland praten over honderden miljarden euro’s noodhulp. Dus met een donatie van een miljard euro lijkt Nederland in vergelijking nog steeds een beetje krenterig.

‘Dit fonds gaat specifiek over de medische kosten. Daar is het op gericht. Maar we zijn bereid veel meer te doen. Dat fonds is niet het enige wat Nederland doet. Het ESM, dat 410 miljard euro kan uitlenen, en de andere Europese noodhulpinstrumenten zijn van ons allemaal. Dat zijn allemaal geldpotten waar Nederland evenredig, of zelfs meer dan evenredig, aan bijdraagt.’

Nederland is door sommige landen uitgemaakt voor koudbloedige cententeller, mede door uw – in hun ogen – ongevoelige optreden in de Eurogroep. Gaat dit u niet opbreken in de onderhandelingen?

‘Ik constateer dat ons verzet tegen eurobonds in Europa duidelijk is overgekomen, maar dat onze andere boodschap volstrekt is ondergesneeuwd. En dat is dat Nederland echt solidair wil zijn met andere landen. Dus als dit het resultaat is van onze communicatie, dan hebben we het niet goed gedaan. Daar moet ik eerlijk in zijn. Mark Rutte en ik hebben juist willen benadrukken dat het én-én is wat ons betreft. We vinden het volkomen terecht dat andere landen een beroep doen op onze solidariteit, maar daarnaast hebben we de dure plicht om te doen wat op korte en op lange termijn verstandig is voor de Nederlandse en de Europese economie.’

Vaste bondgenoot Duitsland hield zich opvallend stil toen Rutte en u de afgelopen weken werden aangevallen. Steunen de Duitsers u eigenlijk wel?

‘Er is zeer intensief contact met Duitsland, zowel op ambtelijk als op ministerieel niveau. Ik heb de afgelopen weken ook heel veel gebeld met collega’s in noord, zuid, oost en west, maar Duitsland is onze belangrijkste bondgenoot. De Duitsers kijken ongeveer hetzelfde tegen de zaken aan als wij.’

O ja? Duitsland is bereid de voorwaarden voor ESM-leningen te laten vallen. Landen die geld willen lenen uit dat noodfonds hoeven zich dan niet aan een streng hervormingsprogramma te onderwerpen, zoals Griekenland tijdens de eurocrisis nog wel moest. U vindt dat te ver gaan.

‘Het ESM is het laatste redmiddel dat we hebben als landen hun schulden niet meer kunnen betalen. Die situatie doet zich nu niet voor. Met een laatste redmiddel moet je verstandig omgaan, want je kunt dat maar één keer inzetten. Ik verwacht dat de meningsverschillen over het ESM overbrugbaar zijn. Tegelijkertijd is het redelijk om aan het gebruik van het ESM wél voorwaarden te koppelen. Want het ESM is bedoeld om de helpende hand te bieden in een noodsituatie, maar ook om landen vervolgens sterker uit de crisis te laten komen.’

Wat betreft de crisis in Nederland: zijn uw zakken nog steeds onpeilbaar diep, of komt de bodem van de schatkist in zicht nu de epidemie minder snel uitdooft dan gehoopt?

‘De kosten van dit maatregelenpakket kunnen we echt dragen. Die 65 miljard kunnen we financieren en we kunnen dat ook nog een tweede en derde keer doen als dat nodig is. Ik moet dan wel eerlijk toegeven dat de economische schade in dat geval enorm is. Dan heb je het over meer dan 7 procent krimp van de economie en over een heel forse recessie die ook lang aanhoudt. Zo’n situatie doet zich buiten oorlogstijd normaal gesproken niet voor. Maar we kunnen dit aan.’

‘In essentie probeert iedereen hetzelfde te doen: namelijk burgers en bedrijven door deze zeer zware fase heen helpen.’Beeld Jiri Büller / De Volkskrant