Direct naar artikelinhoud
Interview

Minister Koolmees: ‘Flexwerkers zijn mijn grootste zorg’

Nederland moet niet naïef zijn: er zullen bedrijven en banen verdwijnen door de coronacrisis, zegt minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken). Dat flexwerkers als eerste werkloos raken, bewijst volgens hem dat de arbeidsmarkt aan groot onderhoud toe is.

Minister Wouter Koolmees: ‘Iedereen moet nagaan: heb ik de steun wel echt nodig?’Beeld ANP

Begin maart belandde de werkloosheid nog op een recordlaagte. Amper een maand later ziet Wouter Koolmees hoe grote groepen Nederlanders gedwongen thuis zitten, terwijl anderen juist moeten bikkelen als nooit tevoren. “Het is paradoxaal, en raar.”

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kijkt met ontzag naar het medisch personeel dat de klok rond werkt om in de coronacrisis de gezondheidszorg overeind te ­houden. Tegelijkertijd is hij trots op zijn ambtenaren. Zij hebben nachten en weekenden doorgewerkt om een nimmer geëvenaard noodpakket in elkaar te sleutelen waardoor zoveel mogelijk thuiszitters hun baan kunnen behouden. “Wat normaal een jaar kost, is in drie weken uit de grond gestampt.”

Vanaf maandag kunnen bedrijven bij het UWV terecht voor de loon­kostenregeling van tien miljard euro. “Het moest gewoon snel,” zegt Koolmees, “zodat de salarissen van maart en april kunnen worden betaald.”

Toch kunt u daar niet gerust op zijn. Komt het geld op tijd los?

“We doen ons uiterste best. Het systeem is wel zodanig ingericht dat ­grote aantallen aanvragen tegelijkertijd verwerkt en uitbetaald kunnen worden. Toch kan ik geen garanties geven. Het gaat om grote aantallen. Ik schat dat 100.000 tot 150.000 ondernemingen een aanvraag zullen doen. Dan heb je het al gauw over 1,5 miljoen werknemers.”

Kan de uitvoering het aan? Vorige week knalde bij een simpelere ­regeling van EZ het systeem er direct uit. Ligt u daarvan wakker?

“Nee, maar het is wel een aandachtspunt. We hebben juist daarom gekozen voor een regeling die simpel is. Er zijn best veel bedrijven die nu al opmerken dat zij er niet goed mee uit de voeten kunnen omdat de omstandigheden voor hen anders zijn. En ik zie dat ook wel. Neem de Keukenhof, die is alleen in april open. Omwille van de uitvoerbaarheid is er minder ruimte voor maatwerk of uitzonderingen. Dat is helaas zo.”

Zullen desondanks bedrijven het loodje leggen?

“Deze crisis heeft natuurlijk ook structurele effecten. Er gaan mensen hun baan verliezen en er zullen bedrijven failliet gaan. Daar moet ik niet naïef over zijn. De reisbranche krijgt een heel forse klap, de luchtvaart en de horeca ook.”

“Tegelijkertijd zijn er sectoren waar grote verschillen zijn: supermarkten en bouwmarkten boeken heel veel omzet, de rest van de detailhandel juist niet. En waar in de agrisector de sierteelt nu het hardst geraakt is, zijn er ook bedrijven waarvoor de oogsttijd nog moet beginnen.”

Heeft u begrip voor bedrijven die geen loonkostenregeling maar ontslag voor hun personeel aanvragen?

“Ik begrijp dat dat gebeurt. Dit noodpakket is er voor drie maanden, en als het nodig is, doen we er drie maanden bij. Toch zullen er zeker ondernemingen zijn die erop rekenen dat de gevolgen van de crisis voor hen langer voortduren en daarnaar handelen door personeel te ontslaan.”

“Tegelijkertijd is de loonkosten-regeling ook bedoeld om mensen met een tijdelijk contract of oproep­krachten door te betalen. Je ziet in een crisis toch vaak dat deze mensen als eerste de pineut zijn. Zij zijn de flexibele schil, zij kunnen minder makkelijk de klap opvangen en om hen maak ik me de meeste zorgen.”

Ook veel zelfstandigen komen acuut in de problemen. Is dit het zoveelste bewijs dat er iets mis is met onze arbeidsmarkt?

“Ik denk dat u daar gelijk in heeft. Ook de commissie-Borstlap heeft gezegd dat de arbeidsmarkt aan groot onderhoud toe is. Dat blijkt nu in praktijk. Juist omdat risico’s overmatig neerslaan bij deze groep, al is dit natuurlijk geen normaal onder­nemersrisico.”

Moet extra haast worden gemaakt om fiscale verschillen tussen zelfstandigen en ‘gewone werknemers’ te verkleinen?

“Als kabinet hebben we al stappen gezet. De zelfstandigenaftrek wordt stapsgewijs verlaagd naar 5000 euro. Of er meer moet gebeuren, is voor een volgende fase. Daar ben ik nu niet mee bezig, maar het is wel een belangrijk onderwerp dat niet van tafel mag vallen.”

Wat zegt u tegen Nederlanders die hun huishoudelijke hulp niet door-betalen?

“Doe dat juist wel! En ook de schilder en de sportschool. Wij zorgen als overheid dat jouw salaris wordt doorbetaald, dan hoop ik dat mensen de verantwoordelijkheid nemen om anderen te helpen deze lastige periode door te komen. Vergeet ook de middenstand niet. Of het restaurant om de hoek: ik zie in mijn eigen woonplaats hoe de hele buurt momenteel langskomt voor afhaalmaaltijden, zodat er toch nog wat wordt verdiend.”

Het kabinet blijft maar oproepen om geen misbruik van het noodpakket te maken. Is dat een gebrek aan ­vertrouwen of onmacht?

“Ik vind die houding heel negatief. Nee, dat is het niet. Wat wel zo is: we gaan bij veel van die regelingen uit van vertrouwen. De vraag die iedereen zich moet stellen is: heb je de steun nou echt nodig? Ondernemers die met de handen in het haar zitten, hebben geen andere keuze. Tegelijkertijd, als je als bedrijf veel buffers hebt, moet je je afvragen of je het wel nodig hebt.”

Bedrijven kunnen ook denken: mijn concurrent houdt zijn hand vast op, dan kan ik niet achterblijven.

“Dat is waar, maar daar ben ik niet zo bang voor. Bij de loonkostenregeling gaat het in de kern om omzetverlies. Als jij minder omzet hebt, heeft je concurrent dat vast ook. Uiteindelijk wordt bij de afrekening achteraf ­duidelijk wat de echte omzet is geweest. Het gaat ons er vooral om dat mensen niet denken: hier ga ik eens een slaatje uit slaan.”

Veel Nederlanders kijken uit naar 28 april. Kunnen we dan weer gewoon het oude leven oppakken en naar het werk?

“Het is moeilijk antwoord te geven op die vraag. Ik denk het niet. We monitoren wat er gebeurt en gaan tegen die tijd kijken. Ook denken we na over die fase daarna, hoe we weer richting ‘normaal’ gaan. Maar daarvoor is het te vroeg.”

Ziet ons dagelijks leven er na de coronacrisis anders uit?

“Dat denk ik eerlijk gezegd wel. Je ziet nu al het effect: mensen vergaderen online, vinden manieren om thuis te werken. Kinderen gebruiken digitaal lesmateriaal voor school en Zoom en Facetime om contact met vriendjes en vriendinnetjes te hebben. Mensen doen meer aan web-winkelen, laten de boodschappen thuisbezorgen. Dat soort ontwik­kelingen wordt versterkt.”