NOS Nieuws

Waarom een IC-bed meer is dan een bed alleen

Het opschalen van bedden op de intensive care - waar de politiek veel over praat - is meer dan een kamer vrijmaken en een verpleegkundige uit een ander vakgebied invliegen. Het werk is specialistisch en vereist kennis van een flink wat medische apparaten.

IC-verpleegkundige Christel Schilders (51) van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) in Tilburg legt uit wat er allemaal komt kijken bij de verzorging van een coronapatiënt. "Alles moet goed gaan, anders krijgt een patiënt geen adem meer."

Christel Schilders

Wat doet een verpleegkundige op de intensive care?

"Als verpleegkundige op de intensive care ben je heel technisch bezig. Met metingen die continu gedaan worden - zoals hartslag, zuurstof, bloeddruk, beademingsinstelling - en met eigen observaties breng ik in kaart hoe het met mijn patiënten gaat.

Met de IC-arts bepaal ik of we bijvoorbeeld medicijnen of beademingsinstellingen aanpassen. Ik houd op alles toezicht. En als ik niet bij een patiënt op de kamer ben, heb ik alarmen ingesteld. Zo kan ik meteen handelen als een patiënt in gevaar komt.

Daarnaast doe ik de persoonlijke verzorging van een patiënt. Ik was en verschoon hem en als iemand aan de beademing ligt en met narcosemedicatie in slaap wordt gehouden, draai ik hem elke vier uur om, om doorligplekken te voorkomen. Ook doen we veel aan familiebegeleiding."

Wat komt er allemaal precies kijken bij één ic-bed? Swipe hieronder om dat te zien:

  • NOS
  • NOS
  • NOS
  • NOS
  • NOS
  • NOS
  • NOS
  • NOS
  • NOS/Harm Kersten

Wat komt er allemaal kijken bij de verzorging van een coronapatiënt?

"Coronapatiënten vallen in de zwaarste categorie patiënten op de intensive care. Hoogcomplex, noemen wij dat. Zij hebben last van zuurstoftekort en liggen aan de beademing. Ook moeten we regelmatig bloed afnemen om het zuurstofgehalte te checken.

Beademing is bij coronapatienten heel belangrijk. Een tekort aan zuurstof probeer je op te lossen met bijsturing van de beademingsinstelling. Dat is heel specialistisch werk, dat je andere verpleegkundigen niet zomaar aanleert."

Hoe ervaar je de werkdruk in vergelijking met de normale situatie?

"Gemiddeld verzorgt een IC-verpleegkundige één tot twee patiënten. Door de coronacrisis verzorg ik nu tot wel drie patiënten. Dat doe ik op de uitslaapzaal van de operatiekamer. Uitslaapverpleegkundigen of verpleegkundigen van de operatiekamer helpen daarbij. Zij kunnen helpen met de medicijnpompen, patiënten verschonen en in een andere houding leggen, de urinezak legen, de mond schoonmaken: allemaal zaken die je normaal alleen doet.

De hulp is fijn, maar je moet verpleegkundigen uit andere vakgebieden bijna alles leren. Als we dat nu goed doen, hebben we er straks, als het aantal patiënten verder wordt uitgebreid, veel hulp aan."

Christel aan het werk op de intensive care

Hoeveel rek zit er nog in voor jou?

"Als je mij een half jaar geleden had gevraagd of ik vier patiënten kan verzorgen, dan had ik nee gezegd. Maar als ik alle medewerkers wegwijs heb gemaakt, dan gaat het denk ik wel lukken. Het kan niet anders, want het is crisis. Maar het is iets wat je echt niet wilt, want fouten gaan op de loer liggen.

Ik hou het nu vol omdat ik veel steun vind bij collega's en er veel saamhorigheid is onder alle medewerkers op de IC. Een goede vriendin van mij werkt er ook. Ik spreek haar dagelijks. Als ik naar huis fiets na een dienst, dan bel ik haar en nemen we de dag even door. Hoe het was met de familie van een patiënt. Dat iemand is overleden. Dat je daar zo van baalt. Wat een klotevirus het is. Dat houdt me op de been."

Hoe ziet de emotionele zorg eruit?

"Wij moeten steun geven aan de familie, maar dat is niet makkelijk. De familie weet ook dat veel mensen overlijden en is op en top gespannen of hun naaste het gaat halen. Normaal kan je emotionele support geven aan de familie. Nu moet je nog meer je aandacht verdelen.

Wat mij veel doet, is dat coronapatiënten die in slaap worden gebracht hun familie vaak niet meer kunnen zien. Normaal kan familie nog even met iemand praten, daar is nu vaak geen tijd voor. Dat is naar, omdat je weet dat een deel van de coronapatiënten in die fase overlijdt."

"Voordat patiënten aan de beademing gaan, probeer ik ze gerust te stellen en vertel ik dat ik de familie bel om te vertellen hoe het is gegaan. Ik vraag wat ik nog tegen hun partner of naasten kan zeggen. Dat is zwaar. Het liefste wil ik dat hun naaste nog even op de IC kan komen om bij de patiënt te zijn en afscheid te nemen. Je weet immers niet of de patiënt deze ziekte zal overleven. Dat zijn lastige momenten voor ons.

Bij een coronapatiënt mag één familielid één keer per dag een halfuurtje langskomen. Als dan een echtgenote voor het eerst bij haar partner mag komen, terwijl die in slaap wordt gehouden, en je ziet iemand met hangende schouders weglopen, dan vind ik dat heel moeilijk.

We bellen 's ochtends en 's avonds met de familie van een patiënt. Ook houden we een dagboekje bij op de kamer. Daarin beschrijven we in normale mensentaal wat we hebben gedaan. Dat we iemand lekker hebben geschoren bijvoorbeeld. Dat is een extra ondersteuning, ook voor familie die niet mag komen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl