Direct naar artikelinhoud
INTERVIEWMarietje Schaake

Privacyexpert Marietje Schaake: ‘Bedrijven en overheden zijn altijd op zoek naar meer online macht’

Marietje Schaake: ‘Zoom staat voor een breder probleem: doordat het zo snel groot wordt, ontstaat een dwingend effect op mensen die het niet gebruiken.’Beeld Linelle Deunk

Als cybercriticus wantrouwt Marietje Schaake de bereidwilligheid van veel mensen om nu hun privacy op te geven. Want eenmaal weggegeven, komt die niet snel terug.

Het coronavirus komt niet alleen. Naast de pandemie woedt een ‘infodemie’, signaleert Marietje Schaake (41). De parallellen met het echte virus zijn frappant: het informatievirus trekt door de aderen van het internet om zich zo snel mogelijk te verspreiden. Schaake: ‘Zelfs de terminologie is gelijk aan het medische virus: berichten gaan viraal.’

Als iemand de risico’s van technologie kan duiden, is het Schaake. Jarenlang hield ze zich namens D66 in het Europees Parlement bezig met de macht van grote technologiebedrijven. Ze speelde een belangrijke rol bij de afschaffing van roamingkosten voor bellen in het buitenland en ook bij de afgedwongen netneutraliteit in Europa. Ze is president van het in Genève gevestigde Cyber Peace Institute. En in oktober vorig jaar werd ze docent én directeur internationaal beleid bij het Cyber Policy Center van de prestigieuze Amerikaanse universiteit Stanford. In het hart van Silicon Valley. Tussen de grote technologiebedrijven waar ze jarenlang zo kritisch over was en die door het coronavirus ineens de wind weer in de rug lijken te hebben. Daarom waarschuwt ze: in crises als deze moeten we opletten voor verregaande maatregelen die de privacy van burgers op een zijspoor zetten.

We spreken elkaar via Zoom, de videodienst die onder vuur ligt en in korte tijd razend populair is geworden. Treffend voorbeeld van een platform waarvan nauwelijks bekend is hoe het precies werkt en hoe het beveiligd is. De Britse premier Boris Johnson belde ermee, plaatste een screenshot online, waarop het unieke ID-nummer voor de sessie voor iedereen zichtbaar was. Mark Rutte zei ‘we zoomen’ in zijn persconferentie. Maar waarom zoomen we eigenlijk? Schaake: ‘Omdat het makkelijk werkt.’ Ze heeft een excuus: Stanford heeft een professioneel contract met Zoom, dus hangt de hele universiteit iedere dag in Zoom-sessies of breakout-rooms. ‘Al zou ik anders willen: ik kan niet de idealist zijn.’

Is dat niet precies het bezwaar nu: we gebruiken diensten die we niet goed genoeg kennen?

‘Ja, er komen steeds nieuwe details over Zoom naar buiten. Gegevens die heimelijk naar Facebook gaan. Dat de gesprekken toch niet versleuteld zijn, dat het Windows-wachtwoord via Zoom te achterhalen is. Het toont hoe weinig een gemiddeld persoon over zo’n dienst te weten kan komen. En de werkwijze verandert telkens. Dat doet Google ook: het zoekalgoritme verandert 3.200 keer per jaar. Dus zelfs als je eindelijk zou weten hoe het werkt, werkt het een dag later weer anders. Dat maakt enige vorm van analyse of onafhankelijk toezicht ingewikkeld. Het is onacceptabel dat er daardoor nauwelijks verantwoording wordt afgelegd.’

Waarom gebruiken we Zoom en niet een alternatief?

‘Zoom staat voor een breder probleem: doordat het zo snel groot wordt, ontstaat een dwingend effect op mensen die het niet gebruiken. Zij moeten meedoen, omdat iedereen het nu eenmaal gebruikt. Dat versterkt de macht van die bedrijven. Zo werkt Facebook ook: ook als je Facebook niet gebruikt, word je overal aan de dienst herinnerd en achtervolgt het bedrijf je. Volksvertegenwoordigers gaan uitzenden via Facebook Live. Als je geen account hebt, kun je geen toegang tot die volksvertegenwoordiger krijgen. Bovendien: Zoom werkt gewoon goed. Gemak gaat snel boven privacy of veiligheid.’

Schaake kon op het nippertje weg uit Californië. Toen begin maart het coronavirus om zich heen greep, boekte ze op goed geluk een ticket naar Nederland. In de auto op weg naar het vliegveld van San Francisco kondigde Californië een lockdown aan. Vanuit haar appartement in Nederland geeft ze les. Maandag nog een gastles aan gemotiveerde studenten van Harvard. Via Zoom. ‘De technologie floreert. De negatieve kanten ook: er is angst door berichtgeving, mensen zijn digitaal kwetsbaar, hackers zijn actief, er is veel phishing, aanvallen op ziekenhuizen, je ziet het allemaal. Het mooiste en lelijkste van technologie komen nu samen.’

Laten we met het lelijke beginnen. Waar moeten we op letten tijdens deze crisis?

‘Op bedrijven die ineens locatiedata beschikbaar stellen aan overheden voor de bestrijding van de crisis. Zoals het Israëlische bedrijf NSO Group, dat hackt journalisten en activisten, had zijdelings met de moord op journalist Kamal Kashoggi te maken en ziet nu zijn kans schoon de reputatie op te poetsen. Dat het aan zo veel data van burgers kan komen is juist het bezwaar. Het draait het nu slim om in zijn voordeel. Zorgelijk is ook dat privacy-organisaties als Access Now niet durven te zeggen dat het gebruik van telefoondata een slecht idee is. Ze komen alleen met voorwaarden.’

Aleid Wolfsen, voorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens, zegt: onder deze omstandigheden ga ik niet mijn vinger opsteken en de privacywetgeving erbij halen.

‘Ik vind het opmerkelijk hoe snel privacy-organisaties een stap opzij doen. Wat levert het verzamelen van telefoondata eigenlijk op? Hoe bestrijd je daarmee het virus, zeker aangezien we niet op grote schaal op het virus testen in Nederland? We moeten ook oppassen voor schijnoplossingen.’

Het kan in kaart brengen met wie je in contact bent geweest.

‘Wellicht kan dat met locatiegegevens. Dan wordt zichtbaar dat ik in een supermarkt ben geweest en zeg, langs veertig mensen ben gekomen en ik zou later ziek worden. Wat betekent dat precies? Moeten die veertig mensen opgespoord en in quarantaine? Wat lossen die telefoondata precies op? 

‘In Azië is de surveillance al intens en wordt er nog een schep bovenop gedaan. Een app die jou een groene, oranje of rode kleur toekent, die jouw bewegingsvrijheid bepaalt. In Taiwan komt de politie naar je huis als de batterij van je telefoon leeg is. In Europa moeten we oppassen dat we autoritaire praktijken niet achternagaan. Als je al overtuigd bent door de waarde van telefoondata, wat ik niet ben, moet je het gebruik heel goed kaderen. Er is de neiging om het andersom te gebruiken: doe maar, we zien wel of het nuttig is. Als eenmaal zo’n macht wordt afgegeven, wordt die zelden teruggedraaid.’

Waarvoor moeten we nog meer opletten?

‘Desinformatie en misinformatie spelen een ongekende rol. Ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zegt: de infodemie is net zo gevaarlijk als pandemie. Doordat mensen niet weten wat ze moeten vertrouwen, wordt het moeilijker om bewezen oplossingen te laten gelden. Het valt op dat zowel bondskanselier Angela Merkel als premier Rutte benadrukken dat ze op het kompas van de wetenschap varen en zich laten voorlichten door experts. In de VS komt desinformatie juist vanuit het Witte Huis.’

Wat is de oorsprong van die valse berichten?

‘Er zijn mensen die en slaatje uit de crisis willen slaan, die kruidenthee verkopen en nu rondsturen dat kruidenthee helpt tegen het virus. Er is een religieuze component: de video van een priester die met rituelen het coronavirus verjaagt is honderdduizenden keren bekeken. De motivatie kan ook crimineel zijn of geopolitiek. Daders van misdadige ondermijning komen daar nog te vaak mee weg.’

Staten die desinformatie verspreiden?

‘Zeker, er is haast een oorlog gaande over het narratief van het virus. China is zich aan het herpositioneren als oplosser van de crisis, nadat het virus daar het eerst de kop opstak. Het land beschuldigt de Verenigde Staten van het creëren van het probleem: het virus zou uit een Amerikaans militair lab komen. Ook wordt gedaan alsof er nauwelijks besmettingen meer in China zijn. De officiële cijfers over het aantal doden in Wuhan zijn gemanipuleerd en artsen die informatie over het uitbreken van de epidemie wilden delen werd de mond gesnoerd. Er zijn zelfs artsen verdwenen. Je kunt het zo luguber of akelig niet bedenken of het komt voor in deze strijd.’

Wat is het effect?

‘Dat mensen niet meer weten wat ze moeten geloven. In een omgeving waarin actief onwaarheden worden verstuurd, is het moeilijk om daar voldoende betrouwbare gegevens doorheen te sturen. Dat betekent dat mensen door hun handelen hun eigen gezondheid of die van anderen in gevaar kunnen brengen. Of dat het vertrouwen in de experts daalt.’

Is dat ook zichtbaar in Nederland?

‘Er is een enorme zoektocht naar informatie: hoe zit het precies met het virus? De informatie vliegt je om de oren, betrouwbaar en onbetrouwbaar. Een gezond debat is belangrijk, tegenspraak kan nuttig zijn en is legitiem in een democratie, maar ik zie een brede problematische trend: systematische verspreiding van een narratief dat als doel heeft politieke leiders, het gezondheidssysteem en de liberale democratie te ondermijnen.’

In hoeverre speelt technologie hierbij een rol?

‘Facebook en WhatsApp zijn plekken waar veel samenzweringstheorieën en mythen worden gedeeld. Het is in besloten groepen moeilijker te signaleren, WhatsApp is versleuteld. Maar ook het filmpje van de priester die het coronavirus met rituelen wegjaagt was gewoon te vinden met Google en te zien op YouTube. Technologie is niet neutraal, technologiebedrijven willen winst maken. Ze zijn ontworpen zodat mensen zo lang mogelijk online zijn. Emotioneler geladen berichten verspreiden zich sneller dan genuanceerde boodschappen.’

Nu Schaake zelf midden in Silicon Valley zit, is haar beeld van de grote techbedrijven verdiept. Ze spreekt er leidinggevenden van Google en Facebook op etentjes en krijgt zo zicht op de drijfveren en beslissingen binnen de bedrijven. Wat haar opvalt: hoe moeilijk het is om verantwoord te opereren, want ze ziet vooral hoe ontzettend gelijkgestemd de techneuten van de Apples, Amazons en Microsofts zijn. Schaake: ‘Ze zijn progressief, zien zichzelf als maatschappelijk betrokken. Denken dat hun technologie voor vrijheid zorgt, voor meer stemmen in het publieke debat. Een cultuur van gelijkgestemden.’ In besloten kring vertellen die mensen hoe ze worstelen. Dat het niet altijd lukt om goed te reageren op maatschappelijke ontwikkelingen en hoe hoog de prioriteit is om daaraan aandacht en de juiste middelen te besteden.

Helpt technologie ook in deze crisis?

‘Er zijn gigantisch veel positieve initiatieven. Behalve clusters technologiebedrijven die klaarstaan om ziekenhuizen te helpen, zijn er hackatons om samen met de beste techneuten te zoeken naar middelen die bruikbaar zijn, pogingen om de weg te wijzen naar betrouwbare informatie. De WHO is een samenwerking aangegaan met WhatsApp. Contact met de WHO werkt super: je stuurt een berichtje en krijgt direct een menu met negen keuzen, de laatste feitelijke informatie in een interactief dashboard maar ook doorgeprikte fabels. Ik heb nog zelden zo’n goede informatievoorziening van een internationale organisatie gezien.’

Technologiebedrijven wakkeren desinformatie aan en bestrijden die tegelijkertijd?

‘De grote techbedrijven zijn niet alleen het toneel waarop desinformatie wordt gedeeld, maar ze doen ook meer dan ooit om die te bestrijden. Google laat artikelen met onjuiste informatie afzinken in de zoekresultaten, Twitter pakt berichten aan die schadelijk zijn en verwijdert ze – zelfs als die van de Braziliaanse president afkomstig zijn. Er is meer dan ooit de wil om desinformatie aan te pakken. Spotify verwijst naar het RIVM. Google plaatst op YouTube een kader met informatie van het RIVM als je zoekt naar controversiële onderwerpen over het virus. Cynisch zou ik zeggen: het kan dus wel.’

Zijn die inspanningen geloofwaardig?

‘Het is vooral slim. De afhankelijkheid van die bedrijven is groter dan ooit, dat ervaart iedereen. En ze willen laten zien dat ze hun maatschappelijke plicht doen. Maar we weten nog heel veel niet: hoeveel desinformatie en inmenging gaat er werkelijk door de systemen van die bedrijven? Hoeveel fouten maken algoritmen? Ik kom in Silicon Valley de beste onderzoekers van sociale media tegen die vertellen hoe ongelooflijk ingewikkeld het is om aan de juiste data voor onderzoek te komen. Ook ingenieurs die bij de grote technologiebedrijven werken hebben geen toegang tot belangrijke details. Je vraagt je af wie er wel overzicht heeft over actie-reactie. 

‘Diezelfde bedrijven haken nu slim in op de crisis: de Europese Commissie vertelt trots dat YouTube en Netflix de streamingkwaliteit verlagen, zodat er geen opstoppingen in het internet ontstaan. Diezelfde Commissie stond op het punt maatregelen te nemen tegen deze bedrijven. De kaarten worden opnieuw geschud.’

Wat zal het eindoordeel zijn?

‘Dat is nog te vroeg, we zitten midden in de crisis. Het kan zijn dat we hierna denken: jeetje, we zijn toch afhankelijker van die paar grote Amerikaanse reclamebedrijven – want dat zijn het – dan we denken. Of dat politici juist zien hoe vitaal deze bedrijven zijn en dat ze de sleutel bieden tot oplossingen waar nationale parlementen niet bij kunnen en waardoor samenwerken ontzettend belangrijk is. 

‘Wat nu cruciaal is: pas op dat er geen onomkeerbare stappen worden genomen. Bedrijven en overheden zijn altijd op zoek naar meer data, meer online macht, het veroveren van markten. Onder druk wordt alles vloeibaar, maar juist in een crisis moet de kern van rechten die ons beschermen overeind blijven.’