Direct naar artikelinhoud
AnalyseZwangerschapsdiscriminatie

Een sollicitant staat op het punt van bevallen: moet een werkgever daar rekening mee houden?

Hoogleraren staan in de Domkerk in Utrecht in de rij voorafgaand aan de opening van het academisch jaar.Beeld Raymond Rutting

Sollicitant Zoe kreeg te horen dat haar gesprek bij de Erasmus Universiteit niet uitgesteld kon worden vanwege haar bevalling. Ze legde haar zaak voor bij het College voor de Rechten van de Mens, en werd in het gelijk gesteld: dit is zwangerschapsdiscriminatie. 

Zoe was uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek, maar er was één probleem: ze stond op het punt te bevallen. In juni 2018 ontving ze de uitnodiging voor een gesprek tien dagen later, voor een baan als universitair docent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Maar het gesprek en de volgende ronde, die bestond uit het geven van een proefcollege, zouden plaatsvinden rond haar uitgerekende datum.

Het gesprek uitstellen bleek lastig. De universiteit vroeg of ze anderhalve week later in Rotterdam een proefcollege kon geven, met aansluitend het sollicitatiegesprek. Maar zo kort na de bevalling naar Rotterdam reizen was voor Zoe niet mogelijk. Volgens de universiteit was het onhaalbaar het gesprek verder te verschuiven, omdat ze met ingang van het nieuwe schooljaar een docent zochten.

Ze besloot aan te kloppen bij het College voor de Rechten van de Mens, dat zich over de zaak boog. ‘Door naar de rechter te stappen wilde ik de universiteit dwingen goed naar het proces te kijken en in ieder geval te erkennen dat het problematisch was,’ zegt Zoe. Ze wil liever niet met haar achternaam in de krant, omdat ze niet wil dat de zaak invloed heeft op haar verdere academische loopbaan. 

Zoe: ‘Er zijn al zo weinig vrouwen in deze academische posities. En dat wordt niet beter als je de enige vrouwelijke kandidaat die is uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek uit het proces gooit omdat ze aan het bevallen is.’

Discriminatie

Volgens de Erasmus Universiteit was er geen sprake van onderscheid op grond van geslacht. Tegen het College voerde de verweerster aan dat verhinderd zijn tijdens de sollicitatieprocedure om wat voor reden dan ook voor iedere kandidaat tot uitsluiting leidt. Daarnaast wilde de universiteit voor kandidaten een gelijk speelveld creëren door hen op dezelfde dag onder dezelfde omstandigheden een proefcollege te laten geven. 

‘Je kunt mensen gelijk behandelen als ze in dezelfde situatie zitten,’ aldus Zoe. ‘Maar als ze in verschillende situaties zitten, bijvoorbeeld vanwege geslacht, betekent zo’n gelijke behandeling juist ongelijkheid voor een van de partijen. Alsof ik vanuit mijn ziekenhuisbed hetzelfde sollicitatiegesprek had kunnen voeren als een mannelijke kandidaat.’

Al voor de zitting bij het College had Zoe een baan gevonden op een andere universiteit, maar dat was nog niet het geval toen ze aan de procedure begon. ‘Ik was me ervan bewust dat naar het College stappen gevolgen kan hebben voor mijn carrière.’

Vrouwen in de academische wereld

Gendergelijkheid is in de academische wereld een veelbesproken thema. Ieder jaar onderzoekt het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) het percentage vrouwen in de academische wereld. In 2019 was nog geen een op de vier (23,1 procent) hoogleraren vrouw. Nederland staat op dit gebied op plek 24 van de 28 EU-landen.  

En dat terwijl meer dan de helft van de studenten die afstuderen aan Nederlandse universiteiten vrouw is (53,9 procent). Daarna neemt het aantal vrouwen af naarmate je hoger op de carrièreladder kijkt. Onder promovendi is 43 procent vrouw, bij universitair docenten is dat 41,8 procent. Van de universitair hoofddocenten is 28,4 procent vrouw.

Waarom Nederland zo slecht scoort is lastig te zeggen, aldus beleidsadviseur Lidwien Poorthuis van het LNVH. ‘Maar we hebben een conservatief systeem dat zichzelf in stand houdt, omdat er steeds opvolgers worden geselecteerd die lijken op de voorganger.’

‘Zwangerschapsdiscriminatie gebeurt vaak, maar in de academische wereld is het weinig tastbaar,’ aldus Zoe’s advocaat Elsa van de Loo. De zaak kwam bij haar terecht via bureau Clara Wichmann, dat zich inzet voor dit soort principiële zaken. ‘Het is een kleine wereld waardoor vrouwen niet snel een klacht indienen. Ze zijn bang dat het nadelig voor ze uitpakt als ze ergens anders solliciteren.’ Daarnaast is deze zaak bijzonder, legt Van de Loo uit, ‘omdat deze aantoont dat bescherming tegen discriminatie ook tijdens de sollicitatieprocedure geldt als het gaat om het verplaatsen van een gesprek’.

Hoge drempel

De drempel om discriminatie te melden in de academische wereld is hoog, zegt ook Poorthuis. ‘Doordat er nu meer aandacht voor het thema is neemt het meldingspercentage wel wat toe. Dat is een mooie ontwikkeling. Desalniettemin is er nog een groot hiaat tussen beleid en praktijk, tussen wat er door universiteiten wordt gezegd, en wat er door vrouwelijke academici wordt beleefd.’

In het voorjaar van 2019 kwam het LNVH met het rapport Harassment in Dutch academia. Onderzoekers verzamelden voorbeelden van discriminatie in de academische wereld en definiëren aan de hand daarvan factoren waardoor het fout gaat: de sterke hiërarchie, de hoog competitieve en individualistische cultuur, het ontoereikend reageren op wangedrag en intimidatie, en het zwijgen van de slachtoffers. ‘In sommige gevallen zijn mensen 1-op-1 afhankelijk van een hogergeplaatste voor hun carrière’, zegt Poorthuis, ‘waardoor er weinig vrijheid is om openlijk te spreken over zaken die minder goed gaan’.

Wat moeten universiteiten doen om dit te verbeteren? ‘Het gaat vaak over de excessen, maar het begint bij het creëren van openheid’, aldus Poorthuis. ‘De leiders van de toekomst in de academische wereld worden niet getraind op menselijk gedrag en hoe je dat het beste kunt begeleiden.’ Dat is niet op te lossen met alleen regels en procedures, aldus Poorthuis. ‘We moeten betekenis geven aan die regels door bijvoorbeeld trainingen. Maar trainingen moeten niet bovenop al het andere werk komen, de werkdruk is al enorm. Integreer deze bewustwording in bestaande trainingen en opleidingen.’

In de zomer van 2019 maakte de TU Eindhoven bekend het komende anderhalf jaar vacatures voor vaste wetenschappelijke staf in het eerste half jaar alleen nog open te stellen voor vrouwen. Voorbeelden zoals deze zijn een goede ontwikkeling, denkt Poorthuis, maar hebben geen zin als er niet ook een gedragsverandering plaatsvindt. ‘Het gelijktrekken van de hoeveelheid mannen en vrouwen is niet genoeg. Als je vrouwen in een commissie zet betekent dat niet gelijk dat er ook vrouwen worden aangenomen. Zij kunnen dezelfde vooroordelen hebben als mannen.’

Uitspraak 

Vorige week oordeelde het College voor de Rechten van de Mens dat de Erasmus Universiteit verboden onderscheid op grond van geslacht heeft gemaakt door geen rekening te houden met de verwachte bevallingsdatum van Zoe. Ze is blij dat ze in het gelijk is gesteld. ‘Maar ook als ik geen gelijk had gekregen had deze zaak de universiteit gedwongen de situatie te onderzoeken en te zien dat het in ieder geval problematisch was.’

In een reactie op de uitspraak van het College onderschrijft decaan van Erasmus School of Philosophy Hub Zwart ‘het streven van onze universiteit om meer getalenteerde vrouwen kansen te bieden op een academische loopbaan, de diversiteit van onze academische instellingen te versterken en het aantal vrouwelijke collega’s in academische posities significant te vergroten’. Hij beschouwt het oordeel daarom ‘als een stimulans om onze inspanningen in dit opzicht verder te versterken en alles in het werk te stellen om verborgen belemmeringen weg te nemen’.

Verschillende procedures zijn al in werking om dit te bereiken, stelt Zwart, zoals open sollicitatieprocedures, toetsing door HR en divers samengestelde sollicitatiecommissies. Naar aanleiding van de klacht van Zoe heeft de universiteit meerdere conclusies getrokken. Zo dienen sollicitatieprocedures voortaan zes maanden voor aanvang van de aanstelling te beginnen en moeten sollicitanten al in de vacaturetekst op de hoogte zijn van de planning.

Beleidsadviseur Poorthuis is blij dat het College naar de zaak heeft gekeken. ‘Zoals de verzoekster zelf al zei deed ze het niet voor eigen gewin, maar om aan te tonen dat er in de wetenschap structureel dingen misgaan. Als je ambities hebt in een carrière in de wetenschap, heb je als man en vrouw in het huidige klimaat niet dezelfde kans van slagen.’

Lees ook: Universiteiten laten miljoenen aan subsidies liggen die zijn bedoeld om vrouwelijke wetenschappers te ondersteunen, bleek eind vorig jaar.

Ambitieuze mannen moeten maar even geduld hebben, vindt hoogleraar Evangelia Demerouti (49) van de TU Eindhoven. Samen met rector Frank Baaijens is ze het brein achter de keuze voorlopig alleen vrouwen aan te stellen voor wetenschappelijke functies.