‘Er zijn fouten gemaakt, maar de blik moet nu naar voren. We willen er wel meer bovenop zitten,’ zo vertolkte Ge Bouma (CDA) de mening van de raad, die het project nog steeds alle kans wil geven.

Wolter Slager (WijLokaal) stelde dat het college steken heeft laten vallen bij het adequaat informeren van de raad. ‘Wij vinden het project echter te belangrijk, om nu al handdoek in de ring te gooien.’ En ja, er zijn ook volgens Ooststellingwerfs Belang zaken misgegaan, zoals de budgetoverschrijdingen.

Fractievoorzitter Henk Dongstra constateerde echter dat het college diep door het stof is gegaan over wat er in financiële aannames en communicatie fout is gegaan. ‘We moeten nu zorgen dat de gifbeker leeg komt.’

Ook de drie collegepartijen steunden daarom een motie van treurnis van het onafhankelijke raadslid Simon ter Heide. Daarin werd gesteld dat het college inschattingsfouten heeft gemaakt over de kosten en dat de raad daarover niet tijdig is geïnformeerd. Maar er werden in de motie geen verdere consequenties aan verbonden. Zelfs wethouder Fimke Hijlkema noemde het ‘een constructieve motie’. ‘We hebben een wijze les geleerd.’ De motie was vooral een stevige tik op de vingers van een bezorgde gemeenteraad.

Motie van wantrouwen krijgt geen steun

De motie haalde de kou uit de lucht na de harde taal in een commissievergadering, een uitgestoken hand om deze raadsvergadering ‘dingen af te sluiten’, zoals Ter Heide het formuleerde. ‘Om met enthousiasme en voortvarendheid met het project verder te gaan. Op een gegeven moment zijn we er ook een keer klaar mee.’ Het college had immers publiekelijk, zowel mondeling als schriftelijk, verontschuldigingen aangeboden en daarmee erkend dat er sprake was geweest van onzorgvuldig handelen. ‘En ja, daar kom je dan dus mee weg,’ zo constateerde VVD’er Sierd van Weperen, die de positie van het college wel ‘fragiel’ noemde.

Maar de raad zag geen reden om later deze avond een D66-motie van wantrouwen gericht tegen burgemeester Harry Oosterman te steunen, die tot voor kort portefeuillehouder was. Simon ter Heide wil wel (besloten) de rol van de burgemeester bespreken tijdens een functioneringsgesprek. ‘En dan zien we wel wat er uitkomt en hoe de raad en ook de burgemeester er in zit.’ Oosterman zei dat hij de raad twee jaar geleden niet heeft voorgelogen en dat de meerkosten toen niet bekend waren. Verder hield hij zich afzijdig in het debat.

Rol voor ondernemers

De raad riep het college op de raad te voorzien van alle relevante informatie die nodig is om goed over de levensvatbaarheid van het Biosintrum te kunnen oordelen. StellingwerfPlus betwijfelde of het Biosintrum nog levensvatbaar is. Henk Dongstra (Ooststellingwerfs Belang) was het daar niet mee eens. Maar waar is dat dan op gebaseerd, zo wilde D66 weten, omdat er nog geen financieel plan is. ‘De levensvatbaarheid zit in de toegevoegde waarde van het unieke instituut voor Ooststellingwerf.’

‘Voldoende potentie’, zo vond GroenLinks. WijLokaal vond dat het Biosintrum een onderneming moet zijn, met een verdienmodel. ‘We denken niet als ondernemer, we zijn geen ondernemer.’ De VVD en Ooststellingwerfs Belang wilden dan ook dat ondernemers betrokken worden bij het opzetten van een goed businessplan. Wethouder Fimke Hijlkema wil ondernemers op allerlei manieren er bij betrekken. Er moet hoe dan ook volgens de ChristenUnie een sluitende exploitatie komen.

Ooststellingwerfs Belang was bang dat alle kritiek en cynisme uit de raad negatief doorwerkt. Dat vreest ook ondernemer Anne Jan Zwart van het Ecomunitypark. Hij hield vooraf nog eens een betoog voor het Biosintrum als ontmoetingsplek voor onderwijs, bedrijfsleven en overheid op het gebied van de biobased economy. ‘Zonder deze burgemeester zou er geen Biosintrum zijn geweest. Is het spannend ja, kost het geld ja. Deze tocht om te komen tot uniek gebouw was een groot avontuur, een ontdekkingstocht, die niet altijd gaat zoals je wilt. Dat kost geld, maar het bedrijfsleven gaat er enorm van profiteren. Het is een unieke inspirerende omgeving.’

Onderzoekscentrum

De raad riep het college per motie op om het regionale onderzoekscentrum “bodem” binnen de gemeentegrenzen te halen en zo mogelijk te verbinden aan het Biosintrum, waar het lectoraat Bodem al actief is. Het was een beetje mosterd na de maaltijd. Achter de schermen wordt daaraan al gewerkt, zo zei wethouder Fimke Hijlkema, die meldde dat er contacten zijn met het verantwoordelijke ministerie. Ooststellingwerf heeft het project ingediend voor een bijdrage uit de Regiodeal-pot van het kabinet. Voor Zuidoost-Friesland is 15 miljoen euro beschikbaar.